Paul Groot 1 jan 1999

All those Senselessly Lovely Clickable Buttons

Kennelijk is dat het lot van ieder nieuw medium: de begeerte en grijpgraagheid waarmee de technische mogelijkheden worden aangepakt. Hollywood maakte zich meester van de film, Hitler van de radio, de reclame pakte de tv in, en Microsoft het Net. De laatste monopoliseerde het nieuwe medium en zo slaagt Bill Gates er steeds beter in, greep te krijgen op de miljarden klikbewegingen waarmee hij in zekere zin het moderne leven controleert. Het is even angstaanjagend als ontroerend hoe een kennelijk existentiële behoefte aan klikken tot een essentiële conditie wordt. Dat kan natuurlijk niet lang goed gaan, het is een kwestie van tijd tot de eerste Freud van de klikgeneratie zich aanmeldt.

Vergroot

Fingered and Sombrest lying on the carpet - Thomas Buxó, Miklós Beyer 'La Cinca' -Mediamatic Magazine Vol. 9#4 / 10#1

Hoe vaak is niet betoogd dat de clickable sfeer van de desktopformule dankzij de spraaktechnologie zijn langste leven had gehad. Maar Gates heeft - naar het voorbeeld van Mark Andressen en zijn Netscape Navigator - ons met de Internet Explorer een extra decennium aan de desktop vastgeklonken. Heel opmerkelijk, want gevoelig artistiek als Gates is, kon hij zich tot voor kort het Net eigenlijk alleen als een veredelde huisbioscoop voorstellen1

1 Over Gates' artistieke in- en aspiraties, zie Paul Groot 'Andy Warhol and Bill Gates, Visions of a seminal artist in the form of the richest man in America' in: Flash Art, Vol. xxx, nr.192, 67-69

Niet de chatboxes, niet de e-mail, niet de groepssessies, maar de film stond hem als het ideale Internetmedium voor ogen. En zolang er geen echte moviestream mogelijk was, kon het met het Net niks worden.

Maar nu die moviestream er zo ongeveer is, horen we Gates niet langer over de filmische sfeer spreken. Niet verwonderlijk, want de greep op het Net zou hem weer volledig ontgaan. Maar voor wie zich aan zijn invloed zou willen onttrekken, lijkt het filmnet nu net een ideale browser. Want waarom stuur je niet met een van die onvergankelijke filmische genres als aanjager gewoon de desktop definitief naar de prullenmand? Hebben we dan nooit genoeg van al die steeds mooiere clickable knoppen?2

2 Voor de mooiste knoppen ter wereld, die van Bas Ording, zie Ine Poppe 'Finger on the Button' in:// If/Then//, Vol 1, nr. 1, 258-259

Je hoeft er maar een filmdictionaire op na te slaan om te zien hoe je zonder zelfs op het eerste gezicht van de desktop-interface af te wijken, plotseling in een heel andere omgeving kunt belanden die volkomen geknipt is voor je computer.

Want de monitor is het ideale filmdoek. Je begint eerst nog onschuldig te browsen, maar al snel komt er een filmische sfeer te voorschijn als je via onverwachte roll-overs merkt hoe je links tot filmstroken worden en een eigen verhaal beginnen te vertellen. Je belandt in een ruimte die een montageruimte is, je hebt nu plotseling te maken met filmstroken die je invoegt of weggooit, en voor je het weet zit je in een spiegelzaal die al snel het binnenste van een filmcamera blijkt te zijn. En daar begint je werk als regisseur. Geen genre is er verkeerd gecast, je kunt er een zuiver technische affaire van maken.3

3 Ideaal uitgangspunt voor dit experiment is ongetwijfeld Ira Koningsberg The Complete Film Dictionary Bloomsbury 1997, een encyclopedisch opgezette filmgeschiedenis niet aan de hand van de artistieke, maar de technische innovaties van het medium

Het is ongetwijfeld nog veel leuker om er een filmische portrettengalerij van te maken, maar een tussenweg is die waarbij je sterren en techniek in evenwicht houdt.4

4 Zie de opzet zoals je die vindt bij Peter Wollen Signs and Meaning in the Cinema Bloomington/London 1972

De computer als een technologisch en theoretisch cinematografisch domein, als een actueel en historisch medium, waarin de experimenten van Eisenstein hand in hand gaan met die van Richard Linklater. Maar alle combinaties zijn mogelijk.

Een goed, maar uiterst toevallig voorbeeld is hoe Alain Delon en regisseur Jean-Pierre Melville in Le Samourai (1967) samenwerken. In die prachtige gangsterfilm is Delon, die hier zijn mooiste rol ooit neerzet, buiten het spannende verhaal om ook nog eens de aangever van geheel andere vertellingen. Bijvoorbeeld een waarbij Melville een mooie variatie, en tegelijk ook alternatief biedt voor de vensters van de desktop. Delon zet een gangster neer die tot in zijn tenen geconditioneerd is. Hij belichaamt de essentie van de Parijse onderwereld: tot in details gehoorzaamt hij aan de onbeschreven codes en ijzingwekkende regels van de Franse etiquette. Een robotachtige verschijning die, als we de film nu terugzien, onmiddellijk de gedachte aan de agent in het Net oproept. En dan duidelijk maakt hoe meesterlijk Melville gebruikmaakt van kaders in zijn beelden. Hij grossiert erin, letterlijk en figuurlijk. Kadreringen in alle soorten en maten, van de grote entrees van de nachtclubs tot de kleine onderdelen van een horloge. Van de letterlijke kaders tot de figuurlijk spirituele, associatief of concreet, uiteindelijk maakt dat niet uit. Melville voert jou en Delon in de straten van Parijs rond, maar tegelijk weet je je in een andere, veel geheimzinniger zoektocht. Van de ene naar een volgende scène voortgedreven, met oningeloste beloften als de grootste spanningsmakers - wat doen die portretten aan de wand, wat voor functie heeft die klok, waar ging het gesprek over waaraan hij refereert? - word je tegelijk meegevoerd op een geheel andere toer.

Alsof je, zolang de film duurt, zelf als agent het Net doorkruist of misschien zelfs als een virtuele boodschap, als een zoekgeraakte e-mail, door de onderwereld van Parijs dwaalt. Een zoektocht die, heb je die eenmaal achter de eerste laag van Melvilles en Delons verhaal ontdekt, in veel andere films ook herkenbaar wordt. Bijvoorbeeld in de road movies, waarvan de oneindige, naar verre horizonten zich uitstrekkende autowegen als onzekere links naar een nog onzekerder toekomst, als geschapen zijn voor het Net. Een koppel op zoek naar het geluk verdwaald op een road to nowhere. Stel je Jean-Paul Belmondo en Anna Karina in Jean-Luc Godards Pierrot le Fou, Keith Carradine en Shelley Duval in Thieves Like Us van Robert Altman, of misschien die ongelooflijke menselijke menagerie uit Gummo voor. Het maakt eigenlijk niet uit, als je de tekenen maar begrijpt. De film, vooral een onbekende database, zet een neural network uit, maakt een query en probeert het onbekende resultaat uit. En als de filmische, poëtische metaforen uitgewerkt zijn, zet je een volgende stap en gebruik je het Net eenvoudigweg als een montagekamer-pur-sang. De montagekamer als een grote Eisenstein-montage-box die met de technologie van Pixar vertrouwd is. Een grote instrumentenbox vol filmcamera's, afgedankte lenzen, futuristische zoekers en uitgespeelde sterren. Met een creatief gebruik van filmisch materiaal kun je het medium los van zijn eigen sfeer en van deze wereld maken, en van zichzelf vervreemden.

Verzin een ster en geef haar een naam, bijvoorbeeld Fingered & Sombrest

Een filmische browser begint bij niet veel meer dan een still, het beeld van een filmster, noem haar bijvoorbeeld Fingered & Sombrest en begin met je werk. Gebruik anders die al heel oude techniek van D.W. Griffith om haar gelijktijdig en toch op verschillende tijdstippen te doen verschijnen. En hanteer de parallax view, toon haar vanuit verschillende ooghoeken, alsof je tegelijk door de viewfinder en cameralens kijkt (zoals Alan Pakula ook al deed in The Parallax View.) Je filmster als een soort, à la Picasso vertekende gestalte. Of zet haar in de pass om het licht, de special effects en de geestelijke radiatie van haar te kunnen pakken en die vervolgens weer te bundelen. Kortom de emulatie van oude technieken - neem eens de zoetrope om de gif-animaties af te wisselen. Je verdeelt haar beeltenis over een reeks beelden die binnenin een draaiende drum geplakt zijn en van buitenaf door de gaten in de drum bekeken moeten worden.

Leuk om haar zo een mooi verleden te geven, maar je kunt haar net zo goed juist aan de beperkingen van de browser onttrekken door die klikkende omgeving in het licht van een deep focus te zetten. Nadat je haar hebt doen stralen in een verleidelijke soft focus, bepaal je haar positie vervolgens in een uitgebreide scène met voor-, midden en achtergrond. Niet een verzameling beeldbepalende individuele shots, maar een mise-en-scène waar alles tegelijk in verwerkt is. Zoals eerder in Orson Welles' Citizen Kane de deep focus als het ware vereeuwigd is als beeld voor de gedrukte massamedia, kan ze nu hier staan voor de digitale informatieoverdracht. Maar net zo goed is ze beschikbaar om juist de individuele psychologie van Fingered & Sombrest te tonen. We geven haar een andere identiteit en plaatsen haar in stationaire beelden, met veel deep focus en laten het monteren liever imaginair aan de kijker over. Dan kan het gebeuren dat Fingered & Sombrest verschijnt als een als actrice bij Yasujiro Ozu, in beeld gebracht met de lage blik van een Japanner knielend op de mat. Of de deep focus met aangepast licht, met veel schaduwen erin verwerkt om alles een veel luguberder sfeer te geven. De ambiguïteit die hieruit voortkomt, metaforisch of poëtisch, praktisch of niet, daar gaat het om.

Liever de dreigende sfeer van een onbekende wereld dan de narcistische kliksfeer. Klikgedrag, de term die precies de armoede van de browser uitdrukt, moet worden omgezet in een letterlijk toe te passen metafoor. Bijvoorbeeld een driedimensionale aanpak waarbij je in een hologramstructuur belandt, helder en diep van veld. De interferentie van lichtstralen vertaald in de interferentie van de links, tegelijk verbonden met een fuzzy-logic tool om er een echte gedichtenmachine in de derde dimensie van te maken, als de natuurlijke opvolger van de search engines. Fingered & Sombrest als de grande dame van een nieuwe poëtica die, omringd door software die klinkt als een Dolby geluidssysteem met surround soundspeakers en subwoofers, zo de search engine verder uit balans brengt.

Want zonder sterren, zonder seksuele uitdaging, zonder de lichamelijke schoonheid, geen film. De filmster als het ultieme model dat een vervreemding op gang brengt in onze perceptie van het Web. Fingered & Sombrest geeft ons wel een mooie preview, zonder dat meteen duidelijk is hoe dit model in de praktijk zal werken. Stel je haar voor als een agent in de gemetamorfoseerde browser en pas op haar alle mogelijke technieken toe. Gebruik haar om haar parallel gecut, switchend tussen een of meer verwante acties op uiteenlopende plekken te doen verschijnen. En presenteer je filmische en verbale tocht door de trash van het Net als een fotosoap.

Wat er gebeurt als de message het medium inpalmt

Trouwens, je hoeft haar niet zelf meer te verzinnen, want Fingered & Sombrest bestaat al. Ze is de hoofdfiguur in La Cinca i.a., een grappige fotosoap van Miklós Beyer en Thomas Buxó, en ze heeft alle kwaliteiten om tot een cultstatus uit te groeien.5

5 Miklós Beyer en Thomas Buxó La Cinca i.a. Amsterdam 1998, isbn 90 9012304 0

Wat valt er op het eerste gezicht aan haar op? Ze is lang en mager en op de foto waarin ze verschijnt, draagt ze een ravissant mooie jurk met jaguar-patroon. Ze lijkt zoals ze daar half op een mooi tapijt ligt, altijd nog sneller dan de twee jaguars die attent, maar toch luierend op een boomtak op het tapijt staan afgebeeld. Is ze zojuist vermoeid thuisgekomen, heeft ze iets beroerds meegemaakt, of is ze een door miljoenen gelezen schrijfster die over de volgende passage in haar nieuwe roman nadenkt? Is dat pistool een gadget of heeft ze er zojuist onwelkome indringers mee haar huis uitgejaagd? Een overwinnaar, of is ze een slachtoffer van een haar noodlottig geworden avontuur?

Een ding is duidelijk, wat je ook van haar denkt, ze is de hoofdrolspeler in een oneindige reeks verhalen. La Cinca i.a. is de wereld van vandaag en morgen, een utopie die tegelijk een a-topie is, waarin het vliegveld naar welks vliegroosters haar leven ingericht is, alle vliegvelden ter wereld zijn. En ze mag dan in een airway-story verschijnen, haar avontuur is net zo goed een ouderwetse road movie als een futuristische ruimtevaart. Want het is een avontuur in foto en tekst waarvan je de verhaallijnen en de afloop voornamelijk zelf moet verzinnen. Niemand die haar tegenkomt en gezien heeft kan meer om haar heen. Je vergeet haar niet zo gauw, mede ook omdat haar rol niet echt gedefinieerd wordt. Ze verschijnt en verdwijnt in Hoofdstuk vier, locatie 4, Ricardo's Dining Room, maar wat zegt dat alles? Hoe diep is haar involvement in dit geheimzinnige boekje, in welke rol herkent ze zich zelf het best? Het is alsof deze fotoroman geen rechtlijnig verhaal wil vertellen, alleen aanwijzingen aanreikt en de lezer aan zijn lot overlaat. Of hem zijn eigen verhaal wil laten. Als dat zo is, dan is Fingered & Sombrest voor mij de ideale hoofdrol. Ze geeft aan al die andere opduikende figuren plotseling zin en betekenis. Rondom haar weef je zonder veel moeite een echte detective, met hedendaagse, in de trend van James Bond getoonzette avonturen. Dit avontuur is er een van vliegvelden en Concordes, van gsmetjes en Internet, van supersnelle auto's en, vooral digitale manipulatie. Een futuristische, niet eenduidige roman, maar een uit losse onderdelen geknipte en geplakte suggestieve vertelling, waarin Fingered & Sombrest aan de aanvankelijk niet altijd helemaal duidelijke vertelling plotseling vorm geeft. Eerst is er dat vervreemdende gevoel wanneer je je op een nieuw terrein beweegt waar je de regels nog niet van kent. Maar als zij verschijnt, valt alles op z'n plaats. Niet dat de vervreemding verdwijnt, integendeel, het is alsof ze zich verdiept aan de hand van haar verschijnen. De door Beyer en Buxó zichtbaar gebruikte manipulatie is plotseling geloofwaardig, krijgt een levendige creatief-artistieke betekenis.

Wat ooit een beeldmontage was, heet voortaan lacincaiaren. De knip- en plakmethode in een stadium voorbij aan de collage, voorbij aan Photoshop (hoewel misschien nog gebruikt als tool), residerend als een 21ste-eeuws verschijnsel. En in een kennelijke staat van opwinding die vergelijkbaar is met de opwinding uit vroeger jaren toen Roland Barthes en Susan Sontag met hun essays de toenmalige esthetiek verwoordden, hebben Beyer en Buxó in La Cinca i.a. de komende foto-esthetiek vorm gegeven. Sontag en Barthes beschreven de kunst van Riefenstahl en van de Citroën ds, de godin onder de auto's, en gaven de fotoreceptie gestalte. Inmiddels is de analoge foto geschiedenis, en wordt de digitale foto geperfectioneerd. En in handen van Beyer en Buxó krijgt ze een definitief kader. Niet in een essayistische beschrijving, maar visueel-textueel in een data-basale vorm. In de gedaante van Fingered & Sombrest als de geapproprieerde ster die de fotoanalyse van de volgende eeuw in werking stelt. Des te opmerkelijker omdat ze, ontleend aan een parfumreclame, vooral analoog oogt en ook als foto bedoeld, toch hier boodschapper van de nieuwe ontwikkeling is. Zoals de typisch hedendaagse culturele vervreemding nergens zo mooi zichtbaar wordt als in de emulatie van de uiteenlopende computerbiossen op elkaars platformen, zo is dit analoge beeld in de digitale tijd het ontregelende model ervan. Ze speelt een geheimzinnige rol in een al even geheimzinnige fotosoap, waar de aan het Web ontleende fragmenten als een methodische intentieverklaring zijn gebruikt. Fingered & Sombrest draagt de geheimzinnigheid van Deneuve, de seks van Monroe, de stakerigheid van het anorexia-model onmiddellijk over aan het medium zelf. Daarbij geeft een grote mate van kitsch deze fotosoap de noodzakelijke voorspelbaarheid en een niet te achterhalen vertrouwelijkheid. En is er het paradoxale beeld dat de komende esthetiek van het Net door een betrekkelijk vertrouwd medium, foto op papier, tekst en fotomontage, scherp neerzet. Want met Fingered & Sombrest en haar collega's geven Beyer en Buxó niet alleen de gestalten van het volgende decennium vorm - zoals Rineke Dijkstra die van ons decennium vorm gaf -, maar doen ze dat tevens voor een medium waarin deze gestalten niet eens verschijnen. Dijkstra's modellen zijn exemplarisch doordat ze, onbewogen als ze lijken op die foto's, zichtbaar in een openstaande ruimte bewegen die zich tussen leven en baan, tussen openbaar en privé uitstrekt. En voortdurend struikelend, vallend, zich verwondend, en uiteindelijk toch weer meester over zichzelf, erin slagen zichzelf te zijn. Met Fingered & Sombrest is iets dergelijks aan de hand. Hoewel een papieren gestalte, probeert ze zichzelf te zijn door niet zichzelf, zelfs niet het medium waarin ze straalt, maar iets anders dan dat te vertegenwoordigen. De structuur is opmerkelijk, hoewel ze toch alleen een gemanipuleerde ster uit een fotosoap lijkt.

Ook haar medespelers in La Cinca i.a. rammelen aan de traditionele opvattingen van vorm en inhoud. Zoals dat omhoogkijkende jongetje met die zakenman op de achtergrond, met een Chesterfield als getuige van een onbeschreven drama. Of de neus van dat vliegtuig die als een pijl op een boog ieder ogenblik lijkt te kunnen wegschieten. De elementair narratieve spanning brengt niet alleen op papier een signaal van het Net. De uitstraling hier laat de MacLuhiaanse boodschap van medium en message ver achter zich. Niet de zoveelste vorm van rollenspel, maar eenvoudigweg een onherkenbaar geworden tegenstelling, opgelost in een niets van betekenis. Want de spanning tussen afbeelding en het afgebeelde, tussen privé en openbaar, tussen beeld en tekst, tussen echt en gespeeld doet hier niet meer terzake. Immers alles verschijnt en beweegt zich in een fotosoap, een heel gevestigd genre, maar het medium waarover ze uitspraken doet en die haar echte wereld is, is het Net. Vorm en inhoud, medium en message hebben hier geen vat op. De manier waarop de spelers zich tussen waarheid en leugen, tussen het stoere zelf of het leugenachtige afgebeelde bewegen is nog ongeformuleerd. Alles wat ze dan ook aan rationele en emotionele sfeer uitstralen heeft daarop betrekking.

Buiten het Net kom je tot leven, dat is de vervreemdende wereld van het Net.

Fingered & Sombrest's beperkingen als haar geheime kracht

Natuurlijk zal Fingered & Sombrest of een van haar vele afsplitsingen even zichtbaar afwezig als onzichtbaar aanwezig op het Net terug te vinden zijn. Er moet wel ergens een site verbluffend vormgegeven zijn, waarop we haar niet vlak, maar drie-en meerdimensionaal, misschien als een verzameling van tienduizenden polygonen, maar waarschijnlijk eerder elegant verdicht in haar ondersteunende b-splines terug kunnen vinden. En ondersteunen de gekromde lijnen van de nurbs haar onweerstaanbare lichaamsbouw, of speelt ze ergens kiekeboe met haar zelf als gif-animatie. De beste toepassing van haar vinden we echter toch in de fotosoap. Want zodra ze zich eenmaal van het papier heeft afgetrokken is ze een historische verschijning en verliest haar artistieke betekenis aan actualiteit. Maar zolang dat niet het geval is blijft haar papieren bestaan van belang.

Hoe komt dat?

Misschien omdat ze juist in die papieren beperkingen haar ware kracht toont. Zolang ze op het Net haar potentiële beloftes nog niet heeft waargemaakt - gerealiseerd in een snelle en efficiënte beeld- en geluidsoverdracht - blijft de papieren Fingered & Sombrest het boegbeeld van het Web. In haar beperkte, maar effectief papieren bestaan als een opwindende filmster zet ze het onontwikkelde Net metaforisch in een filmnet om. Dankzij de vervreemding van Fingered & Sombrest kan het al zijn onvervulde beloften waarmaken en een gedoogbestaan leiden. In de almaar voortdurende euforie van het Net, met al die (on)verwachte wisselingen en omschakelingen, kunnen de dubbelzinnige mogelijkheden worden uitgebuit. Dit medium-zonder-verleden is dubbel- en veelzijdig, en heeft tijd genoeg om zich ooit eens een eigen identiteit aan te schaffen.

De spelers van deze fotosoap geven niks om een narratieve context, een bredere samenhang, ook al beseffen ze dat er ergens iets te begrijpen moet zijn, maar waar en hoe? Het zal hen een zorg zijn of ze uitsluitend in digitale beelden leven, dan wel als reproductie van echt menselijk leven gezien worden. De vraag of ze als gemanipuleerde wezens van een toekomstige orde werkelijk levende gestalten of een futuristische beeldvorming zijn, raakt hen niet. De tijdelijk narratieve context maakt ze in zekere zin eerder onzichtbaar dan dat ze opvallen. Ze zijn dan wel zichtbaar voor wie gewoon is narratief te denken, maar tegelijk zijn ze in zekere zin onzichtbaar voor veel andere manieren van kijken. Zij zijn van het Net gehaald en op sensitieve manier bij elkaar gebracht. Maar op het Net zijn ze een onder velen; op papier gedrukt belichamen ze de paradox dat wat op het Net zelf trash is, daarbuiten de meest opwindende state of the art ervan vertegenwoordigt. De spelers van La Cinca i.a. hebben nog even de tijd, hoewel de beperkte experimenten van hun omgeving wel heel snel aan het veranderen zijn.

De mathematische formule of het alchemistische als symbool?

Het aardige aan Fingered & Sombrest is dat ze in een beeld van schoonheid gepaard aan intelligentie, de artistieke mogelijkheden van het Net belichaamt. Buiten de voor de hand liggende techniek van het Net zelf, komt ze in de vervreemding op papier pas echt tot leven en toont ze de specifieke kunst die je Internet-kunst zou kunnen noemen. Het aardige van de supersnelle sfeer van het Net is dat zij niet alleen hoeft te blijven, en dat experimenten die aan haar gewaagd zijn snel gedaan kunnen worden. De clickable desktopbrowser staat open voor de ene na de andere metaforische toepassing. De search engine als de natuurlijke bewegwijzering van het Net is allang als gedichtenmachine ontdekt, maar wie kent de weg naar, bijvoorbeeld, de mathematische, chemische of alchemistische sferen? Wie ontwikkelt het alchemistisch kristal, de mathematische formule of het alchemistische als symbool voor het Net? Hoeveel allegorieën kun je nog meer bedenken? Hoe uitgebreid is die mogelijk barokke beeldengalerij hier, en hoeveel concurrentie kan ze verdragen?

Je hebt tijd nodig om het Net van zichzelf te vervreemden en zo zijn kwaliteiten beter onder ogen te krijgen. Leer het medium niet zichzelf te zijn, neem afstand van zijn huidige bespelers en gun daartoe het Net voorlopig een geïmproviseerd twee-dimensionaal bestaan in de metafoor en de allegorie. Zet hem naakt te kijken, neem hem van alle kanten onder ogen, en onttrek hem aan zichzelf en aan Microsoft en Bill Gates. Laat daartoe alle metaforen en allegorieën op hem los, zoals Beyer en Buxó doen. Fingered & Sombrest verslapt de houdgreep van de al even simpel effectieve, als beklagenswaardig gruwelijk eenzijdige klikcultuur. Haar verschuivende inzet zorgt als vanzelf voor een steeds afwisselender toepassing. Het jargon en de methodiek van de webbrowser kun je met een wat gedistingeerder terminologie afwisselen. Kennelijk zit de truc in het vervreemden van de toepassing. Juist in het vervreemden van een medium dat nog niet eens een eigen identiteit gevonden heeft, kun je hem als het ware bewust maken van zichzelf.

The proof of the pudding is in the eating.