Mediamatic Magazine Vol. 8#2/3 Dietmar Dath 1 jan 1995

Distinction Renouncing Movement AmbiEntity versus IdEntity

Het sociale (niet het 'culturele') verschil tussen de 'conditie van kamermuziek' en de 'conditie van muzak' zal in de komende jaren steeds belangrijker worden.

Vergroot

Distinction Renouncing Movement Ambient Entity versus Identity -

Wanneer je je ertoe zet 'kennis' te vergaren over onze maatschappij en haar alomtegenwoordige tekeneconomie, kom je meestal al snel een of andere goochemerd tegen die vraagt: hoe kun je nu conclusies trekken over tekenruimtenterwijl je je daar doorheen beweegt? Je dient je observaties 'buiten' de sferen te kunnen legitimeren door het precieze punt aan te geven waar je een uitgang vond waardoor je naar buiten kon gaan om 'boven' de drieëenheid van visuele ruimte, akoestische ruimte en tactiele ruimte (= de maatschappij) 'uit te rijzen'. Dit goddelijke gezichtspunt, waartoe niemand ooit werkelijk heeft weten op te stijgen, is momenteel een stortplaats geworden voor alles wat niet-gewenst is. Mensen beginnen zich er meer en meer 'helemaal uit' te voelen en zich dienovereenkomstig te gedragen, met name in maatschappijen die een zelfbeeld hebben met een hoge resolutie en met duidelijke definities over wat 'binnen' en 'buiten' betekent. Niet lang geleden schreef de Duitse schrijver Rainald Goetz dat het niet waar is dat er geen plek buiten is waar kritiek een dagelijkse praktijk is: die plek heet jeugd. Als dit nog steeds waar is, zullen de protagonisten van de jeugdcultuur eraan moeten wennen dat het daar buiten binnenkort erg druk gaat worden, want ellende is dol op gezelschap. Dit essay omschrijft een bepaalde praktijk, of eerder een aantal praktijken, dat al te vinden is in de bevoorrechte onzekerheidszone die gelegen is in de nog niet afgepaalde ruimte die zijn medium zowel deelt met het binnen als het buiten, praktijken die ik samenbreng onder de term 'Ambiënte Entititeit' (= omgevingsentiteit) ofwel AmbiEntiteit. Een AmbiEntiteit is niet iets dat iemand trots zijn of haar bezit kan noemen: alleen waarnemers kunnen beslissen of een bepaalde ruimte bewoond wordt door een AmbiEntiteit. Laten we de middelen verschaffen om die beslissing te kunnen maken en uitleggen waarom die nodig is.

Home - Living Room

Het eerste onderscheid dat ik moet introduceren is het symmetrische en polaire verschil tussen 'Home' (thuis) en 'Living Room' (huiskamer). Een huiskamer bestaat 'echt' (empirisch), thuis niet (is speculatief). (Vermoedelijk bestond thuis ooit wel echt in het verre verleden, maar dat was vóór de popcultuur.) Thuis is het 'oorsprongsverhaal' dat geconstrueerd is als achteruit wijzende wegwijzer in de visuele, akoestische en zelfs tactiele ruimte. Home is gemaakt om vandaan te komen (zoals Lee Marvin zong, die zelf geboren was onder een zwervende ster). Een Living Room is een 'levende kamer', een kamer die gedecoreerd en gefunctionaliseerd is om het heden onsterfelijk te maken en eisen ('verledens') op afstand te houden, en daarbij de bewoners te beschermen tegen de dingen waar je 's nachts zoal op kunt stoten. Als een Living Room wordt verward met een Home, slaat de tragedie toe. Wat je dan krijgt heet gevangenis. Gevangenissen en sanatoria zitten weliswaar vol mensen, maar maken een lege indruk in de jaren negentig: misschien alleen aantrekkelijk voor wie compleet gedemoraliseerd is geraakt. Thuis is het verleden, terwijl een huiskamer 'geschiedenis' zou kunnen zijn. De geschiedenis is maatschappelijk bepaald en kan omschreven worden als een tunnel waardoor je de optische gewaarwording kunt traceren dat je 'hier' bent. Het verleden is echter niet maatschappelijk, maar ontologisch bepaald en heeft geen tunnelfunctie omdat het, alleen al op basis van zijn definitie, iets is dat alleen kan worden 'bevestigd' of 'verworpen', net als een veroordeling tot gevangenisstraf.

Een AmbiEntiteit maakt 'progressief' gebruik van de Living Room doordat ze deze niet verwart met thuis. In plaats daarvan besluipt ze deze kamers (die rondbewegen in een overigens langzaam de-mobiliserende maatschappij) zoals een jager zijn of haar prooi besluipt. Als een Living Room wordt gevangen door een AmbiEntiteit, laat de kamer daarbij soms het leven.

De belangrijkste motivatie waarom de AmbiEntiteit op Living Rooms jaagt, is teleurstelling over de popcultuur: op een bepaald punt in Minkovski's ruimtetijd heeft de AmbiEntiteit vermoedelijk 'ondergronds willen gaan', maar de flats in de buurt van de ondergrondse waren te duur geworden. Er moest een nieuwe ruimte, onder de oude ondergrondse, worden gevonden en veroverd. Voor sommige mensen was dit cyberspace. Voor anderen waren het Living Rooms. Op zoek naar de Living Room gebruikt de AmbiEntiteit een waarnemingswijze die afhankelijk is van één enkel, versterkt zintuig: het gehoor. AmbiEntiteiten houden van geluiden. Het waren ook geluiden die hen ertoe aanzetten op zoek te gaan naar een ander leven, dat verschilde van het leven dat werd uitgedragen door (echte of imaginaire) 'autoriteiten'. De pop-kater leidt niet tot wanhoop, maar eerder tot verlichting: de vroegere verwachtingen waren nooit 'fout', ze zijn alleen niet uitgekomen, en nu is het tijd om verder te gaan. Zoals de Duitse popcriticus, liquide socioloog en holeopathisch SubGenius Diedrich Diederichsen het uitdrukte (in Spiegel Spezial: Pop und Politik, 1994): Popmuziek gaat over sociale beweging en mobiliteit en kent daarbij hoofdzakelijk één richting: van de totaal geïndividualiseerde staat en de uitsluiting van het individuele (of het nu om politieke, 'raciale' of economische redenen is, het eindresultaat is dat je alleen bent, je een vreemde voelt en merkwaardig gedrag vertoont) naar de utopische insluiting van iedereen (bevrijding, revolutie, eenheid, communicatie). Pop zei hallo, terwijl jij alleen vaarwel zei - en pop was vaak zo dom dat ze niet eens begreep waarom je tabee zei - ze bleef hallo zeggen. Daarom luistert de AmbiEntiteit zo graag naar 'gettomuziek' (zoals rapper KRS-1 het noemde op zijn plaat Ghetto Music - the Blueprint of HipHop). Pop had nooit de pretentie een nieuwe maatschappij werkelijkheid te laten worden, maar ging in plaats daarvan over onwaarschijnlijkheden en maakte de oude maatschappij onwerkelijk. De beroemde folkzanger en veroordeelde misdadiger Charles Manson eiste vroeger: houd op met bestaan! Maar dat is niet de manier om een AmbiEntiteit te worden, en Manson zit in de gevangenis en kan ons geen advies geven. De Living Room biedt onderdak aan opties:// het is noodzakelijk dat je hem altijd zou kunnen verlaten, maar er nooit toe komt om dat ook echt te doen. Als je blijft omdat je domweg niet kunt// weggaan, sterft de Living Room af.

Vergroot

Distinction Renouncing Movement Ambient Entity versus Identity -

Herhaling en Verschil

Een tamelijk onbekend iemand met de naam Charles H. Duell kan worden beschouwd als een van de belangrijkste voorlopers van de AmbiEntiteit. Hij was rond de eeuwwisseling hoofdambtenaar van het Amerikaanse patentbureau. In 1899 verzocht hij president William McKinley om het patentbureau op te heffen en niet langer patenten uit te reiken aan uitvinders omdat, zoals Duell briljant beargumenteerde: alles dat kan worden uitgevonden ook al is uitgevonden. Het enige dat nog ontbrak aan het uiterst werkbare wereldbeeld van Duell om hem een volledige en echte AmbiEntiteit te maken, was het subtiele inzicht in het dicht verstrengelde spel tussen verschil en herhaling, dat 15-jarige technokids in onze tijd hebben weten te verwerven. Helderheid verduisterde Duells inzicht. Hij had gelijk: alles wat de moeite waard was om uit te vinden, was al uitgevonden, maar er waren ook nog manieren om de apparatuur verkeerd te gebruiken en die moesten nog worden uitgeplozen.

In een artikel in het Duitse semi-professionele technofanzine Raveline (#4/1994) beschrijft een jonge dandy met de naam Marcel Feige de listen en lagen van het buitensporige geluk dat kids in 1994 te verduren hebben, onder omstandigheden die al door Duell werden voorzien - ze moeten opgroeien met de gedachte dat alles al gebeurd is (Gina Arnold, Route 666 - The Road to Nirvana). Feige: Naar de stad met mijn broer. In de auto doe ik Westbams Mix Tape die ik voor 50 mark heb gekocht in de cassetterecorder. Ik ben trots dat ik de tape heb, maar, shit: vijf minuten later vraagt mijn broer: Is dit al een nieuw nummer of nog steeds hetzelfde? Ik gooi de barbaar de auto uit en stap zelf uit bij de plaatselijke platenwinkel. (...) Uiteindelijk lig ik zaterdag om een uur of zeven 's avonds in de badkuip en was ik het opgedroogde zweet van de party van gisternacht van me af om me klaar te maken voor de Rave van komende nacht. Ik kan niet naar muziek luisteren in de badkamer. Ik herinner me nog de woeste blik van mijn moeder toen ik eens het volume van de stereo in onze huiskamer omhoogdraaide om elke laatste 303-Sequence van ForceMassMotion in de badkamer te kunnen horen. Moet me haasten. (...) Ik zak omlaag het water in en het water komt in mijn oren, mijn mond maakt een stille O en ik pomp mijn adem met korte onderbrekingen uit mijn longen. Een mega-baslijn komt opzetten in mijn schuilplaats. Ik kan de hele avond zo doorbrengen. Ik heb alleen een cassetterecorder nodig om nu een perfecte demo te zingen. De houding die de jonge Marcel hier beschrijft is misschien niet de meest geavanceerde manier om houvast te krijgen, maar het helpt je wel de nacht door. Het is tamelijk a-historisch en toch niet existentialistisch. De sleutelzin is die waarin de broer wordt gehekeld omdat hij niet het belang begrijpt van een muziek waarvan 'alle nummers hetzelfde klinken'. De eerder genoemde Diederichsen beweerde eens dat werkelijk nieuwe muziek gemakkelijk te herkennen is doordat er geen enkele variatie in lijkt te zitten. Het idee is dat je in de verte een enorme hardnekkigheid bespeurt: herhaling en verschil tegen elkaar uitgespeeld. Voor een goede inleiding op de vraag hoe gemarginaliseerde culturele praktijken werken met herhalingspatronen, zie James A. Sneads 'Repetition as a Figure in Black Culture' in Ferguson/Gever/Minh-ha/West: Out There: Marginalization and Contemporary Cultures (Cambridge, MA:MIT Press, 1990).

De stedelijke tekno- en hiphopkids leven in eenzelfde situatie als Jeffty - Jeffty was de hoofdpersoon in een kort verhaal uit 1977 van de Amerikaanse schrijver van speculatieve fictie Harlan Ellison, getiteld 'Jeffty is Five'. De kleine Jeffty was gezegend - of gestraft - met het vermogen om zijn leven lang vijf jaar oud te blijven. Hij kon naar nieuwe afleveringen van oude, vergeten radioprogramma's luisteren op zijn oude radio, al bestonden die programma's niet langer en waren de nieuwe afleveringen nooit gemaakt. Als je verplicht bent op te groeien in de wetenschap dat alles al eens gebeurd is, word je in zekere zin 'Jeffty'. Ellison schreef: Hume ontkende het bestaan van een absolute ruimte, waarin elk voorwerp zijn plaats heeft. Borges ontkende het bestaan van één enkele tijd, waarin alle gebeurtenissen met elkaar zijn verbonden. Jeffty ontving radioprogramma's van een plaats die volgens de logica niet kon bestaan in het natuurlijke schema van het ruimtetijd-universum zoals Einstein dat geconcipieerd heeft. Maar dat was nog niet alles. Hij ontving voordelige aanbiedingen van verzendhuizen die door niemand werden vervaardigd. Hij las stripverhalen die dertig jaar eerder ter ziele waren gegaan. Hij zag films met acteurs die al twintig jaar dood waren. Hij was het ontvangststation van al het nimmer eindigende vermaak en vertier uit het verleden, dat de wereld in de tussentijd had laten vallen. (H. Ellison: 'Jeffty is Five', in The Essential Ellison, Beverly Hills, Morpheus International, 1991, blz. 805). Jeffty's neef, de AmbiEntiteit, beweegt helemaal niet. De authentieke, zuivere beweging van A naar B zou de Living Room alleen verstoren en interfereren met de zelfvermenigvuldiging, de zelfhandhaving en het zelfbehoud van de Living Room.

Vergroot

Distinction Renouncing Movement Ambient Entity versus Identity -

Circulaire Beweging


Zowel biologen van de Maturana/Varela-school als geavanceerde sociologen uit de Niklas Luhmann-branche noemen deze processen autopoeisis, al gaat het hierbij niet om simplistische analogieën tussen organismen en sociale systemen. Hoe kan een waarnemer de AmbiEntiteit onderscheiden van de Living Room als de AmbiEntiteit geen bewegingen maakt die dit onderscheid mogelijk zouden maken? De AmbiEntiteit vindt een passend substituut voor beweging, namelijk de 'beweging die rust': de circulaire beweging. De energiebron van de circulaire beweging is een enorme voorraad van zowel expres als per ongeluk geproduceerde arbitraire geluiden aan de gerafelde randen van de popmuziek.

Voordat er BPM-cijfers bestonden (beats per minute), stond op platenhoezen en -labels het aantal RPM aangegeven (revolutions per minute), en het dubbele hart van een cassette draaide rond en rond om de muziek van A naar B en terug (!) te transporteren. Zelfs een CD 'roteert'. Er zijn twee soorten schitterende circulaire schijnbewegingen. De ene is om je eigen as draaien, de andere gaat de orbit in en draait dan mee met een aardbol. Beide typen vormen diepe onderstromen in de westerse popcultuur en duiken sinds 1950 regelmatig op in de muziek.

1. Het principe van het om je eigen as draaien is te vinden in de hi-energy discomuziek uit midden jaren tachtig (You spin me right round baby right round / like a record baby round round round round, een mooie song van Dead or Alive), maar ook op kosmische schaal, waar teleschizomatische fuzzrock-ecosystemen roteren en draaien in een tijdloze en dwaze hippie-wijsheid (To everything / turn turn turn / there is a season / turn turn turn...) Dit autorotatie-principe nodigt uit tot introspectieve benaderingen en navelstaarderij - de intellectuele format is vermoedelijk de verstrooidheid. Als het autorotatieprincipe wordt gecombineerd met agressie, sociaal-geïnduceerde angst en spanning, wordt het paranoïde: de roterende 'identiteit' (een entiteit die onder invloed staat van wat Freud het 'Id' noemde: een Id-Entiteit) kijkt uit naar een richting waarin haat en angst kunnen worden losgelaten op wie schuldig zijn. Dit fenomeen kan worden bestudeerd aan de hand van het podiumoptreden van W. Axl Rose, zanger van Guns 'n Roses. Op het podium gedraagt hij zich regelmatig als iemand die amok meent te moeten lopen onder de gewone burgers: hij houdt zijn microfoonstandaard in een hoek van 90 graden van zijn lichaam af, waardoor die een as wordt voor een vernietigingswapen, waarbij hij gelijktijdig zingt: I don't need your civil war. Dit is geen pacifistische uitspraak. Hij zegt niet dat burgeroorlogen fout zijn, hij zegt alleen dat jullie ze voor jezelf kunt bewaren.

W. Axl Rose, die al doende wellicht meer een 'leider van de vrije wereld' is dan Clinton ooit zal worden, sprak onlangs over zijn morbide fascinatie voor het lot van de eeuwige gevangene Charles Manson, een fascinatie die sterk verschilt van de merkwaardige solidariteit waarmee er altijd over Manson werd gesproken door legendarische Amerikaanse punkrockers als Henry Rollins (vroegere zanger van Black Flag, nu een succesvol solo-artiest). Het podiumoptreden van Henry Rollins is exact tegengesteld aan dat van Axl Rose. Het is daarom niet noodzakelijkerwijs 'beter', maar wel zo verschillend dat het de situatie als geheel verduidelijkt. Rollins' gespierde lichaam, van top tot teen onder de tatoeages met de onderscheidingstekens van de underground (dingen als Mansons 'Creepy Crawl'-symbool en het logo van Black Flag, een van de belangrijkste Amerikaanse punkbands uit begin jaren tachtig, tussen de Dead Kennedys en Minutemen), kronkelt heen en weer, en wordt in zijn eentje een burgeroorlog. Soms ziet het er niet eens echt uit en dat is het dan ook niet - in 1994 verklaarde Rollins dat hij een `leugenaar' is en wee degene die beweert hem te begrijpen of zich met hem te identificeren. Terwijl Rose met zijn microfoonstandaard uithaalt naar onzichtbare demonen (dat wil zeggen: de zielige, opeengepakte massa's van deze planeet), lijkt Rollins van alle kanten onzichtbare klappen te krijgen, maar elk pak slaag dat hem van nergens wordt toegediend, maakt hem alleen maar sterker, als een ware 21ste-eeuwse Nietzscheaanse autorotatie-transcendentalist, die bovendien reeds de songteksten heeft uitgedacht die bij het optreden horen: I've been followed around again, around and around again (...) feeling like a lonely man choking on a telephone line / tryin' so hard but I still can't lose my mind. De zware last van de blanke. Dit is het punt waar de paranoia van de Rock - het idee dat er daarbuiten burgeroorlogen worden gevoerd, alleen om het mij moeilijk te maken om op te groeien - omslaat in uiterst geladen informatie en de zwaartekracht verslaat om weg te zeilen naar de sterren, wat ons bij de orbitale beweging brengt.

2. Dit tweede type circulaire beweging werd als bekend het eerst in beeld gebracht in de laatste twintig minuten van Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey. Dit slot correspondeert prachtig met het autoroterende interieur dat eerder in de film te zien is in de befaamde 'joggen op het plafond'-scène. Kubrick overwoog zelfs om de benodigde Minkowski-ruimte expliciet te noemen, de ruimte waarin beide circulaire bewegingen - de spoel c.q. autorotatie en de orbitale rotatie - kunnen plaatsvinden. Kubrick visualiseerde de Living Room door ons een nette Louis XVI-slaapkamer te laten zien, badend in wit licht. De passende muzikale beschrijving van de orbitale beweging werd gemaakt door de Beatles in Lucy in the Sky with Diamonds. De orbitale ervaring is in ontelbare popsongs gecodeerd vastgelegd, van het Beach Boys-nummer Round round get around I get around tot Van Halens Here we go around round / run run runaround. Als Guns 'n Roses een 'rampenscenario' van het autorotatiemodel vertegenwoordigt, kun je gerust stellen dat Mike Oldfield, sommige nummers van Ace of Base en bijna al het muzakwerk van Brian Eno de laagste gemene deler vertegenwoordigen waartoe de 'orbitale' benadering kan zinken.

De zeldzame en verwarrende epifanische momenten waarop de twee rotatieschema's één worden, hetgeen een synergistische waarneming mogelijk maakt, blijven hoopgevend voor de dingen die nog komen - luister bijvoorbeeld naar Chuck Berry's Round and Round, of de betere ambient/trance tekno. Wat gebeurt er als een 'blanke' die in Europa woont, of iemand die is geboren en getogen in Tokio, de rapgroep Gang Starr hoort verkondigen dat: Brooklyn, New York, is the best... the place where we dwell? De luisteraars kennen Brooklyn niet uit eigen ervaring, maar goed, naar muziek luisteren is zelf een eigen ervaring. En je hebt natuurlijk ook de viszerale Erschütterungen (Diedrich Diederichsen). Deze sonische nerveuze identiteitsschokken spiraliseren de luisteraars uit hun synchroniteit met hun vermeende omgeving. Aanpassingsgevaar! Uw sociale RPM-index a.u.b.! De luisteraar is de 'inhoud', terwijl deze inhoud iets wordt dat de luisteraar nooit had mogen zijn. Het moment van de zwaartekracht: rotatie versus rotatie creëert aantrekking.

Vergroot

Distinction Renouncing Movement Ambient Entity versus Identity -

Tijd

 
Zo wordt er regelmatig nieuwsgierigheid gewekt op plekken waar ze de status quo verstoort. Zestienjarigen uit Berlijn willen de oorzaak weten van de rellen in Los Angeles. Housemuziek uit Detroit wordt een ervaring voor jonge homo's in Hamburg. En deze maakt hen de onwaarschijnlijkheid van communicatie (Luhmann) duidelijk. Als je er verslaafd aan raakt, zou er een aantal schroeven in een aantal hoofden net iets te strak kunnen worden aangedraaid. Je wordt een beetje duizelig van al dat rondtollen, rondcirkelen en rond de aarde draaien. And I could tell them No / or I could let it go / but I would rather be hanging on... (Aerosmith, Living on the Edge). De videoclip van Aerosmith bij hun nummer Amazing laat een meerlagig spel zien dat bestaat uit interactief/VR-verstoppertje spelen in combinatie met een tunnel-of-love-perspectief, waarin de band nou niet bepaald zo sterk geïntegreerd is als ze zelf moet hebben gewild: je weet nooit precies waar zijzelf zijn, maar tegen het eind van de clip krijg je even iets te zien waardoor je daarover op z'n minst een goeie gok kunt wagen, of nee, dat is niet waar, je krijgt niet iets te zien, maar eerder te horen: uit radioruis die als het gesis van kwallen in open vuur klinkt, spreekt Steven Tylers charismatische, whisky-doortrokken stem (waarmee hij wereldwijd een tienerpubliek achter zich heeft weten te krijgen) zich uit voor AmbiEntiteitsoptimisme: So, from all of us in Aerosmith to all of you out there, wherever you are, remember: the light at the end of the tunnel... may be you. Dit mag naïef klinken, het is in ieder geval niet cynisch. Wat zou je anders kunnen verwachten van een band die al tijden bezig is en zich nu op charmante, zij het licht verwarde wijze verantwoordelijk voelt voor de hele moderne mediawereld in de kinderkamer, zoals blijkt uit hun happigheid om nieuwe media te gebruiken: op 27 juni 1994 ging de band online via CompuServe met hun nummer Head First, nog voor het nummer op radio of MTV was geweest. Ingelogde kids konden het nummer al 'vooraf' te pakken krijgen. Op Yo! MTV Raps legde in de zomer van 1994 gastheer Fab Five Freddy aan de brothers 'n sisters everywhere uit wat e-mail was en hoe je het kon gebruiken, en hij liet de kijkers zien wat voor post hij net had ontvangen op een computerscherm. Hij verklaarde dat het doel ervan was to spread the knowledge so that anyone who still doesn't know what time it is now knows what time it is.

Traditioneel was het altijd de taak van de academici om ons te vertellen 'what time it is'. Temidden van de grote denkers die er altijd attent op zijn geweest deze vermoeide planeet te verlaten en het raadsel te aanschouwen vanuit de interstellaire ruimte, is de Duitse socioloog Niklas Luhmann, schrijver van Soziale Systeme: Grundriß einer allgemeinen Theorie (Frankfurt: Suhrkamp 1984) misschien een van de meest belovende. Voor Luhmann bestaat de 'maatschappij' of eerder bestaan de 'sociale systemen' (zoals wetenschap, recht, kunst en economie, waarvoor de 'maatschappij' zowel de horizon als de directe omgeving is) niet uit onherleidbare, primaire eenheden ('mensen'), maar zijn ze in plaats daarvan communicatie, terwijl de 'psychische systemen', 'personen' enzovoort de omgeving zijn. 'Communicatie' is niet de 'handeling' van het doorgeven van informatie van A naar B, maar eerder een drievoudige selectie onder het regime van een dubbele contingentie.

Dit concept is erg handig om ruimten te openen en tegelijkertijd te beweren dat ze al bezet zijn (door waarnemers, wie anders). Dat is precies wat de AmbiEntiteit zou zeggen over zichzelf in geval hetzijhij iets zou willen zeggen: ik ben een omgeving, neem wat je nodig hebt. De consequenties hiervan moeten nog nader worden overdacht, misschien door er ongedwongen 'over' te spreken. Luhmann: Het sociale is geen speciaal geval van een systeem dat bestaat uit handelingen, maar brengt eerder de 'handeling' tot stand via communicatie en attributie als een reductie van de complexiteit, een onontbeerlijke zelf-vereenvoudiging van het systeem (Luhmann, Soziale Systeme, Frankfurt, Suhrkamp, 1984, blz. 191). Er bestaat een verbazingwekkende tendens om wat dan ook een handeling te noemen. Luhmann: De belangrijkste consequentie van deze analyse is het feit dat communicatie niet direct kan worden waargenomen, maar alleen kan worden afgeleid uit andere data. Om te worden waargenomen of om zelf waar te nemen moet een communicatiesysteem daarom worden omgevormd tot iets dat eruit ziet als een handelingssysteem. (Luhmann, ibid., blz. 226).  

Dit betekent dat je om het even wie de schuld kunt geven en dat Living Rooms moeilijk te verdedigen zijn. Er bestaat eigenlijk niet veel keuze voor een AmbiEntiteit, wanneer er eenmaal een Living Room is veroverd - hij moet helemaal worden verzwolgen. Dit is wellicht de uiteindelijke taak van de AmbiEntiteit: Living Rooms betreden, de een na de ander te doden, en dan verder te gaan, de niet-essentie van de bezette ruimtes en socio-ecologische niches te verzamelen en ze van binnenuit af te pellen. De seriemoordenaars van de jaren tachtig gingen op jacht in de 'eerste natuur', hun erfgenamen jagen binnen de 'tweede natuur', de holeopathische multimedia-omgeving, en gedragen zich ten opzichte van de omgeving alsof ze zelf een omgeving zijn. De transformatie van AmbiEntiteiten in beeldenstormers is de toekomst van degenen die de nieuwe hiërarchie willen ontkennen die over de visuele, akoestische en tactiele ruimte is gelegd, een hiërarchie die 'revolutionairen' influistert dat de geschiedenis 'beëindigd' moet worden, of 'opgelost' als was ze een raadseltje. Maar een revolutie slaat de plank helemaal mis: de geschiedenis hoeft niet te worden beëindigd, want ze heeft nooit bestaan - ze moet te voorschijn worden geroepen door de geschiedenis die we willen, te scheiden van het 'verleden' dat we 'in werkelijkheid' hebben 'gekregen'. Slimme kinderen weten dat het masker dat de nieuwe hiërarchie opzet 'tijd' wordt genoemd. Ze willen die niet aanvaarden, omdat ze weten dat de tijd nooit hun eigen tijd is geweest. Nog niet.

vertaling ARJEN MULDER