Ted Owens #1: Reisverslag Las Vegas

van 28-05-07 tot 04-06-07

In het kader van Mind Radio bezocht ik van 28 mei tot 4 juni Jeffrey Mishlove in Las Vegas.
Jeffrey Mishlove is de enige persoon in de Verenigde Staten met een PhD in parapsychologie; de graad heeft maar heel kort bestaan en werd aan maar één universiteit (Berkley, CA) uitgereikt. Dr Mishlove is de enige die in dat tijdsbestek is afgestudeerd.

Reden voor mijn bezoek was zijn boek “PK-man: A true story of Mind over Matter” verschenen bij Hampton Roads in 2000. In dat boek beschrijft Mishlove zijn ervaringen met Ted Owens, zelfverklaard “PK-man”. Ted Owens beweerde dat hij het weer kon manipuleren door middel van psychokinese. Zijn specialiteit was noodweer: orkanen, donder, stortbuien. Zijn karakter was moeilijk. Eccentriek, wraakzuchtig, obsessief. Hij was lid van MENSA, de organisatie voor mensen met een buitengewoon hoog IQ. Grof gebouwd, stevige drinker. Warme, rustige stem. Gedurdende zijn leven heeft hij meer dan dertig verschillende beroepen uitgeoefend. Judoka, messenwerper, bijbelverkoper. Hij heeft lang gewerkt als healer. Bracht zichzelf regelmatig onder hypnose.

Het interessante aan Ted Owens is dat er echt iets raadselachtigs gaande is. Hij was zelf enorm overtuigd van zijn talenten, en wilde ontzettend graag dat ze onderzocht werden. Dat was zijn levensmissie: Erkenning. Om dat te bereiken stuurde hij regelmatig voorspellingen toe aan een legertje wetenschappers. Hopend op Heus Onderzoek.
Wanneer de voorspelling in zijn optiek was uitgekomen, volgde een bevestigend krantenknipsel of ander ‘bewijs’. Ook dat bewijs stuurde hij op naar ‘zijn’ wetenschappers (dat stond boven de brieven, steevast: ‘letter to my scientists’. Vaak waren het mensen die niets met hem te maken wilden hebben), vergezeld van een kopie van of herinnering aan de oorspronkelijke voorspelling.
Zijn geval is dus een van de weinige gevallen waarin voorspellingen werden opgestuurd voordat duidelijk was of de voorspelling al dan niet uit zou komen. Een van de weinige gevallen waarin je het over een ‘hit-rate’ kunt hebben.
Ik vind zijn hit-rate bijzonder.

Wat mij met name raakt is de ‘ruis’ die om zijn persoon heen hangt: Waar hij ook naartoe reist, er zijn altijd mysterieuze grootschalige stroomuitvallen. Het regent en dondert er buitengewoon vaak. Hij doet me een beetje denken aan Donald Duck, met een speciaal wolkje boven zijn hoofd voor hem alleen. De orkaanpaden vind ik erg bijzonder: gevallen waarin hij orkanen aan zag komen voordat de weerstations ze zagen, en waarin hij dag na dag met ‘zijn’ wetenschappers belde om de koers voor die dag door te geven. Vaak tegenovergesteld van het logisch te verwachten pad, en van de voorspelling. Erg vaak correct.
Met andere woorden: Het raadsel staat, wat mij betreft.
Maar zijn eigen verklaringen daarvoor zijn dan weer zo wild, dat ik ze niet over kan nemen.

Het mooie aan zijn verhaal is dat zijn karakter alle tegenstellingen en problemen in zich draagt waar parapsychologisch onderzoek maar mee te maken kan hebben, maar dan in menselijke vorm gegoten. Vechten voor erkenning, omgaan met marginaliteit. Het in wetenschappelijke taal proberen te vatten van een in wezen mystieke ervaring, die zich eigenlijk per definitie buiten het gebied van het tastbare en benoembare bevindt. Het verminderen van de eigen geloofwaardigheid door het vastraken in een veel te specifieke verklaring, terwijl die verklaring tegelijkertijd nog lang niet specifiek genoeg is voor de wereld waardoor je erkend wilt worden.
Voor mij het allermooiste: Zijn obsessieve drang naar erkenning, onderzoek en verklaring betekent dat er letterlijk honderden brieven van zijn hand bestaan.
Wie het over Ted Owens wil hebben, hoeft niet te speculeren. Alleen te lezen.
Die brieven zijn in het bezit van Jeffrey Mishlove.
Daarom moet ik naar Las Vegas.

Ik kom aan op maandagmiddag. Het vliegveld staat al vol met fruitautomaten. Ik zal worden afgehaald aan de bagageband door Jeffrey Mishlove, waar ik logeer. Ik ken hem niet. We hebben alleen gemaild. In de mail klonk hij vriendelijk, ongrijpbaar ook.
Eigenlijk ongelofelijk dat je via internet en e-mail zo’n project kunt ontwikkelen, en zo’n afspraak kunt maken. Geweldig.
Mijn tas is er al; meneer Mishlove nog niet. Ik weet niet wat voor iemand ik kan verwachten. Het is spannend en ik heb een beetje buikpijn.
Even later is hij er wel; een kale man met een gele zonnebril en een grote auto met een soort tv-scherm tussen de beide voorste stoelen in. Op het tv-scherm kun je zien wat er achter je is. Ergens onder de achterklep moet dus een soort webcam hangen. Oh ja, denk ik, Amerika. De auto’s zijn groot. Er is vast van allerlei keukenapparatuur. En ik moet uit zien te vogelen of ik hier wel nare dingen kan zeggen over President Bush.

Het huis is groot en mooi. Ik heb een eigen kamer met badkamer en wel acht kussens op het bed, waarvan ik er zes zo netjes mogelijk in de hoek probeer op te stapelen want ik heb geen flauw idee wat ik moet met zoveel kussens. Het zijn wel mooie kussens overigens. Twee ronde, die je denk ik onder je armen kunt leggen als je leest. Dat heb ik nog niet eerder gezien, maar ik vind het wel een mooi idee. Praktisch.
Mijn raam kijkt uit op Red Rocks, een natuurgebied vlak buiten Las Vegas. Een mooie, rode bergring. Palmen, cactussen. Deze stad ligt in een zee van rots en zand. De sprinkeldingetjes gaan aan om zeven uur ’s avonds precies. Overdag mogen de gazonnen niet bewaterd worden, want dan verdampt het water te snel. De stad groeit snel, maar het is al jaren ‘buitengewoon droog’. Niemand weet of dat ook een keer weer over gaat.
De vrouw van Jeffrey, Janelle Barlow, zit in de keuken te werken op haar laptop. Ze heeft iets gekookt wat ik niet ken en ik mag een bord. Ik wist niet dat Amerika zo exotisch en onbekend kon zijn, met gerechten waar je nog nooit van gehoord hebt en acht kussens; ik had verwacht dat ik het wel zou herkennen van New York en de tv. Maar dit is een Ander Amerika. Een mooi raadsel dat vreemd ruikt. Prikkelend.
Janelle is werkzaam als coach, auteur en Public Speaker. In hun kantoor hangt een mooie foto van een groot artikel over haar in een zakentijdschrift. Ze straalt en is verbaal snel, zal later die week afreizen naar Dubai en Los Angeles om te Spreken op een congres voor Sprekers.
Dat dat een beroep was, wist ik ook al niet.

Dinsdagochtend sta ik op om 5:20. Red Rock bekijken met Jeffrey. Ik had al gehoopt iets te kunnen zien van de woestijn. Hij blijkt een fanatiek wandelaar, staat elke ochtend vroeg op. Loopt eerst een paar uur door de rotsen zolang het nog koel is, gaat daarna pas ontbijten en aan het werk. Mijn ritme moet ik sowieso aanpassen, dus kan ik net zo goed helemaal meegaan. Van dinsdag tot en met zondag doen we het elke dag zo: Eerst lopen, dan werken. Heerlijk.

De rotsen zijn fantastisch:
Ooit was het hier de bodem van de oceaan. Deze droge woestijn zit bomvol fossielen. De vreemdste rotsen vind ik de rood/witte; ontzettend helder van kleur, en perfect afgerond door jaren van wind en water. Het ijzer lekt er langzaam uit, de rotsen ‘drogen’ van rood naar wit, sommige zijn nog rood en andere wit met rode pukkels of rood met horizontale witte banen. Op sommige plekken zijn er letterlijk glijbanen uitgesleten en kunnen we stukjes van de route roetsjen.
Het moet zelfs wel, want er is niet altijd een pad.

Andere dagen moet je weer oppassen dat je je hand niet (zoals ik) vol enthousiasme tijdens het marcheren in een cactus slingert. Die prikkels lijken wel van hout. Grote splinters! Met weerhaakjes en bloemen er aan.

Na het wandelen volgt ontbijt.
Verse koffie, speciaal voor mij.
(De hele week wordt er van alles ondernomen en aangeschaft om mij maar op mijn gemak te stellen. Salades, noten, karaoke).
En dan scannen, acht tot tien uur per dag.
Brieven doornemen. Bepalen welke de moeite waard zijn. Onder de machine leggen. Wachten op het brrrrrr…bliep!je.
Volgende.
Goed opschrijven wat je kopieert.
Proberen het overzicht te houden.
Lukt niet.
Binnen de kortste keren: Kopje onder in andermans belevingswereld.
Herkenning, soms.
Grijnzen om een formulering, afgrijzen om de woede en frustratie die er soms zo naakt bovenop ligt.
Magie: Een klein beetje voelen wat het is om iemand anders te zijn.
Meegaan in een tinteling.

Later: casettebandjes zoeken. Merken dat Jeffrey ook de smaak te pakken heeft. Samen de garage van zijn moeder binnenstebuiten keren op zoek naar de laatste paar tapes. Enthousiasme zien glinsteren. Kwikzilver.

Op zondagmiddag waren we klaar. Ik denk dat ik zo’n zeshonderd documenten heb doorgenomen, en we hebben samen circa tien uur audio gedigitaliseerd. Het ligt nu op mijn kamer, ik ga er straks mee werken.

Ter afsluiting heb ik mezelf op een avond casino getrakteerd. Maandagochtend om vijf uur ’s ochtends moest ik inchecken; het leek mij het beste om wakker te blijven en alles nog een paar uur mee te pikken.
In het meest chique casino, het Bellagio, heb ik een spel gekozen en geleerd. Craps, een dobbelspel dat je behoort te spelen aan een drukke tafel met veel geld en drank en een milde sfeer. Je speelt als tafel niet tegen elkaar, maar juist samen tegen Het Huis. Een van de spelers is de ‘shooter’. Die moet twee dobbelstenen werpen. De shooter en de overige spelers kunnen allemaal inzetten op verschillende mogelijkheden. Het casino heeft belang bij andere uitkomsten dan de spelers. De croupiers willen ook graag dat jij wint, want dan heb je meer weg te geven. Dus de sfeer is goed, saamhorig. Het was leuk. Halverwege de nacht begon de wilde hebberigheid wel aardig de kop op te steken. Het is me gelukt weg te komen toen ik nog op winst stond. De verdiensten van de avond dekten de kosten van de taxi’s en de drank. Whisky uit mooie grote glazen. Ik heb een spuuglelijke paperweight mee terug genomen, een shooterglaasje en een sleutelhanger.

Straks komt het volgende deel, namelijk hier werk van maken.
Het voelt als een enorme schatkist.

Jantine