Paul Groot

Schonheit macht Schamhaft

VB55

'Fat and ugly', had Vanessa Beecroft beloofd, en het klonk wat overdreven, als je naar de modellen kijkt die ze had uitgekozen voor haar performance VB55 in Berlijn, in de Neue Nationalgalerie.

Enlarge

VB55 rehearsal - Vanessa Beecroft, VB55, April 2005. Photo by Arne Hendriks.

Zo'n honderd meisjes en vrouwen, naakt op een doorzichtige panty na, in een carré dicht op elkaar opgesteld, drie uur lang aan de blikken van een publiek van meer dan drieduizend man uitgeleverd. Maar de Berlijnse pers wist niets van Beecrofts geheime wensen af en berichtte dat het dit keer weliswaar geen fotomodellen of filmsterren waren, maar gewoon anonieme vrouwen, van alle leeftijden. Maar dat was ook niet helemaal waar, het waren dan geen modellen van de cat-walk, maar in de afgelopen weken was er toch wel streng geselecteerd op vrouwen uit de artistieke sfeer. Naakt, op een vleeskleurig, doorzichtige panty na, met rood, blond en zwart haar, net als de kleuren van de Duitse vlag.
En zelfs dat laatste was helemaal niet, of niet helemaal waar.

Beecroft was onderdeel van een museumprogramma waarin de belangrijkste kunstenaars van de vorige eeuw, tussen Max Bekcmann, Andy Warhol, Salvador Dali en wie niet, figureerden. Beecroft was de jongste van hen allemaal, ergens midden dertig, en ze was dan ook voor de media hot news. Op de Duitse tv hoefde ze alleen maar te concurreren met de Duitse, nog-net-geen-paus kardinaal Ratzinger die die dag de mis celebreerde voor de begravenis van de Paus. Want Beecroft, Italiaanse van geboorte, met een Engelse vader, is, sinds Newyorkse galeriehouder Jeffrey Deitch zich over haar heeft ontfermt, binnen tien jaar tot een wereldster van onbetamelijke afmetingen geworden.

Hier in Berlijn werd ze behalve als kunstenaar ook als ervaringsdeskundige gevierd. Ze bleek inmiddels een rolmodel voor de jeugd die met eetproblemen vecht. De allesonthullende reportage over haar leven en kunst, en vooral de band ertussen, in de Observer van een paar maanden geleden, was hier nog steeds wereldnieuws. Het is dan ook een schitterend stuk, hoe de krant bij een bezoek aan haar woning in Long Island, New York, werkelijk de intiemste geheimen van Beecroft los weet te krijgen. Hoe ze van haar eetgewoonten een artistieke cultuur heeft gemaakt, hoe ze zich voedt met pillen, groentes en andere producten, waarbij de kleuren de rangorde bepalen. De verslaggever doorziet Beecroft in al haar obsessies en gewoonten. Een even ontluisterend als eerlijk portret.

II

De Observer mocht dan hier de show stelen, weinigen slechts waren op de hoogte waar precies Beecrofts adagium beauty generates shame vandaan komt. Schonheit macht schamhaft werd het in de nasynchronisatie op radio en tv, en ook in de kranten. Had iemand in de gaten dat de slogan die Beecroft aan wie het maar horen wilde doorgaf, afkomstig was uit de mond van Gustav von Aschenbach, hoofdrol in Thomas Manns novelle Der Tod in Venedig? De man die, wanneer de absolute schoonheid in zijn leven verschijnt en hij oog in oog komt te staan met een nooit eerder geziene uitstraling van schoonheid, ten ondergaat aan de sluipende dood en het onomkeerbare verderf? Mann's Gustav von Aschenbach was de geheime kracht in Het krijtwitte kind, waarbij de slogan Schonheit macht schamhaft de op allerlei manieren uitgewerkte gedachte was. Hier in Berlijn vergezelt de catalogus van die Amsterdamse tentoonstelling Beecroft van 's morgens tot 's avonds laat, en ze laat niet na te benadrukken hoe die catalogus de artistieke bron voor haar performances is. In de ontelbare interviews hier maakt ze steeds opnieuw duidelijk hoe bang ze eigenlijk voor schoonheid is, hoe vreselijk ze het vindt om oog in oog met die meiden te komen staan, hoe spannend dan ook de uitwisseling is tussen haar en de meiden, en die tussen de meiden en het publiek. Ze lijken bijna gehypnotiseerd zegt Beecroft. Ze schamen zich een beetje over hun toestand.

Hoe je er ook over denkt, Schonheit macht schamhaft is zeker niet iets dat Mies van der Rohe begrijpt. Van de architect van de plek waar de performance drie keer plaats zou vinden, is less is more het wereldvermaard zelfverzekerde adagium. Deze bijna ongecontroleerde macho heeft echt geen oog voor zo'n wat verlegen man als Aschenbach. Tom Wolff karakteriseert hem in From Bauhaus to our house als a big, beefy but handsome individual who smoked expensive cigars. Full corona's they were. He looked rather like a Ruhr industrialist. Wolff maakt Mies van der Rohes architectuur met de grond gelijk, en je gelooft hem echt zolang je hem leest.

Maar dan sta je voor de Neue Nationalgalerie, en weet je weer dat het nog steeds op een of andere manier een prachtig stuk architectuur is, waarop zelfs Wolff zijn tanden stuk bijt. Nu nog is dit inmiddels veertig jaar oude gebouw nog aandoenlijk elegant. Toen Mies van der Rohe in de jaren zestig zijn ontwerp daar neerzette, brak de toekomst voor het eerst weer in Berlijn door. Op zo'n plek die getuigenis geweest was van de grootste schoftigheden van de nazi's, en zich op geringe afstand bevond van de hondsbrutale communisten van de DDR. Hij bouwde een zwaar gestructureerde, maar toch heel licht transparante glazen etage, als een mooi symbool voor een betere wereld. En wat dus ooit in de jaren zestig tussen nogal wat ruines op Potsdammer Platz werd neergezet als een ideologisch beladen stuk museale architectuur, getuigt vandaag de dag van een bijna verfijnde gevoeligheid tegenover de wereld er rondom. Het heeft werkelijk alle stormen overleefd, de prachtige woede van Tom Wolff, de Wende, maar ook de post-moderne bouworgieën van het laatste decennium. Bij de aanbesteding van de nieuwe corporate architectuur van Mercedes en Sony leek het even alsof ze tot een dwerg gereduceerd zou worden. Maar het is juist haar menselijke maat die nu bijna alles om haar heen belachelijk maakt.

Inderdaad, zou Mies van der Rohe zich allereerst een hoedje schrikken als hij de Potsdammer omgeving nu zou zien. Maar toch, zou de man van het Bauhaus in Dessau en later van the New Bauhaus in Chicago na enige bezinning niet heel blij kunnen zijn? Zoals het museum nu daar, zo'n beetje onzichtbaar in zijn brallerige omgeving op de Potsdammer Platz, mooi staat te wezen. Met die prachtige negentiende-eeuwse kerk en de Philharmonie van architect Scharoun in zijn nabijheid, weet de Neue Nationalgalerie met zijn uiteindelijk klassiek conservatieve esthetica al die post-moderne afvalarchitectuur even verder volledig omver te halen. Een beeld van een absolute lichtheid, die etage van een van zijn wolkenkrabbers uit Chicago die als een zwevend tapijt in Berlijn is neergestreken. De Neue Nationalgalerie is niet alleen een materieel ontwerp, maar vooral ook een symbolisch beeld. Daarmee is het meteen zijn best geslaagde werk, juist omdat het geen echte wolkenkrabber is, eigenlijk alleen de begane grond van een "onthoofde" wolkenkrabber.

III

De Neue Nationalgalerie is Kunsthalle en kunstmuseum ineen. Met in de ondergrondse ruimten de klassieke kunstwerken, en op de begane grond die bijna lege, transparante ruimte voor wisselexposities. Voor tentoonstellingen in steeds andere samenstelling en tijdelijke architectuur. Zoals de jaren zestig dat wilden, theoretisch heel inspirerend, praktisch ooit ook wel interessant, maar nu uiterst vervelend. Wat ooit een echt avant-garde concept was, kom je nu zo ongeveer in ieder groot warenhuis tegen, die overdaad aan stellages, losse muren en installaties. Daarom ook hebben de tentoonstellingen in deze transparante ruimte, met al hun tijdelijk dragers en stutten, maar weinig glamour. En bovendien, het hindert het belangrijkste gegeven van dit gebouw: die doorgaande blik van buiten af, door het gebouw heen, naar de andere buitenkant.

Dat je door het hele gebouw heen kon kijken was een van de mooiste bijeffecten van Beecrofts optreden. De Miesiaanse transparantie kwam overdag het mooist tot zijn recht, toen er filmopnamen plaatsvonden, zonder publiek, en gedeeltelijk ook zonder Beecroft. Heel gedisciplineerd, bijna zonder pottenkijkers, werd er overdag gefilmd door een goed op elkaar ingespeelde filmcrew met een computergestuurde camera. Die de lucht inkroop, over de naakten heen gleed, dan weer ter aarde daalde en zo verder zijn voorgeschreven weg ging. De paar toevallige passanten die nu naar binnen keken, hadden een eerste klas zicht erop.

's Avonds moest je je eerst met veel ellebogenwerk tussen drieduizend anderen naar binnen werken. Maar eenmaal binnen hoefde je niet echt moeilijk te doen. Ieder plek was goed, en je had tijd genoeg. Sommigen bleven een hele avond strikt op hun plek staan, anderen keken een paar minuten, wandelden wat rond, kletsten wat met een bekende, en drongen zich opnieuw tussen de mensen naar voren om dan weer aandachtig mee te leven. Trouwens, van binnenuit was een blik op het publiek van buiten ook oogstrelend. Al die buitengesloten, echt heel verlangende blikken die door de vensters naar binnen werden geworpen, al die hooggeheven armen die over de hoofden van het publiek heen foto's van de modellen trachtten te maken.

En dat ging maar liefst drie uur lang door. Een echt Beecroft-beeld, met al die lichamen in beweging, heel subtiel, als een groot wezen dat her en der even een der leden bewoog. Dan ging er een vrouw zitten, of stond er een meisje op, of werd er even een been verzet, of keken twee elkaar even aan, of trilde er zomaar ergens de huid op de rug van een meisje, of schoof een arm wat naar voren, werd een Standbein met het Spielbein afgewisseld. Soms ontstonden er ook zo maar patronen die zich even over de gehele groep voortzette, dan weer kreeg een geïnspireerde beweging helemaal geen gevolg, om even later toch plotseling een soort kolkbeweging te suggeren.

Ik denk dat Beecroft daar met haar werk die transparante kubus van Mies van der Rohe eigenlijk pas echt voor het verenigde Berlijn heeft ingewijd. In ieder geval mochten beiden tevreden zijn.

Schonheit macht schamhaft, maar soms maakt schoonheid toch ook wel erg gelukkig.