Arjen Mulder 1 jan 1998

Hello, I must be going

Dit zijn de gedachten en overwegingen van Arjen Mulder, de succesrijke mediatheoreticus, die zich in de spiegel van William Burroughs' geschriften als schrijver herkent.

Niet alleen de Burroughs die, zoals Paul Bowles dat eens heeft beschreven, de teksten van de vloer opraapt en die als bij toeval achter elkaar publiceert, maar ook de Burroughs die op zijn beurt weer zijn voorbeeld vond in de Arabische geleerde en schrijver Hassan i Sabbah.
Mulder doet hier analoog aan diens indeling van de werkelijkheid in zeven cirkels, in zeven korte fragmenten verslag van zijn artistieke Werdegang. Dat is er een die tegen de achtergrond van de krakerscène van de jaren tachtig in Amsterdam gezien moet worden. Het beste kan deze tekst begrepen worden door wie eerst Mulders Het Twintigste-Eeuwse Lichaam leest, een essaybundel over het lichaam in onze eeuw. Een boek dat verplichte kost is, niet alleen voor de litteratuurliefhebber, maar voor iedereen die de druk van het fin de siècle voelt. In Het Twintigste-Eeuwse Lichaam combineert Mulder een streng hiërarchisch, Darwiniaans, biochemisch model (zijn wetenschappelijke achtergrond als bioloog zal daar alles mee te maken hebben) met een frivole mediatheorie die ons de wereld van de 21ste eeuw binnenleidt.  

1

We hebben een mensenleven met hier en daar verspreid een paar momenten die zinvol en nuttig zijn. Het verschil tussen een alledaagse moordenaar en een geheim agent is de externe opdrachtgever van de laatste. Hij heeft zijn vergunning om te doden van iemand anders dan zichzelf. En dat geldt voor alles: stelen, afluisteren, verleiden, informatie verstrekken. Zodra het deel is van een ander project dan je privé-bestaan of dat van vriend en vijand, ben je in de kring waarin je leeft een beambte van het geheim. Hoe komen we de overbodige jaren door, ons ouder wordende vlees van hot naar her zeulend? Door te weten dat je míjn agent bent, niet de portier, tuinman, winkelier, timmerman, apotheker of dokter die je lijkt te zijn. De fotograaf, zijn Europese Leica binnen handbereik, maakt in een rondreis van twee jaar drieëntachtig maal een foto waarvan hij later moet constateren dat er een andere werkelijkheid op is vastgelegd dan degene die reëel is in de kleine cirkel, de auto van zijn ziel, waarin hij zelf leeft. De mensen die hij op die foto's heeft vastgelegd, en de plekken, zijn deel van een groter project dan dat van hun allerindividueelste, allergeïsoleerdste bestaan: Amerikanen, dat zijn ze, de Amerikanen. Hij stapt zijn auto uit, de vrijheid in, en fotografeert, omdraaiend, zijn vrouw en twee kinderen die in de wagen zijn blijven zitten. Om het leven hier en daar verspreid zinvol te maken, moet een fotograaf de agent worden van een orde waarvan hij de instructies uitsluitend ten uitvoer kan brengen met zijn fototoestel. In de tijdzee tussen de beslissende momenten wacht hij, alert. Dan slaat hij toe. En rijdt door.

2

Het model van het geheim-agentschap levert Hassan i Sabbah, de Oude Man van de Berg. Na enige politieke nederlagen heeft hij zich verschanst in het Elbruzgebergte, in fort Alamout (het Adelaarsnest). Vandaar stuurt hij zijn leerling-Assassijnen de wereld in, na hen in zijn Tuin een nachtje zwarte hasj te hebben laten roken, als voorproef van het paradijs waarin ze binnen zullen gaan in geval ze op de juiste wijze aan hun einde komen. Liefde, hij predikt geen haat, hij laat zien dat liefde met de juiste middelen realiseerbaar is. De leerlingen krijgen een opdracht: sla niet eerder toe dan wanneer het signaal je bereikt. Je dient bij de aanslag, op een kalief, grootvizier of sultan, zo zichtbaar mogelijk te zijn. Een hoog mediabewustzijn, Hassan i Sabbah, in 1090. Soms kan het in een paar minuten gebeurd zijn. Andere gevallen vergen jaren. Soms gebeurt er niets. Dat is triest, maar er is altijd nuttig werk te doen. Als het wel gebeurt, weten ze het allebei. Je kunt het niet fingeren. Noch HiS noch de nieuw-ingewijde zouden het kunnen fingeren. Dat is het raadsel: waar, wanneer ontvangt de geheim agent van het geloof zijn instructies? In de Tuin? Ontdekt de ingewijde daar - op het moment dat hij leert liefhebben - wiens schaduw hij zal worden voor de rest van zijn leven, wiens dood? Of is de inwijding de gebeurtenis zelf, de moord? Is moord met voorbedachten rade de eerste stap in de hiërarchie van de waarheid, die Hassan i Sabbah gesticht had in zijn gebergteburcht en die zeven cirkels omvatte? Kun je de waarheid vinden, word je de waarheid waardig, enkel door een ander mens te doden? Is dat de prijs? De mogelijkheid dat je er zelf ook aangaat bij die gelegenheid is minder indrukwekkend. Door het plegen van de moord stijgen ze boven het lichaam en de fysieke dood uit. De agent doodt zijn eigen dood. Erna volgt de onsterfelijkheid waarvan de Tuin de voorsmaak gaf. Maar de waarheid? Wat in de zevende kring onthuld werd, is bekend. Niets is waar, alles is toegestaan. Dat God nooit bestaan heeft, werd duidelijk op het moment dat hij overleed. Tot dan ging het redelijk goed met hem, wist hij een planeet in zijn teken te plaatsen, te herinrichten. Dat de waarheid niet bestaat, is niet de meest interessante eigenschap ervan. Je kunt het ultieme inzicht niet fingeren, ook niet als niets waar is en zelfs fingeren is toegestaan. Moord is stap twee. Daarna volgen er nog vijf voor de waarheid jou niet meer nodig heeft en jij haar niet. Wat kun je niet fingeren, noch tegen jezelf, noch tegen Hem? De opdracht. Die vormt de waarheid van de eerste cirkel. De opdracht. Jouw opdracht. Jij daar. Jij. De moord - jouw macht over het leven van anderen - is de tweede waarheid. Stap drie is zelf zo doodgaan dat iemand anders het merkt. Je sterft. Daarna ontdek je waarheid nummer vier. De tussenstappen tot aan zeven zijn niet overgeleverd, kunnen dat vermoedelijk ook niet, te persoonlijk, te zeer alleen betrekking hebbend op jou en niemand anders. Leren liefhebben is een goede eerste stap. Moord een goede tweede. Doodgaan de juiste derde. Daarna ben je onsterfelijk, op weg naar een individueel brok eeuwigheid. Je leven heeft een doel. Ga door. Dat is de logica van het geheim-agentschap.

3

Zo word je schrijver. Je bemerkt op een dag, als je een doorsnee onrechtvaardigheid van een of andere leraar niet langer accepteert en heibel maakt, dat je er niet bij hoort, bij hun wereld, waartoe, merk je binnen een paar uur meestal, of binnen een paar weken, ook al je medescholieren horen, en ja, ook je ouders, broers, zussen, buren. Wat doe je hier? Hoe heb je op deze planeet kunnen uitstappen? Eilandgedachte, isolement, het is inderdaad eerder moord dan psychologie, je wordt door anderen afgewezen en jij wijst hen af, zoals ze daar over het schoolplein lopen, door studiezalen, kantoorgangen. Niet uit afkeer, maar omdat je elders bent. Je zit voor het raam en staart wat naar buiten. Je hoort hun stemmen rondom je, en in je hoofd die andere stemmen die ook nooit hun bek kunnen houden, een vol in blad gekomen kastanje begint te ruisen en dan, zolang je uit het raam staart blijft het zwijgen, in en om je, en in die afwezigheid van woorden die niet van jou zijn en die anderen gebruiken om zich in jou te handhaven, hoe eenzaam en geïsoleerd je jezelf dacht te hebben gemaakt, komt, in de vorm van stilte, jouw opdracht door. Vanaf dan heb je een richting, al ben je nog geen schrijver. Je oeuvre kan al wel gestadig groeien nu, maar het kan ook nog jaren kosten voor je ontdekt welke van de in de taal aanwezige oude of nieuwe media jij moet gebruiken of ontwikkelen om jouw slag te slaan, en dan nog. Op een zondag sta je naar een weg te staren die je vaag aan je kindertijd herinnert. Er zijn bomen meer of minder, maar het ruist, dat was het, er stond een bank waarop je een avond gedichten lezend begreep dat het ook in jouw moedertaal kan, het wonder, niet literair maar literatuur, een zwaluw trok een lijn in het blauwdonkere water, in de koeienwarmte vloog een vleermuis door een gat de hemel in. Stilte opnieuw, stemloosheid. Een mens, uit de woorden gestapt. En al heb je in je boekenkast de sporen verzameld die je in talen en tijdperken aantrof van jouw planeet, en heb je zelf al geschreven, geprobeerd, hier gaan die boeken over, zelfs als er nooit iets op papier was gezet, waar dan ook, of gezongen. Je opdracht klinkt voor de tweede maal. Vanaf dan ben je schrijver. Je kunt je haar knippen en verven, naar een andere stad verhuizen, je baan opzeggen: maatschappelijke vormgeving van je metamorfose tot waar verlangen of veinzen geen vat meer op heeft. Literatuur wordt gemaakt door wie niet van de wereld zijn, als uitleg aan wie dat evenmin zijn maar het nog niet weten, hoe de wereld is. Het is geen kwestie van willen, kunnen, doen, geen zaak van talent, doorzettingsvermogen, steun. Dan zou iedereen schrijver zijn. Waar de taal verstomt, weerklinkt de opdracht. Waar de taal nogmaals sterft, klinkt het signaal. Je weet wat je doen moet. Je bent aanwezig in het enige universum waarin je aanwezig kunt zijn, waartoe je anderen kunt toelaten, en waarin je buiten blijft, hier. Ook als dat universum van jou op zijn beurt gedaanteveranderingen doorloopt, of vermijdt. De opdracht is niet, houd het hier uit. Niet, heb het hier prettig. Als wat je schrijft alleen in een boek bestaat, is het niet echt. Heb niets te zeggen. Ik doe het woord.

4

Het thema van de subjectieve organisatie. Terugkerend in de stad wist ik dat jaar dat het niet nodig zou zijn te gaan rondvragen, cafés te bezoeken, kennissen of vrienden te zien - ik had nog vrienden in die tijd. Ik zou worden gebeld. Ik vatte mijn quasi-studie op, het was zomer, het park vol onbekenden, ik zat de lange avonden op een bank aan het rozenplantsoen, tussen vallende wanhoop en uitbrekend geluk, dit was ik niet, dit was mijn beeld voor de normaliteit, zo herkenbaar dat je hem niet hoeft te zien of hoeft te herinneren, mocht je hem zien. Het duurde twee, drie weken. Ik bleek een relatie te hebben, bleef bij haar slapen een enkele keer, ze kwam op een avond haar nieuwe schoenen showen, ik vroeg me soms af waarom ik een meisje had als binnenkort... en ja, toen gebeurde het. Maandag half acht in de Molly. Vergaderen, rolverdeling, scenario-rel. Een paar dagen later zat ik, een stevige sigaar rokend, op een treinbrug boven een grote weg te wachten tot de politiebussen kwamen opdagen. Dan zouden we ons arsenaal rookbommen tot ontbranding brengen en omlaag keilen. Gebeurde niet. Plannen gewijzigd. Ik fietste naar de plek des onheils. Ik was te laat, de veldslag had al ingezet. Ik stond hand in hand met mijn verschrikte buurmeisje, dat ik in de massa toeschouwers had ontdekt, keek hoe de motorbrigade charges uitvoerde voor het te ontruimen pand, wond me op, hield het voor gezien. Achter ons vonden straatarrestaties plaats, spectaculair gezicht. Op weg naar huis werd mijn aandacht getrokken door een rijtje agenten op een straathoek. Wat gebeurt hier? Meubilair werd van twee hoog een bak in gesmeten, huilende bewoners stonden rondom me. Geen hulp te bekennen. Komen er nog meer ontruimingen vandaag? Er kwam iemand aansnellen. De Keyzer, ze gaan de Keyzer ontruimen. En dat was het teken waarop we al maanden hadden gewacht. Al die andere ontruimingen waren afleiding geweest. Dit was het. We holden de gracht over naar het pand aan de Keizersgracht. Daar stonden de helden ons op te wachten. We trokken straatstenen los, bouwden barricades. En ik wist, vanavond vecht ik me dood. Ik liep de gracht langs, ontheemd, gesloten gezichten, ik zocht mijn contact. Wij allen gingen onze dood tegemoet. Ik klom een berg bouwmateriaal over, greep een fiets, scheurde naar een kraakpand verderop. Kan ik even bellen? Hallo? Het gaat hier gebeuren. En zij: Wordt het weer rellen, leuk, kom je later nog langs? Eh, ja. Ik fietste terug. Klom weer tot achter de barricades. Daar was een discussie gaande. Een groep had met de politie een compromis gesloten, geen ontruimingen meer, de barricades verwijderen we zelf. Deze groep verweet nu de helden dat ze ons hadden willen verleiden ons allemaal kapot te vechten. En zij konden zich niet verweren. Ze hadden ons de kans geboden ons leven te geven. Maar hun organisatie had gefaald. Het signaal had om niet, te vroeg geklonken. De mythologie stortte in. Vanaf dat moment, en ik wist het toen ik naar mijn meisje fietste in het invallende duister, was ik geen afbeelding meer van een normaliteit, ik was het. Niet langer stonden we in dienst van de tegenorde, we waren krakers voortaan, inclusief de accessoires, de routines, de dagelijkse beslommeringen die dat met zich meebracht. Hoe ruig het later nog toe zou gaan, met alle foto's en televisiebeelden van dien, er waren geen helden meer. Als je aanvaardt dat alleen deze wereld bestaat, word je sociaal, functionerend. De waarheid is wat ontkent dat de mens een sociaal wezen is. Ik zag me verplicht mijn dood elders te zoeken. Ik lees veel. I still care.

5

De volmaakte geheim agent. Wat gelooft hij, wat bezielt hem? De geheim agent zal nooit voor zijn geloof uitkomen en het in voorkomende gevallen glashard ontkennen, maar er blind naar handelen als de omstandigheden dat vragen. Alles is toegestaan waarvoor je niet wordt gepakt. Ook dubbelspion zijn, je opdrachtgever, je 'organisatie' verraden. Hij is, zolang hij geheim agent blijft, ontkomen aan de ketenen van de wet, ketter pur sang. Voor de ene opdracht een oecumenisch christen, voor de volgende een onverbiddelijk nihilist, een delirerend mysticus, leeghoofdig boeddhist. Religies, ideologieën, ze bieden de middelen om al degenen die wel in de werkelijkheid geloven, te gebruiken voor eigen doeleinden. Niet bij cynisme, alleen bij hypocriete theorie voelt de geheim agent zich op zijn gemak. Hij kan zich in elk levensbeschouwelijk of spiritueel vaarwater begeven zonder angst of hoop te verdrinken, want zijn opdracht blijft helder. Hij heeft een stabiel metastandpunt, de ruimte om een stap terug te doen, nodig om te kunnen richten, te vuren. Hij heeft altijd een ticket op zak naar een volgend universum. De geheim agent haat niemand, hij heeft geen tegenstanders. Hij moet het veld waarin hij opereert begrijpen om er onopvallend maar effectief in te kunnen toeslaan. Daarom moet hij van alles houden wat hij tegenkomt - zonder de kleine irritaties en afkeren te onderdrukken die zo'n liefde authentiek maken. Mensen, voorwerpen, gewoonten, curieuze gebruiken, alles kan op zijn niet al te opvallende aandacht, respect, goedmoedigheid rekenen. Geheim agenten herkennen elkaar in openbare ruimten met dezelfde onfeilbaarheid als waarmee junkies elkaar op straat in de smiezen krijgen. Wat beiden gemeen hebben is hun zekerheid dat alle anderen onecht zijn, alleen zijzelf bestaan. De volmaakte geheim agent is zijn enige waarheid. De waarheid van zijn opdrachtgevers is controleerbaar door meerdere, onafhankelijk opererende waarnemers of waarnemingsapparaten. Die gaat de geheim agent persoonlijk niets aan. Om een medium te zijn voor de (geheime) boodschappen van derden, dient hijzelf soeverein te blijven. Zijn privé-project omvat meer dan de cirkel van ideologische en militaire confrontaties waarbinnen hij zijn salaris verdient. Alleen de uitzonderingstoestand is een veilige thuishaven.

6

Waar precies is niets waar en is alles toegestaan? Ik zou maar één plek weten: de toekomst. In het verleden is alles waar en mag niets meer, in de zin van: vastliggend en onveranderbaar. Alleen misverstanden en flagrante leugens kunnen de wereld uit worden geholpen door historisch geïnteresseerden. Het heden is de locatie waar die misverstanden enzovoorts ontstaan. Omtrent de toekomst bestaat geen onduidelijkheid, is geen verdraaiing mogelijk, kan niets worden verdonkeremaand of weggewerkt. Waar niets waar is, is niets gelogen. Waar niets gebeurd is, niets gebeurt, is alles toegestaan. Peter Lamborn Wilsons stelling dat de waarheid van Hassan i Sabbah's zevende cirkel - die hij `Qiyamat' noemt - inhoudt dat men daar is reborn into the present, into presence, kan niet anders dan een vergissing zijn, karakteristiek voor een twintigste-eeuwer, die niet verder kan kijken dan z'n neus lang was. Ook zijn bewering dat Qiyamat betekent that man is already free, whatever his brain may tell him, and no matter how many times he forgets is te herleiden tot een specifieke cirkel van misverstanden: dat van de Amerikanen met hun penetrante pretentie dat vrijheid en alleen vrijheid aan de basis ligt van alles wat functioneert, van markt tot mystiek. De voorproef van het paradijs, met een hasjpijp in de achtertuin van je ik, is niet hetzelfde als het paradijs. Er ontbreekt één factor aan. Vergeet niet dat je, om Hassan i Sabbah's Qiyamat deelachtig te worden, een moord moet plegen. Ga je akkoord met gij zult niet doden, dan is deze waarheid niet voor jou weggelegd. De vraag is niet: wie moet je vermoorden, maar wanneer, wanneer? Leef zo alsof je elk moment gereed bent een medemens een dolk in het hart te boren, mocht het signaal doorkomen. Erken jezelf als moordenaar. Herken het moment waarop je een moord pleegt. Leef zo alsof je elk moment gegrepen kunt worden, gestenigd, gevierendeeld, in stukken gezaagd, jij, koningsmoordenaar, voor het oog van een ander, bijvoorbeeld degene die je gedood hebt. Erken het wanneer je sterft. Leef dan alsof je al dood bent. De dood is een slapen, slapen gerust, een wachten op u, een wachten. Alertheid. Herken daarna je herrijzenis. De deur gaat open. Niet naar een heden, niet naar een vrijheid, niet naar een of andere aanwezigheid. Geen beweging en geen stilstand. Geen zijn, geen worden. Je stapt de drempel over. Welkom. Je hebt nergens recht op, niet op een advocaat, niet op leven of dood. Voortaan is het jij alleen. Ze hebben je in de steek gelaten. Je bent erin gestonken. Genadeloos.

7

Het denken van de geheim agent. Bij wijze van naschrift. Ik vond dit citaat bij Anna Kavan: Only the others, the heroes, know how to give. Out of their great generosity they gave me the truth, paid me the compliment of not lying to me. Not one of them ever told me that life was worth living.