Esther Mannaerts

Scriptie 'Kom je ook?'

Participatie, een wil of een wet?

Bijgevoegd is mijn afstudeerscriptie te vinden welke ik tijdens de afronding van mijn opleiding Leisure Management (diff. art & culture) heb geschreven.

Samenvatting

‘Ideologisch gezien dient er een groep (een community) te ontstaan die regelmatig het symposium ‘Kom je ook?’ bezoekt om zich te laten inspireren door het programma, door collega’s uit de sector, om elkaar weer te zien en om nieuwe (samenwerkings-)contacten op te doen. Zij onderhouden contact via het Mediamatic platform en gebruiken ondersteunende sociale netwerksites als Twitter voor snelle communicatie en mededelingen. Ook binnen het online contact van de groep worden nieuwe contacten omarmt en betrokken binnen de community van ‘Kom je ook?’. De nieuwe contacten merken de mate van kennisoverdracht binnen de online community en hechten waarde aan het bijwonen van het symposium. De groep wordt gedragen door experts die alle facetten van de culturele sector bekleden, die informatie uitwisselen en samenwerken. Mediamatic vult de rol van aanspreekpunt en moderator en heeft een ondersteunende functie.’ Dit beeld, gevormd door de onderzoeker is een inleiding naar de doelstelling van het onderzoek:

‘Inzicht krijgen in de mate waarin de doelgroep een bijdrage kan en wil leveren (prosumerschap) aan het symposium ‘Kom je ook?’, ten einde een dialoog en een sterk netwerk rondom het evenement te realiseren.’
Ondersteund door:
‘Inzicht krijgen in de mate dat sociale media in het algemeen en een blog in het bijzonder invloed uitoefenen op participatie van de doelgroep tijdens ‘Kom je ook?’, teneinde sociale media als meetinstrument en marketingcommunicatiemiddel in te zetten.’

Door middel van zowel deskresearch als fieldresearch (kwantitatief en kwalitatief) is inzicht verkregen in de mate het huidige prosumerschap van de deelnemers van ‘Kom je ook?’, is een visie gevormd over ‘(online) participatie’ door deskundigen en de doelgroep en is invloed uitgeoefend door de onderzoeker op sociale media kanalen omtrent ‘Kom je ook?’.

Bovengenoemd ideologische beeldvorming van de situatie rondom het symposium is momenteel niet het geval. Het aantal deelnemers dat minimaal twee keer ‘Kom je ook?’ heeft bezocht betreft 19,4%, een kleine vijfde van alle deelnemers over de eerste vier edities. Contacten worden zeker opgedaan maar de contacten die warm blijven worden niet binnen de omgeving van Mediamatic warm gehouden, zij vinden hun weg via de vele mogelijkheden die sociale media bieden. Door deze spreiding worden nieuwe contacten niet centraal betrokken en heeft de organisatie hier geen grip op.
De doelgroep geeft aan dat zij ook geen grip hebben op Mediamatic. Het doel van de organisatie is niet duidelijk en er is geen aanspreekpunt of betrokkenheid vanuit de organisatie naar de deelnemers toe.

Ondanks deze heikele punten is er wel de mogelijkheid om een community rondom ‘Kom je ook?’ te realiseren. De deelnemers die terugkeren naar het symposium hebben een grotere aanwezigheid binnen sociale media dan deelnemers die eenmalig het symposium hebben bijgewoond. Dit geeft aan dat de terugkerende deelnemer makkelijker te bereiken en te betrekken is middels het sociale web. Er dient een toegankelijke basis vanuit Mediamatic te worden gevormd die een gevoel van overzichtelijkheid, ruimte om te reageren en persoonlijkheid geeft. Uit het onderzoek blijkt dat mensen online sneller op elkaar reageren wanneer zij elkaar kennen. Het symposium geeft de mogelijkheid om fysiek in contact te komen. Een toegankelijk online platform maakt dat men makkelijk in contact kan blijven komen. Op deze wijze zal interactie plaatsvinden tussen de deelnemers, wat resulteert in een dialoog en een sterk netwerk rondom ‘Kom je ook?’.

Een sterk voorbeeld van publieksparticipatie komt niet naar voren binnen dit onderzoek. Voorbeelden die binnen de gevonden literatuur worden gegeven betreffen al snel uitvoerende activiteiten als podiumkunsten waar het publiek een bijdrage aan kan leveren. Echter, enkel een inhoudelijke en waardevolle bijdrage blijkt lastig om te verlangen van een publiek.
Publieksparticipatie vormt zich vanuit intrinsieke motivatie, het is de keuze van het publiek en niet vanuit de organisatie. Wat de organisatie wel kan doen is het publiek het zo makkelijk mogelijk maken om te participeren.