Topic:

Ja, misschien, maar dat moet je overstijgen.

Ik ben religieus opgevoed. Toen ik een jaar of achttien was, ontdekte ik Sartre. Hij schreef dat God helemaal niet bestaat en dat je verantwoordelijk bent voor je eigen daden. Ik had het boek dicht kunnen slaan. Maar ik voelde dat het betrekking had op mij.

Op mijn vijftiende ging ik soms stiekem niet naar de kerk. Ik was toen wel doodsbang. Ik schaam me om het te vertellen, maar de eerste keren dat ik niet naar de kerk ging zei ik zondagavond in bed: ’God, volgende week ga ik twee keer!

Zou het nog terug kunnen komen in, iets religieus? (Anna van Leeuwen)

God als instituut vind ik een constructie, een projectie. Na een auto-ongeluk op mijn 21ste lag ik met een gebroken nek verlamd in het ziekenhuis. Dat was een bewustzijnsproces. Ik geloofde daarna niet meer zo in Sartre, omdat hij alles afwijst wat transcendent is. Je vindt in het existentialisme geen bevrijdende glimlach, je bent altijd schuldig. Vóór het ongeluk las ik al boeken over het boeddhisme. Wat ik volgens het boeddhisme heb meegemaakt is een satori, een bewustzijnsverruimende ervaring. Ik ben door die persoonlijke ervaring tot kunst gekomen. Op de een of andere manier moet ik het daarmee blijven verbinden.

Citaat van Job Koelewijn in Trouw 9-5-09 : Ongeschreven wetten zijn veel sterker, door Anna van Leeuwen.