Mercita Coronel

Worstelen met nieuw publiek

De Stadsschouwburg in Utrecht houdt zich sinds 1999 intensief bezig met het onderwerp culturele diversiteit. Hoe is het proces verlopen en waar staan ze nu. Een gesprek met Lucia Claus, directeur, Ab Hooijer, hoofd Informatie & Verkoop, Gerdien Ceelen, P&O en Ellen Blom, programmeur. Volle zalen zonder incident helpt.

De term culturele diversiteit stond in 1999 voor het eerst in het beleidsplan van Stadsschouwburg Utrecht. Toenmalig staatssecretaris van Cultuur Rick van der Ploeg fungeerde als katalysator met zijn cultuurnota over culturele diversiteit. Maar, zegt Ellen Blom, het was ook een wezenlijk gevoelde behoefte van de directeur destijds, Henk Scholten. Een verschil met de directeur daarvóór, meent Ab Hooijer, deze had een hele andere cultuuropvatting:‘Henk Scholten vond echt dat wij er voor iedereen moesten zijn. Wij moeten ons laten zien, meer naar buiten treden.’ In 2001 wordt zelfs een programmeur aangetrokken die zich specifiek met jongeren en allochtonen gaat bezighouden. Dat wordt Ellen Blom. De vacature leidt tot een verschuiving in het programma-aanbod. Lucia Claus: ‘Het ging om een echte herverdeling van de middelen.’
Dit nieuwe proces verloopt aanvankelijk niet soepel. Bloms geluk is dat ze bij veel fondsen kan aankloppen om extra gelden te werven voor de nieuwe publieksgroepen. Het Actieplan Cultuurbereik fungeert daarbij als breekijzer. Lucia Claus: ‘Het was een soort worst die je voorgehouden werd, waardoor je in samenwerkingsverbanden dingen kon uitproberen. Zo’n regeling was voor de Stadsschouwburg belangrijk.’Ellen: ‘Wat geld betreft, heeft het onderwerp diversiteit de Stadsschouwburg niet heel veel geld gekost. Ik denk dat dit wel meehielp in de aanvaarding.’

Download hier het volledige verslag van het gesprek.