Chandra Doest

ESTAFETTE 2003, Off-Corso

Op 20 februari werd in de grote zaal van Off_Corso in Rotterdam Centrum de eerste estafettebijeenkomst van Netwerk CS gehouden. Het doel van deze bijeenkomst was om op een informele manier de ruimte te geven aan kennisuitwisseling over culturele diversiteit binnen de culturele sector. Deelnemers aan deze kennisuitwisseling waren deskundigen, culturele organisaties, directeuren, beleidsmakers, programmeurs, marketingmedewerkers en andere geïnteresseerden. De dag werd geopend door de gastheer Netwerk CS bestuurslid Raymond Hamar de la Bretonière.

ESTAFETTE Netwerk CS

In een ontspannen sfeer werd het welkomstwoord tot de deelnemers gericht met een opsomming van het dagprogramma. De presentaties van de projecten die Netwerk Cs het afgelopen jaar heeft ondersteund stonden als eerst op het programma. Deze werden door Raymond Hamar de la Bretonière steeds aangekondigd met een kleine introductie. Er werd relatief strak aan de tijd gehouden door de gastheer waardoor er tussen de presentaties door onvoldoende tot geen tijd over bleef voor vragen. Dit tot teleurstelling van de deelnemers.
De presentatie van het Walter Maashuis werd gedaan door Edith Nobel. Helder en duidelijk werd het hoe en waarom van de workshopreeks voor musea uiteengezet. In de vorm van interculturele workshops werd de aandacht gericht op procesbegeleiding. De geboden tool heeft de vorm van een stappenplan. Dit stappenplan is ontworpen met medewerking van Netwerk CS en andere culturele organisaties en dient steeds toegepast te worden op de eigen situatie. Daarnaast moet er meer collegialiteit onderling zijn tussen de organisaties. Ervaringsdeskundigen, adviseurs, gespecialiseerde organisaties en collega’s kunnen geraadpleegd worden bij het zoeken naar verbeteringen en het invoeren van vernieuwingen. De vorming van intervisiegroep kan hiervoor een uitkomst zijn. De workshops waren intensief van opzet door de kleine groepen, maar flexibel doordat er ingespeeld werd op de behoefte van de deelnemers van de workshop.
De presentatie van het Manifest R2002 werd gedaan door Siska Diddens en Giel van Strien. Ook deze presentatie was helder en informatief. Het is bijna onmogelijk voor beleidsmedewerkers een plan te bedenken voor de jongerencultuur zonder deze te kennen. Een bottom up benadering kan er voor zorgen dat er door cultuurpioniers naast meer ruimte voor vernieuwende ideeën ook beter wordt gewerkt aan het behoud van broedplaatsen (huisvestingproblemen voor jonge cultuurmakers). De ideale situatie vraagt om bijvoorbeeld een aangepast marketingbeleid afgestemd op de wensen van de jongerencultuur en een subsidiebeleid afgestemd op de nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast kunnen de eerder genoemde cultuurpioniers een goede oplossing zijn om meer diversiteit (leeftijd en cultuur) bij personeel van grote kunstinstellingen en beleidsmakers zichtbaar te maken. Er zijn reeds kleine resultaten zichtbaar, maar de organisatie achter Manifest R2002 is nog een te kleine factor om veranderingen te kunnen forceren. Er is nog een lang proces te gaan.

De presentatie van het Cosmic Theater door Sharon Landa over de nieuwe uitingen in de beeldende kunst & multimedia was levendig, maar overdone doordat de impressie van het beeldmateriaal te grillig was om een goed beeld te kunnen vormen. Tijdens het European Urban Theatre Festival werd de Urban Conference gehouden. Tijdens deze conferentie werd gekeken wat Urban Theatre zo bijzonder maakt. Urban Theatre is voornamelijk een afspiegeling van de samenstelling van de grote multiculturele wereldsteden. Urban Theatre toetst de maatschappij door haar vorm van gevaarlijk theater en de burden of representation naast haar Avantgardisch karakter. De theaterstukken zijn vernieuwend maar ook provocerend. Hierdoor stuiten jonge theatermakers tegen steeds dezelfde obstakels doordat subsidiënten, bemiddelaars en podia niet open staan voor samenwerking. Deze zijn meestal huiverig om nieuwe concepten uit te proberen en vernieuwingen in te voeren. Er volgen nog twee vervolgconferenties in 2004 en 2005 waarin gekeken zal worden of er verbeteringen aan het komen zijn in het hervormen van subsidiesystemen, het openbreken van theatrale ruimtes en het verbeteren van het vakonderwijs.
De presentatie van het AlbA Theaterhuis over de imagoproblemen binnen andere kunstdisciplines werd gedaan door Karin Lucet. De presentatie werd geopend door drie verschillende versies van de uitbeelding van een en hetzelfde fragment uit Voorjaarsontwaken in het kader van de Kus onder regie van Rasoul Saghir. Het symposium was een aanloop naar de repetities van Voorjaarsontwaken (Wedekind), die als muzikale theatervoorstelling vanaf 4 maart in Korzo theater in Den Haag en andere steden te zien zal zijn. Het symposium De Kus had een opkomst van ongeveer 90 mensen voornamelijk theatermakers, beleidsmedewerkers uit diverse steden en andere geïnteresseerden. De opkomst vanuit de hoek van gerenommeerde theatergezelschappen en de allochtone theatermakers was slecht. Het onderwerp was voor de allochtone theatermakers die bereikt werden te gewaagd om zich in te verdiepen. Erotiek in het theater is voor nieuwe Nederlanders nog steeds een taboe. En doordat bespreekbaar te maken kunnen de knelpunten naar voren gebracht worden. Aan de andere kant heeft dit tot gevolg gehad dat allochtone theatermakers juist hun eigen grenzen gingen overschrijden door gebruik te maken van de Nederlandse vrijheid.

Na de vier presentaties werd er een korte pauze ingelast. Vervolgens werden de deelnemers naar de vier hoeken van de grote zaal geïnstrueerd. Iedere workshop was aan een kleur informatiemap gebonden en de deelnemers waren naar expertise ingedeeld in de verschillende groepen. Dit was wel jammer want er was interesse voor participatie aan meerdere workshops. Bovendien zou later blijken dat de tijd die was toegewezen aan de workshops te kort was. Dit tot teleurstelling van de deelnemers. De participatie in de workshops was erg hoog en er werden verschillende oplossingen aangedragen.

In de workshop van het Walter Maas Huis kwamen de deelnemers tot de conclusie dat er algemene onwil heerst om aan diversiteit te doen binnen de kunstsector. Een zogenaamd massagetool voor musea in de vorm van een stappenplan zou geïntroduceerd moeten worden om de creativiteit binnen de diversiteit te waarborgen. Deze tool kan dan als leidraad gebruikt worden bij het invoeren van vernieuwingen.

In de workshop van het Manifest R2002 werd als oplossing de inzet van de eerder genoemde cultuurpionier aangedragen. Een cultuurpionier is enerzijds het aanspreekpunt voor jongeren en anderzijds de ervaringsdeskundige voor beleidsmakers. Een cultuurpionier zou dé oplossing zijn om te signaleren wat er speelt binnen de jongerencultuur en hoe daarop door organisaties ingespeeld kan worden. Een cultuurpionier signaleert sneller de knelpunten en begrijpt de jongeren beter omdat deze persoon uit dezelfde kringen komt.
In de workshop van Theater Cosmic kwamen zij tot de conclusie dat de oprichting van een intervisiegroep de ontwikkelingen binnen de Beeldende kunst en de nieuwe media goed kan benutten waardoor de kennis niet alleen wordt uitgemolken. Deze intervisiegroep zou interdisciplinair moeten zijn.

In de workshop van het AlbA Theaterhuis kwamen de deelnemers tot de conclusie dat de bestaande grote kunstinstellingen wel bereidwillig willen zijn maar onvoldoende kennis in huis hebben om de kwaliteit in nieuwe projecten te herkennen.

Ter afsluiting van het programma werd het Netwerk CS Stappenplan Diversiteit gepresenteerd. Het stappenplan diversiteit is het instrument dat Netwerk CS inzet om organisaties in de cultuursector te ondersteunen. Door de verschillende stappen uit te werken komt de organisatie erachter wat er al bekend is van diversiteit en hoe dit in te voeren in de organisatie. Dr. Martha Meerman is de presentatrice van het Stappenplan diversiteit. Zij is gespecialiseerd op het terrein van diversiteit en identiteit in organisaties en heeft samen met Netwerk CS dit stappenplan ontworpen. Over het stappenplan is goed nagedacht. Als organisatie moet men eerst weten wat diversiteit is en waarom er diversiteit is. Daarna pas kan de organisatie daarop gaan inspelen door haar programmering, haar publiekbeleid en haar personeelsbeleid hierop af te stemmen (de drie P’s). Er zijn hoge verwachtingen van het Stappenplan. De visuele presentatie hiervan viel echter tegen waardoor de deelnemers zich moesten inspannen om de presentatie te volgen. Uiteindelijk is het natuurlijk de bedoeling dat de deelnemers zelf inloggen op de website van Netwerk CS om het stappenplan door te nemen. Het voordeel van het stappenplan is namelijk dat je het niet in drie uur af hoeft te hebben. Je kunt de reeds beantwoorde vragen opslaan en op een later tijdstip verder werken aan de invulling van het stappenplan. Als het plan goed doorgelopen wordt is de organisatie er uiteindelijk wel klaar voor.
De ESTAFETTE Netwerk CS werd afgesloten met een gezellig samenzijn waarin de ruimte werd geboden om nader met elkaar van gedachten te wisselen over de dag. Daarnaast was er voldoende ruimte om – waar nodig onder begeleiding van Dolly’s Dating Service - te netwerken en te genieten van een uitstekend buffet.