interview Ernest van der Kwast 24 Aug 2003

Interview Rein Wolfs - Hoofd Presentaties Museum Boymans

Voor elck wat wils

Rein Wolfs, Hoofd Presentaties Museum Boymans-van Beuningen, vertelt over de handicap van een diverse programmering, het publiek dat langzaamaan doodgaat en het personeel dat bij het Boymans werkt.

Enlarge

Rein Wolfs - Rein Wolfs

With:

In elke nieuwsbrief die Netwerk CS tussen 2002 en 2008 verspreidde, werd een directeur geinterviewd over het diversiteitsbeleid van zijn of haar instelling. De interviews geven een mooi beeld van de ontwikkeling binnen organisaties en in de cultuursector.

augustus 2003

Museum Boymans-van Beuningen staat bekend om zijn brede collectie. Oude Kunst gaat er samen met Moderne Kunst. Een collectie Prenten en Tekeningen hangt naast een collectie Kunstnijverheid en Vormgeving met een internationale allure.

Rein Wolfs (1960) is sinds 2001 Hoofd Presentaties van het Boymans-van Beuningen. Tot 2001 was hij zakelijk en artistiek leider van het Migros Museum für Gegenwartskunst in Zürich, een instelling die hij zelf oprichtte. Onlangs verzorgde hij de Nederlandse inzending voor de Biënnale van Venetië 2003.

Is het niet een enorme handicap dat een museum een diverse collectie heeft?

'Het is niet altijd een voordeel. Het is een handicap als je het hebt over het branden van het museum. Als je een museum een sterk profiel wilt geven dan is het een probleem. We zijn geen Van Gogh Museum met één duidelijke collectie. Het profiel van Boymans is - zoals men dat vroeger zei - voor elck wat wils. Je kunt in het Boymans bijna de hele kunstgeschiedenis aantreffen. Als je het museum dan op de wereldkaart wilt zetten en je wilt het een profiel geven dat met geen enkel ander museum verwisseld kan worden, dan is dat een nadeel, een handicap.’

Museum Boymans-van Beuningen heeft een aantal zwaartepunten. Publiekstrekkers. Een paar posities die het museum een vaste waarde moeten geven. Onderdeel daarvan zijn de surrealisten, bijv. Magritte en Dali, maar ook enkele oude meesters, zoals Breughel en Rembrandt.

‘Dat zijn iconen die bij het Boymans horen en waar een bepaald publiek op af komt. Maar daarnaast is het natuurlijk interessant om met de wisselende tentoonstellingen steeds een brede collectie in huis te hebben.’

Een poot van het museum is Moderne Kunst, naar welke criteria wordt er gekeken bij het opnemen van een collectie in het museum?

‘In de nieuwbouw staat nu Moderne Kunst. De bedoeling is dat die ruimte elk jaar anders wordt ingericht. Daarbij kijk je naar een aantal dingen. Heeft de verzameling een verhaal te vertellen? Sluit de collectie aan bij de rest van het museum? Kan het ruimtelijk functioneren? En natuurlijk speelt de smaak en mening van de conservator een grote rol. '

Kijken jullie ook naar de kunstenaar of toch alleen naar het kunstwerk zelf?

‘Het is altijd een wisselwerking: het kunstwerk kan niet los worden gezien van de kunstenaar. Als je het werk ziet dan haal je daar een persoon bij. Dat zie je als geheel. Toch is er een groot verschil met bijvoorbeeld theater. Als je een voorstelling over vijf Rotterdamse jongens maakt, dan wil je een reële afspiegeling van de straat op het podium zien. Als je dan vijf blanke acteurs neerzet, is dat weinig geloofwaardig. In een museum is echter de kunstenaar niet te zien. Alleen het kunstwerk hangt er.’

Musea staan onder jongeren niet te boek als een alternatief voor de film of een concertbezoek. Wat doen jullie eraan om hen toch het Boymans binnen te krijgen?

‘Zoals de meeste musea werken we veel met scholen. Scholieren zijn de belangrijkste doelgroep.
Het museum publiek is in heel Nederland vrij oud. Bij het Boymans ook. We proberen natuurlijk te verjongen. Daar hebben we een speciaal doelgroepenbeleid voor. We maken niet zo zeer jongerententoonstellingen – want dat deden we altijd al – maar we proberen de voorstellingen op een iets jongere manier te marketen. Minder saai te communiceren.’

Rein Wolfs is de man die hoofdzakelijk bepaalt wat er in het Boymans te zien is. Wie denkt dat de mannen achter het museum grijs en oud zijn, zit er behoorlijk naast. Wolfs’ haar is spierwit geverfd, hij draagt een getailleerd shirt en praat over kunst alsof het een feest is.

‘Over twee weken openen we een Rubens tentoonstelling. Een tentoonstelling die we voor een breed publiek maken. Bij een naam als Rubens weet je dat een groot aantal mensen dat zal komen kijken al wat ouder is. Het Boymans programmeert echter ook in dezelfde periode een tentoonstelling van de Duitse performance kunstenaar John Bock. Hij is volstrekt het tegenerovergestelde van Rubens in zijn manier van werken, maar eigenlijk is Bock net zo barok als Rubens.
Wat dat betreft probeer ik dingen naast elkaar te brengen. Een museum moet natuurlijk verjongen. Anders verlies je alleen mensen. De grijze garde gaat op een gegeven moment dood. Je moet als museum een levend instituut blijven.

Hoe belangrijk is participatie?

In Zwitserland was ik in een museum voor hedendaagse kunst. De tentoonstellingen daar waren heel geschikt voor jongeren. De bezoeker moest vaak actief deelnemen. Ik sta eigenlijk voor een soort van tentoonstelling waar van de bezoeker ook participatie wordt gevraagd.
De Nederlandse tentoonstelling op de Biënnale van Venetië is een heel actieve tentoonstelling waar van de bezoeker steeds participatie wordt gevraagd. Bezoekers gaan deel uitmaken van het werk en daardoor gaan ze het werk op een meer intuïtieve manier begrijpen.
Er is niets zo dodelijk als je langs een parcour van A tot Z van oude meesters wordt geleid en na alfoop niet meer weet wat je gezien hebt.'

Wolfs benadrukt nogmaals de diversiteit van het museum. Hij vertelt dat het Boymans er ook voor had kunnen kiezen in plaats van een aanbouw een nieuw museum voor de hedendaagse kunst te laten bouwen aan de Maas.
‘Dat er zoveel te zien is in het Boymans dat is het specifieke. Daar moeten we aan vast houden.
Het is fantastisch als je duidelijk kunt maken dat Jeroen Bosch iets te maken heeft met een hedendaagse kunstenaar die hier ook te zien is. Dat de verhalen over een bepaald tijdvak heen getild kunnen worden.’

Wordt het Boymans ook multicultureler?

‘Natuurlijk kunnen we hier niet alleen “een witte oude mannen en oude vrouwen cultuur” laten zien. We moeten het Boymans tot een breder geheel maken. We moeten ook kunstenaars van een allochtone komaf tentoonstellen. Dat hebben we ook gedaan en zullen dat in de toekomst alleen maar meer doen.
Het project op de Biënnale van Venetië gaat over multiculturaliteit. Maar niet door het op het op de klassieke allochtone leest te schoeien. We gaan niet op zoek naar de beste Marokkaanse kunstenaar. Nee, we gaan kijken wat er voor buitenlandse kunstenaars werkzaam zijn in Nederland en wat ze de Nederlandse kunst kwalitatief te bieden hebben.’

‘Musea moeten meer toegang krijgen tot nieuwe doelgroepen. Met name allochtone doelgroepen,’ vertelt Wolfs. ‘Maar niet alleen door speciale tentoonstelling voor hen te programmeren. Je moet niet alleen maar tegemoet komen aan wat mensen van je willen. Je moet ook proberen mensen daar naartoe te krijgen naar wat je wil laten zien. Eigenlijk moet je ze de dingen een beetje opdringen.’

Wat voor mensen werken er bij het Boymans?

‘Het personeel bestaat over het algemeen uit veel witte werknemers. Kunsthistorici met veel liefde voor hun vak. In de bewaking is er wel een groter aandeel gekleurde werknemers. Ik weet geen percentages.’

Wolfs neemt me mee het museum in. ‘Een museum moet vooral een uitgaansgelegenheid zijn,’ zegt hij. ‘Je moet hier niet komen om te leren, maar om te sensabiliseren.’ Wolfs geeft me een schouderklop, zegt ‘succes’ en verdwijnt dan, een zaal in.