Mediamatic Magazine Vol. 6#4 1 jan 1992

In Memoriam het Oor

Het oor was een overblijfsel uit prehistorische tijden

Het oor was een overblijfsel uit prehistorische tijden, zoiets als de rudimentaire botjes die, zwevend in de enorme vetmassa van de walvis, aantonen dat het dier ooit een heupgewricht heeft gehad. Hij heeft het niet meer nodig. Glijdend en wiegend in de serene stilte van de diepzee is de walvis zijn moeizame jeugd aan de wal ontgroeid.

Vergroot

In Memoriam het Oor -

Wij, mensen, verkeerden wat het oor betreft nog in een tussenfase: die van de walvis die al wel kon zwemmen, maar zich uit nostalgie nog steeds aan land hees. Wij legden nog altijd gewoontegetrouw onze hand achter de oorschelp wanneer we iets beter wilden horen, in plaats van met een simpele beweging het volume op te schroeven. We stopten nog steeds onze vingers in de oren, wanneer we stilte wilden, in plaats van op off te drukken. We ergerden ons aan burengerucht en geluidsoverlast, aan gorgelende riolen en knagende muizen achter het behang, aan nachtelijke dronkaards en we waren nog steeds bang voor de razende stilte van een windloze Friese zomernacht.

Het oor was een relikwie van voorbije tijden, zoals de onderdelen ervan symbolen zijn voor oude, obsolete ambachten en voor traagheid: hamer, aambeeld, stijgbeugel, slakkenhuis. Een prachtig mechaniek, dat we bewonderen zoals we oude horloges bewonderen, een beetje vertederd om zoveel nutteloos vernuft, waar nu een simpele chip volstaat.

Het oor was een krakkemikkige kristalontvanger, nauwelijks in staat om gewenste van ongewenste informatie te scheiden en daarbij een smeerpijp, die behalve trillingen ook de verontreinigingen uit de lucht filterde, een sluis die aan de ene kant bloot stond aan omgevingsgiften, zeepresten en vervuild badwater en aan de andere bedreigd werd door bacillen, slijmophopingen en hoestbuien. Het oor was een lege ruimte die er om smeekte gevuld te worden met geavanceerde audiotechnologie.

De ervaringen van slechthorenden, mensen die ooit met medelijden bejegend werden omdat ze niet elk geluid in zich opnamen dat op hen afkwam, hebben uiteindelijk een van de meest logische evoluties van het menselijk lichaam veroorzaakt sinds het verlies van de beharing. Allereerst bleek uit onderzoek dat een intelligente slechthorende zich in vrijwel elke situatie kan handhaven, ook al krijgt hij slechts 40 % van de normale auditieve informatie. In de meeste gesprekken kan hij met 20% toe zonder de indruk te wekken dat hij het niet meer volgt. Ten tweede was zijn gehoor met geringe technische middelen vergaand te verbeteren.

Vergroot

In Memoriam het Oor -

Het onderzoek naar het verschil tussen essentiële informatie en redundante, dat ook in de digitale opnametechniek zulke ingrijpende gevolgen heeft gehad, de wil om het gehoor even selectief en fijn-afstembaar te maken als een high-end wereldontvanger en steeds verder geperfectioneerde sub-microscopische technieken, deden de rest. Ze hebben het einde ingeluid van de aloude smidse met zijn hamer, aambeeld en stijgbeugel. Van de slijmerige slakkengang.

Lag het niet voor de hand om heel die delicate mechanica uit onze hoofden te slopen en te vervangen door een vroegtijdig ingeplant elektronisch mediacentrum? Via een eenvoudige chirurgische ingreep heeft het oor zich verder kunnen ontwikkelen als knooppunt van alle auditieve informatie- en communicatiekanalen en daarbij is eens en vooral afgerekend met de toeters en bellen waarmee het vroeger omringd was: de bizarre zwarte dozen, die elk interieur ontsierden en met hun kabelwebben stofnesten en doodsmakken veroorzaakten, de radio’s, cd-spelers, dats, versterkers, recorders, walkmans, de omvallende platenstapels, de ongelabelde cassettes, de krakende telefoons met hun verwarde snoeren en viezige hoorns, de antwoordapparaten die de belangrijkste boodschappen misten omdat hun bandje vol was, de wanstaltige kasten die naar alle richtingen geluid uitspuwden, de drie-weggers, de electrostaten, de subwoofers, heel die santenkraam van de audiolatrie is gerecycled tot twee onzichtbaar in het rotsbeen weggewerkte ontvangststations met directe aansluiting op de zenuwen die ooit het slakkenhuis omspoelden. En draadloos verbonden met naar believen uit te breiden audio-databanken en telecommunicatiecentra.

Geen beschaafd mens hoeft nog ooit vanuit de beslotenheid van zijn toilet struikelend naar de telefoon te hollen, niemand zal ooit meer op de vloer stampen om zijn benedenbuurman tot kalmte te manen, geen wereldburger zal waar dan ook verstoken zijn van zijn favoriete muziek, van direct oorcontact met zijn geliefden, van het laatste nieuws, van de vriendelijke waarschuwingen van zijn boordcomputer. En eindelijk, eindelijk, kan een mens zijn oren uitzetten!