Mediamatic Magazine Vol. 8#2/3 Mike Davis 1 jan 1995

Beyond Blade Runner: Urban Control (1)

The Ecology of Fear

Iedere Amerikaanse stad heeft een eigen wapen en lijfspreuk. Een aantal steden houdt er een gemeentelijke mascotte op na, sommige hebben een eigen kleur of lied, een vogel, boom of steen zelfs.
Maar los Angeles kent tegen woordig als enige stad ook een officiële Nachtmerrie.
Mike Davis, auteur van Prisoners of the American Dream en City of Quartz: Excavating the Future in LA (1990), laat zien hoe deze nachtmerrie langzaam vorm aanneemt.

Na drie jaar discussie, overlegde een vooraanstaand gezelschap uit de civiele en zakelijke wereld in 1988 een gedetailleerd plan de campagne voor de toekomst van Zuid-Californië aan burgemeester Bradley. Het grootste gedeelte van dit LA 2000: A City for the Future verzandt in breedsprakige retoriek omtrent de onafwendbare opkomst van Los Angeles als 'wereldcentrum', maar in het nawoord bevindt zich een hoofdstuk waarin door historicus Kevin Starr de vraag gesteld wordt wat er zou kunnen gebeuren als de stad er niet in slaagt een nieuwe 'heersende orde' te creëren om haar immense etnische diversiteit in goede banen te leiden. Er is natuurlijk ook het model-Blade Runner: de versmelting van individuele culturen tot een platte veelzijdigheid, die evenwel blijft zinderen van de onopgeloste vijandelijkheden.
Blade Runner - LA's eigen, dystopische schaduwzijde. Een rondrit met de Grayline anno 2019: zure regen drupt van de kilometershoge neo-Maya-piramide van de Tyrell Corporation op de massa van bastaards die ver in de diepte in de Ginza krioelt. Terwijl een stem een buitenaards burgermansbestaan op de 'Buitenwereld' adverteert, drijven reusachtige neonreclames als wolken boven de stinkende en meer dan gewelddadige straten. En Deckard, de Philip Marlowe van na de apocalyps, die in een strijd verwikkeld raakt om zijn geweten - en zijn vrouw - te redden in dit door boosaardige biotechnologie-magnaten bestuurd stedelijk doolhof...

Nu Warner Bros., een paar maanden na LA's oproer van 1992, de oorspronkelijke (en hardere) director's cut heeft uitgebracht, blijkt de macht weer die Ridley Scotts filmversie (1982) van Philip K. Dicks Do Androids Dream of Electric Sheep? over onze immer onrustiger slaap uitoefent. Vrijwel iedere huidige schets van LA's toekomst gaat ervan uit dat het duistere visioen van Blade Runner mogelijk, zo niet onvermijdelijk, het eindpunt van het land of sunshine zou kunnen zijn.

En toch blijft Blade Runner, glamoureuze ster van alle SF-dystopia's, mij treffen als op een eigenaardige manier anachronistisch en verrassend onprofetisch. Het gezelschap Scott, `visueel futurist' Syd Mead, production designer Lawrence Paul en art director David Synder, toont ons in feite weinig meer dan een onsamenhangende collage van denkbeeldige landschappen. Verwijder het laagje 'Geel Gevaar' (Scott is, zoals ook in Black Rain te zien is, bezeten door het idee van stedelijk Japan als evenbeeld van de Hel) en 'Film Noir' (het glanzend zwartmarmeren Déco-interieur), tezamen met een keur aan hi-tech renovatiewerkzaamheden, en overblijft het zeer herkenbare beeld van stedelijke wildgroei zoals ons door Fritz Lang al werd voorgespiegeld in diens Metropolis (1931).

Zowel de onheilspellende, door mensenhanden vervaardigde Everest van de Tyrell Corporation als de opgevoerde ruimte-patrouillewagens die door het luchtruim zoeven zijn, zij het ditmaal in verduisterde vorm, toch het onmiskenbare erfgoed van de beroemde wolkenkrabber-stad van de bourgeoisie uit Metropolis. Maar ook Lang zelf persifleerde slechts de Amerikaanse futuristen van zijn tijd, met name de toonaangevende architect Hugh Ferris die, samen met wolkenkrabber-ontwerper Raymond Hood en de Mexicaanse architect/archeoloog Francisco Mujica (die de stedelijke piramide à la Tyrell voorzag), het concept populariseerde van de toekomstige `Reuzenstad' met haar wolkenkrabbers van honderd verdiepingen, hangende snelwegen en landingsplaatsen op de daken. Ferris en Co. op hun beurt, borduurden weer voort op reeds bestaande fantasieën – sinds het begin van de eeuw zeer in zwang als vulling van de zondagskrant – over het aangezicht van Manhattan aan het einde van de 20ste eeuw.

Met andere woorden, Blade Runner komt niet verder dan het geven van de volgende versie van dit centrale modernistische beeld - dystopisch, utopisch, ville radieuse of meta-New York City - van de metropool van de toekomst als een soort Monster-Manhattan. Een fantasie die nog het best 'Wellsiaans' genoemd kan worden, gezien H.G. Wells' poging om, al in zijn The Future in America uit 1906, zich een beeld van de late twintigste eeuw te vormen door de overdrijving van het heden (in de gedaante van New York) tot een soort giganteske karikatuur van de bestaande wereld, waarbij alles tot enorme proporties wordt opgeblazen en een onwaarschijnlijke dichtheid verkrijgt.

Ridley Scott's eigen 'giganteske karikatuur' slaagt er dan misschien in te wijzen op een aantal etnocentrische angsten omtrent een op hol geslagen veelslachtigheid, maar het lukt hem niet om tot een verbeeldingsvol gebruik te komen van het feitelijke landschap van Los Angeles - met name die enorme, ononderbroken vlaktes van verkrottende bungalows, bouwvallen en ranch-achtige gevaartes - zoals het, fysiek en sociaal, de 21ste eeuw in kwijnt.

In mijn boek City of Quartz heb ik de verschillende tendensen in de richting van een militarisering van dit landschap al opgesomd. De ontwikkelingen sinds de rellen van 1992 – waaronder een toenemende recessie en kapitaalvlucht, keiharde bezuinigingen, een duizelingwekkend aantal moorden (ondanks de wapenstilstand tussen de gangs) en de enorme vlucht die de wapenhandel neemt in de voorsteden – kunnen de acceleratie van de sociale tweedeling en ruimtelijke apartheid alleen maar bevestigen. Nu de Endless Summer zijn einde nadert, lijkt het volstrekt niet ondenkbaar dat het Los Angeles van het jaar 2019 een dystopische verhouding tot enig ideaal van de democratische stad zal hebben aangenomen.

Maar tot wat voor 'stadsschap', zoniet dat van Blade Runner, zal deze kwaadaardige ongelijkheidsevolutie dan wel leiden? In plaats van mij te beperken tot een grotesk, Wellsiaans toekomstbeeld - een uit zijn voegen gebarsten technologie en architectuur – heb ik zorgvuldig geprobeerd om al bestaande ruimtelijke tendensen te onderkennen, in de hoop een glimp op te kunnen vangen van het patroon waarin zij zich voordoen. William Gibson heeft in boeken als Neuromancer al op schitterende wijze aangetoond hoe een realistische, 'extrapolatieve' science-fiction vooruit kan lopen op een toekomstige sociale theorie en verzetspolitiek tegen het cyber-fascisme dat daagt aan de nieuwe horizon.

In de hierna volgende tekst heb ik geprobeerd een 'Gibsoniaanse' plattegrond te schetsen voor een toekomstig Los Angeles zoals het zich nu gedeeltelijk al aftekent. Hoewel geënt op een soort Marxisme-voor-cyberpunks, heeft de plattegrond zelf paradoxaal genoeg het meeste weg van de beroemde mengeling tussen halve maan en dartboard van Ernest W. Burgess van de University of Chicago - sinds lang het beroemdste schema uit de sociale wetenschappen.

Voor hen die minder bekend zijn met het werk van de sociologische school van Chicago en hun klassiek geworden studie van de Noordamerikaanse stad: kort samengevat vertegenwoordigt Burgess' dartboard de vijf concentrische zones waarin de strijd om de survival of the fittest (zoals gezien door de Sociaal-Darwinisten) verondersteld wordt de stedelijke sociale klassen en typen huisvesting in te delen. Zij geeft een beeld weer van een 'menselijke ecologie' die bepaald wordt door de biologische krachten van invasie, competitie, successie en symbiose. Mijn herindeling van de stedelijke structuur voert Burgess back to the future. Zij gaat nog steeds uit van 'ecologische' determinanten zoals inkomen, grondprijs, klasse en ras, maar voegt daar een nieuwe, beslissende factor aan toe: de angst.

Scanscape

De huidige obsessie met persoonlijke veiligheid en sociale isolatie wordt slechts overtroffen door de angst van de middenklasse voor een progressieve belasting. Als antwoord op een werk- en dakloosheid die hun weerga sinds 1938 niet kennen, blijft onze tweepartijen-concensus vasthouden aan bezuinigingen op overheidsuitgaven en uitkeringen. In plaats van gemeenschapsgelden te investeren in oplossingen voor onderliggende sociale omstandigheden, zijn wij gedwongen steeds meer geld aan individuele veiligheidsmaatregelen uit te geven. Wat overblijft is een stadsherstel-retoriek waarvan de inhoud intussen ver te zoeken is. Rebuilding LA betekent niets meer dan de verdere isolatie van de bunker.

Terwijl als gevolg hiervan de stad steeds meer op een jungle begint te lijken, ontwikkelen de verschillende sociale milieus naar vermogen hun eigen beveiligingstechnologieën en -strategieën. Het resulterende patroon mondt, in navolging van Burgess' dartboard, uit in concentrische zones, waarvan de roos in dit geval Downtown heet.

Vergroot

Beyond Blade Runner: Urban Control (1) - published in Mediamatic Magazine Vol. 8#2/3 (1995)

In een vorig essay beschreef ik al in detail hoe een geheim noodcomité, bestaande uit Downtowns leidinggevende grootgrondbezitters (het zogenaamde Committee of 25), in 1965 reageerde op de acute dreiging van de rellen in Watts. Na een waarschuwing van de autoriteiten dat de centrale stad door zwarten overspoeld dreigde te worden, legde het Comité zijn renovatieprojecten in de oude kantoor- en winkelkern stil. Vervolgens gebruikte men het onteigeningsrecht van de gemeente om, enkele blokken ten westen, hele wijken plat te walsen en hier een nieuwe zakenkern te creëren. Het gekelderde aandeel van het Comité in de oude zakenwijk werd door de gemeentelijke dienst stadsvernieuwing - inmiddels praktisch de privé-projectontwikkelaar van de groep –, opgevangen door het geven van enorme kortingen op panden in de nieuwe kern, die hiermee ver beneden de marktwaarde daalden.

Sleutel tot het succes van de hele strategie (destijds gevierd als de 'renaissance' van Downtown-LA) was de fysieke afscherming van de nieuwe kern en haar grondprijzen achter een verdedigingslinie van winstpalissades, betonnen pijlers en snelwegmuren. Traditionele voetgangersverbindingen tussen Bunker Hill en de oude kern werden verwijderd; het voetgangersverkeer in de nieuwe zakenwijk vond voortaan bóven de straat plaats, over viaducten waartoe de toegang gecontroleerd werd door de beveiligingssystemen van individuele wolkenkrabbers. Deze radicale privatisering van Downtowns openbare ruimte – met alle kwalijke, raciale bijklanken vandien – kon plaatsvinden zonder enige noemenswaardige openbare discussie of verzet.

Bovendien lijken de rellen van 1992 de ontwerpers van Fortress Downtown in hun vooruitziende blik alleen maar gelijk gegeven te hebben. Terwijl de ruiten van de oude zakenwijk rond Broadway en Spring Street sneuvelden, wist Bunker Hill zijn naam waar te maken. Met een druk op de toetsen van hun bedieningspanelen kon het beveiligingspersoneel van de grote banktorens iedere toegang tot hun kostbare percelen blokkeren. De benedenverdiepingen werden met kogelvrije stalen deuren afgesloten, roltrappen stonden abrupt stil en voetgangersverbindingen werden door elektronische sloten vergrendeld. Zoals in een artikel in de Los Angeles Business Journal al werd opgemerkt, heeft het relbeproefde succes van de afweersystemen van zakelijk Downtown de vraag naar nieuwe, geavanceerdere beveiligingssystemen alleen maar doen toenemen.

Op de eerste plaats wordt de scheidslijn tussen architectuur en ordehandhaving steeds vager. Het LA Police Department is een centrale rol gaan spelen in de verdere ontwikkeling van Downtown. Er kan geen groot project meer worden opgestart zonder hun betrokkenheid, en in sommige gevallen, zoals een discussie over toiletvoorzieningen in openbare parken en metrostations (waar ze tegen stemden), maken ze in alle openheid gebruik van hun vetorecht.

Ten tweede is de videobewaking van het gerenoveerde gedeelte van Downtown inmiddels uitgebreid tot parkeerplaatsen, privé-trottoirs, winkelpromenades enzovoort. Deze allesomvattende bewaking komt neer op een wezenlijk 'scan-schap': een ruimte die gevormd wordt door een beschermende zichtbaarheid en die in toenemende mate bepaalt waar kantoorpersoneel en middenklasse-toeristen zich in Downtown op hun gemak voelen. De camera op de werkvloer of in het winkelcentrum zal op den duur onvermijdelijk worden doorgeschakeld naar beveiligingssystemen thuis, persoonlijke 'rampenschakelaars', auto-alarmen, telefooncellen etc., in een vorm van ononderbroken en voortdurend toezicht op onze dagelijkse routine. Het is niet ondenkbaar dat yuppie-lifestyles binnenkort gekenmerkt zullen worden door het zich al dan niet kunnen veroorloven van elektronische guardian angels.

Ten derde worden grote gebouwen met steeds gevoeliger apparatuur en zware wapenarsenalen uitgerust. De wolkenkrabber met het computerbrein uit Die Hard I (in werkelijkheid de Fox-Pereira-toren van F. Scott Johnson) is de voorloper van een mogelijk genre architectonische anti-helden; rationele gebouwen die beurtelings het kwaad bestrijden, of er juist aan ten prooi vallen. Het waarnemingssysteem van de gemiddelde kantoorflat maakt nu al gebruik van panoptische beelden, reuk, temperatuur- en luchtvochtigheidsschommelingen, bewegingsdetectie en in sommige gevallen gehoor. Enkele architecten praten al over de dag waarop gebouwen, met behulp van hun eigen AI-beveiligingscomputer, in staat zullen zijn hun menselijke inhoud automatisch door te lichten, te identificeren en mogelijk zelfs te reageren op hun emotionele toestand (angst, paniek etc.). Het gebouw zelf zal, zonder gebruikmaking van beveiligingspersoneel, iedere crisis kunnen afhandelen - van het weren van straatvolk uit de toiletten of uit het gebouw, tot het opsluiten van indringers in de lift.

Als al het andere faalt verandert het intelligente gebouw in een combinatie van bunker en geschutsbasis. Toen de nationale Resolution Trust Corporation beslag legde op de inboedel van de Columbia Savings and Loan Association, ontdekte men dat president-directeur Thomas Spiegel het hoofdkantoor in Beverly Hills in het geheim had laten verbouwen tot 'terrorismebestendig' fort. Naast geavanceerde elektronische sensors, een computersysteem dat terroristische incidenten over de hele wereld bijhield en een wapenopslagplaats in de parkeergarage, beschikte het gebouw op Wilshire 8900 tevens over het merkwaardigste managerstoilet van Los Angeles: niet alleen was het kantoor van Tom Spiegel met kogelvrij glas uitgerust, het had ook een badkamer met kogelvrije douche. In geval van gevaar openden zich verborgen panelen in de douchewanden, waarachter zware geweren lagen opgeslagen.

De Open Vuurlinie

Achter het scanscape van de gefortificeerde kern bevinden zich de getto's en barrio's waardoor Downtown-Los Angeles omringd wordt. In het oorspronkelijke, op Chicago geënte schema van Burgess is dit de 'overgangszone': straten met pensions en huurkazernes afgewisseld door de oude bedrijven en aanvoerwegen, waar de pas gearriveerde immigrantengezinnen en ongehuwde arbeiders werden ondergebracht. Los Angeles' binnenring van Latino-wijken die door snelwegen in stukken gesneden wordt, herinnert nog aan deze traditionele functies. Boyle en Lincoln Heights, Central-Vernon en MacArthur Park: aanloophavens voor de armste immigranten uit de regio en het laagbetaalde arbeidsleger van Downtowns hotels en sweatshops. Evenals in het Burgess-diagram is de bevolkingsdichtheid hier de hoogste van de stad. (Volgens de telling van 1990 telt één wijk van MacArthur Park bijna 30% meer inwoners dan Midtown-Manhattan heeft!)

Tenslotte vormt dezetenement-zone (waar op een klein oppervlak een buitensporig groot aantal kinderen opeengepakt zit), nog net als in het Chicago van 1927 de klassieke voedingsbodem voor tiener-street gangs (over de honderd volgens informatie van LA's afdeling Onderwijs). Maar terwijl over het Gangland Chicago in 1920 nog getheoretiseerd kon worden als zijnde een wezenlijke overgangsfase in de sociale ordening van de stad - terwijl de gegoede woonwijken plaats maken voor de oprukkende industrie en handelsondernemingen, ontwikkelt de gang zich als één uiting van de economische, morele en culturele voorgrens die ontstaat op het breukvlak - zou een gang-plattegrond van het Los Angeles van nu samenvallen met de sociale klasse-geografie. Het getribaliseerd geweld van de teenagers in de binnenring verspreidt zich al naar de oudere voorsteden; de Boyz zitten nu in de Hood waar Ozzie en Harriet vroeger woonden.

Desalniettemin is de binnenring nog altijd de gevaarlijkste sector van de stad. De LAPD's Ramparts Division die even ten westen van Downtown opereert, heeft stelselmatig met meer gevallen van doodslag te maken dan enig ander wijkteam in het land. Het nabijgelegen MacArthur Park, ooit de parel op de kroon van LA's parkwezen, is tegenwoordig een open vuurlinie waar crackdealers en streetgangs hun geschillen beslechten met geweren en uzi's. Alleen al in 1990 vonden er dertig moorden plaats.

De overbelaste LAPD-korpsen in de binnenstad geven openlijk toe dat ze niet over genoeg mankracht beschikken om zich met alle lijken op straat bezig te houden, laat staan dat ze de dagelijkse inbraken, autodiefstallen of afpersingen door gangs de baas zouden kunnen. De vertwijfelde inwoners van de binnenring worden aan hun lot overgelaten, zonder de financiële middelen of politieke invloed van de rijkere buurten. Als laatste redmiddel zoeken zij hun heil bij de heren Smith & Wesson, een naam die op menige patio prijkt na de woorden wordt beschermd door...

Ondertussen voeren de huisjesmelkers van de slums hun eigen schrikbewind onder de dealers en kleine criminelen. Onder druk van nieuwe wetten die het mogelijk maken drugspanden te onteigenen, huren ze knokploegen en gewapende huurlingen in om de misdaad in hun woningen 'uit te roeien'. Onlangs werd in de LA Times verslag gedaan van de opwindende wederwaardigheden van een van deze clubs die opereert in de wijken Pico-Union, Venice en Panorama City in de San Fernando Valley.

Dit beveiligingsteam onder leiding van 'avonturier' David Roybal, twee meter twintig en 140 kilo, is bij huiseigenaren befaamd om zijn efficiënte beestachtigheid. Wie verdacht wordt van dealen of gebruiken wordt, samen met andere klaplopers en huiseigenaren onwelgevallige individuen, met fysieke gewapende kracht het gebouw uitgedreven. Wie zich verzet of zelfs maar protesteert wordt zonder pardon in elkaar geslagen. Zoals de Times schrijft, grepen Roybal en z'n ploeg (tijdens een razzia in Panorama City een paar jaar geleden) zoveel huurders en krakers bij de kladden wegens drugs, dat ze van een recreatieruimte een grote cel maakten waar de arrestanten aan de met bloed besmeurde muren werden geketend. De LAPD was op de hoogte van deze 'privé-gevangenis' maar negeerde de klachten van de huurders want het is in het algemeen belang.

Roybal en trawanten vertonen een nauwe gelijkenis met de zogenaamde matadors, de huurling-revolverhelden in de woonwijken van Brazilië die met grote regelmaat hardnekkige criminelen en zelfs straatkinderen executeren, terwijl de politie moedwillig de ogen sluit. Wij klaren het karwei waar anderen falen luidt het gezamenlijk motto. Of zoals een van Roybals zeer gewelddadige medeplichtigen uitlegt: Iemand moet de dienst uitmaken en als wij ergens komen, doen wij dat. Als iemand bijdehand is slaan we 'm verrot, gewoon op de vloer, waar z'n vrienden bijstaan. We doen ze handboeien om en schoppen ze in elkaar, en als de ziekenwagen komt zeggen we, Yo, klaag me maar aan.

Naast deze 'huur-een-heffo's' kent de binnenstad inmiddels ook een uitgebreide handel die moet voorzien in de vraag naar tralies en gaas voor de woningbeveiliging. In de binnenring lijken de meeste huizen intussen dan ook op kooien in een dierentuin. Het arbeidersgezin van nu moet zich iedere nacht insluiten voor de gezombificeerde stad daarbuiten, alsof ze in een film van George Romero wonen. Eén onbedoelde bijwerking hiervan is de angstaanjagende toename van het aantal branden waarbij complete gezinnen, hulpeloos gevangen in hun vergrendelde huizen, in de vlammen omkomen.

De celwoning duikt in vele gedaanten weer op in het binnenstedelijke landschap. Al voor de lenteoproer hadden de meeste slijterijen, in navolging van de banken van lening, het winkelgedeelte achter de toonbank volledig betralied en het vuurwapen op een strategische plaats verborgen. Zelfs bij veel plaatselijke vetkoningen vond de transactie hamburger/geld uitsluitend nog plaats door kogelvrije kunststoftralies. Het straatbeeld wordt het afgelopen decennium belaagd door graffiti-werende, vensterloze betonkolossen, als betrof het jeugdpuistjes. Inmiddels kunnen de verzekeraars deze relbestendige bunkers praktisch verplicht stellen bij de renovatie van vele wijken.

Ook de plaatselijke lagere- en middelbare scholen zijn steeds minder van gevangenissen te onderscheiden. Terwijl de onderwijsuitgaven per inwoner van Los Angeles tot een dieptepunt gedaald zijn, worden de schaarse fondsen gestoken in de fortificatie van speelplaatsen en het inhuren van gewapende beveiligingsagenten. Tieners beklagen zich bitter over overvolle klaslokalen, gedemoraliseerde leraren en aftakelende campussen die niet veel meer voorstellen dan justitiële dagverblijven voor een vergeten generatie. De speelplaats heeft inmiddels veel weg van een oorlogsslagveld. Zoals hun ouders vroeger geleerd werd onder de tafels te kruipen in geval van een kernoorlog, wordt de scholieren van nu geleerd om op het teken van de leraar dekking te zoeken in het geval van een drive-by shooting - en zich niet te verroeren totdat het 'kust veilig' gegeven wordt.

De door de landelijke overheid gesubsidiëerde woningbouwprojecten beginnen op hun beurt een steeds grotere gelijkenis te vertonen met de beruchte 'strategische dorpen' waarin destijds de Vietnamese plattelandsbevolking gedetineerd werd. LA kent weliswaar nog geen woningbouwprojecten met de geavanceerde technologie van Chicago's Cabrini-Green, waar gebruik wordt gemaakt van netvlies-scans om persoonsgegevens na te trekken (vgl. de openingsscène van Blade Runner), maar de bewegingsvrijheid wordt er in toenemende mate bepaald door de politie. Net als boeren van een opstandige plattelandsstreek, worden bewoners van alle leeftijden naar believen staande gehouden en gefouilleerd of onderworpen aan wederrechtelijke huiszoekingen. In één bijzonder grof geval arresteerde de LAPD, een paar weken voor de rellen in de lente van 1992, meer dan vijftig mensen tijdens een bliksemrazzia in het Imperial Courts-woningbouwproject in Watts.

In deze stad, die met de grootste woningnood in het land te kampen heeft, zijn de projectbewoners uit angst ontruimd te worden steeds minder geneigd aanspraak te doen gelden op hun grondwettelijke bescherming tegen illegale huiszoeking of inbeslagname. Intussen geven landelijke richtlijnen de huisvestingsautoriteiten het recht om gezinnen van vermoedelijke dealers of criminelen te ontruimen. Hiermee staat de weg vrij naar een politiek van collectieve bestraffing zoals bijvoorbeeld wordt toegepast door de Israeli's tegen de Palestijnse bevolking van de West Bank.

Voor het vervolg van deze tekst, zie:

Beyond Blade Runner: Urban Control (2) en 'Beyond Blade Runner: Urban Control (3)