Annabel Storm

De onzichtbare kleur van de mediacratie

Hoe we ons blindstaren op façades en vervolgens niets meer zien.

Mijn onderlip hangt steeds vaker op knieniveau, en dat heeft niets te maken met spieraandoeningen. Het gaat om de verwoede pogingen van bedrijven om mij zo direct mogelijk aan te spreken. De deuren van de Albert Heijn op Rotterdam Centraal scoren hoog op de schaal van verbazing naar ontzetting met de veelvuldig opgedrukte woorden 'Leuk dat je er was!' en 'Tot morgen!'. V&D in Hoog Catharijne is ook euforisch over mijn bezoek: 'Goed dat je er bent!' en 'Voel je thuis!'. 'Hoe voel je je, Annabel?' vraagt de homepage van Facebook. De volgende keer dat ik de website open, staat er 'Alles goed, Annabel?'. Deze benadering van variërende berichten moet een zekere intimiteit uitstralen, maar is volledig geautomatiseerd en in de gevallen van Albert Heijn en V&D machinaal gefabriceerd.

Vergroot

AHtogo Rotterdam Centraal - Annabel Storm

Geslepen messen en meningen

Over de persoonlijke berichten van Facebook bestaat een hoop irritatie, ook op de site zelf. De flemende welkomsteksten hebben hier en daar een lachstuipje tot gevolg. Dat hadden de winkelketens toch wel ingecalculeerd, mag ik hopen. Over de dwingende informatie die wordt gelanceerd binnen onze ver gevorderde mediacratie, is veel minder commotie. Dat is vreemd. Het is duidelijk dat een winkel op geld uit is; klantenbindend gepaai en geslijm kun je er verwachten. De media daarentegen hebben een heel andere functie. Ze moeten de mensen zo objectief en onpartijdig mogelijk informeren en helpen zo een mening te vormen over de wereld. Ook mogen we verwachten dat de pers kritisch beschouwt wat er in een land gebeurt, gespitst is op machtsverstrengeling en onderzoek verricht waar nodig.

Maar we moeten niet vergeten dat de media ook gewoon bedrijven zijn die winst moeten maken. Daarvoor moeten ze een groot publiek trekken. De kijkcijfers moeten hoger zijn dan die van de buren en dat gaat het beste middels spanning en sensatie. Als er geen wandaden of overstromingen voorbij komen, zappen mensen weg. De media zijn verworden tot commerciële instituten die inspelen op populariteit. Dat betekent niet dat hun geloofwaardigheid is aangetast. Integendeel. Wat in de krant staat is waar, ook wanneer deze voorbij gaan aan droge koek. Zo zijn de media een sterke schaduwmacht geworden.

De mediacratie

Lang voordat het fenomeen een naam kreeg, sloop het idee dat we leven in een mediacratie de hersenpannen van grote en kleine denkers binnen. Al in de negentiende eeuw stelde Thomas Carlyle dat Montesquieu een macht vergeten was toen hij de trias politica introduceerde: de media. Zij ontlenen hun macht aan het feit dat zij bepalen welke informatie we krijgen, hoe we die krijgen en wat we hier vervolgens van moeten vinden. Op die manier bepalen ze voor een heel groot deel onze kijk op de wereld.

Een mediacratie is een door de media beheerste samenleving. We laten ons niet langer leiden door zuivere informatie maar door beeldvorming. Die is zo invloedrijk dat we niet meer in de realiteit leven, maar in een schijnwerkelijkheid zoals de media hem schetst. Ontworpen op kantoren, genesteld in onze hoofden, bevestigd door alles wat we lezen in kranten, op internet en wat we zien op televisie.

De ernst van van een ongeval of een speech heeft niet alleen te maken met het aantal gedupeerden of met de boodschap, maar vooral in de aandacht die de media eraan besteed. De betekeniszwangere lucht die de media creëren rond gebeurtenissen of uitspraken is belangrijker geworden dan de inhoud. Zijn er beelden van of niet, hebben publieke figuren er een mening over, wordt er vaak over gesproken, is dat dan lang of kort; dat zijn allemaal dingen die bepalen hoe mensen over de gebeurtenis in kwestie gaan denken. Kleine dingen kunnen worden opgeschaald met woorden en beelden. De media bepalen wat we weten. De vraag is of ze hun selectie maken op basis van waarden die ook wij aanhangen.

De politiek is duidelijk in de greep van de mediacratie: steeds dikker wordt het aura van politici en steeds minder aandacht wordt besteed aan hun standpunten. Als er een vreemde formulering aan te pas komt, is dat het enige wat het gros van de mensen meekrijgt. Niet gek dat er spindoctors worden ingehuurd door politieke partijen om datgene dat de media op gaat pikken zo goed mogelijk te kunnen sturen. Er worden hele marktonderzoeken gehouden om erachter te komen welke woorden het beste gebruikt kunnen worden in debatten.

Ze suggereren enkel te registreren en te informeren, maar zonder het gespit van de media waren bepaalde spreekwoordelijk geworden uitspraken door publieke figuren helemaal niet gedaan. Het is dus zelfs niet alleen zo dat de media uit de realiteit pikt wat goed verkoopt, maar de realiteit ook kan sturen. We zouden kunnen zeggen dat de machthebbers van Nederland sneller in Hilversum te spotten zijn dan in Den Haag.

Onbevangen gevangen

We weten het allemaal wel, dat we niet zomaar alles moeten slikken, maar wat is dat toch verdomde moeilijk. Je zou zeggen dat het open internet hier verandering in brengt, maar ook dit medium wordt in zijn geheel beïnvloed door gevestigde media. We lijken zo erg een eigen mening te mogen hebben en deze de wereld in te brengen dat we niet doorhebben hoezeer we al binnen een gesteld kader denken. Een kader dat is aangebracht door de geschiedenis van onze cultuur en door de media. De laatstgenoemden blijven hieraan sleutelen. Maar waarom moeten we dat eigenlijk zo erg vinden, dat de media een almacht zijn geworden?

Er zijn veel overeenkomsten tussen de politieke macht en de mediale macht. Op beide terreinen zien we elkaar beconcurrerende partijen. Misschien bestaat er zelfs wel meer concurrentie tussen politici dan tussen journalisten, alleen al door het bestaan van verkiezingen. De politiek controleert zichzelf op die manier nog meer dan de journalistiek van nu, als ik journalist Kustaw Bessems moet geloven. Hij pleit voor een meer kritische houding ten opzichte van zijn eigen domein, en dan vooral vanuit het domein zelf. Journalisten moeten elkaar meer controleren, stelt hij. Misschien dat er daardoor van binnenuit iets kan veranderen.

Gevaarlijk aan de media als machthebber, is dat we die in mindere mate verwachten. Het feit dat de macht ligt bij degenen die normaliter controleren en daardoor een groot geloofwaardigheidsgehalte hebben, is riskant. Hoewel, dat ligt eraan wat onze machthebbers doen met hun gezag en dat heeft te maken met het doel dat zij nastreven. Eerlijk gezegd heb ik daar weinig zicht op. De media beïnvloeden de beeldvorming en de beeldvorming beïnvloedt op haar beurt de besluitvorming. Ja, de politiek wordt net zo goed beïnvloed als de publieke opinie. Maar hoe groot dan de hand van de media is geweest, kunnen we niet hardmaken. Het enige waar we zeker over kunnen zijn, is dat het volk en haar machten op indirecte wijze en in bepaalde mate worden beïnvloed door de media.

De journalist als staatshoofd van onze media-dictatuur

Oké, dat weten we nu. Maar waarom is dat nou zo erg? Stel dat de media ons zo ver weten te krijgen dat we allemaal met onze neus dezelfde kant op staan en in een paradijslijk laagland kunnen leven zonder conflicten, vol eensgezindheid. Zou dat niet geweldig zijn?

We hebben ooit gekozen voor de democratie als bestuursvorm. Nog steeds heeft de democratie veel fans in de westerse wereld, en genieten andere bestuursvormen een waardig afgrijzen. Een oligarchie is slecht, een theocratie is een belachelijk idee en een dictatuur, daar moet je al helemaal niet meer mee aankomen.

Vanuit dat gedachtegoed, ironisch genoeg gevoed door onze media, is het niet goed als het volk in onvrijheid van meningen verkeert. Het is dus vooral erg dat de media ons denken bepalen omdat ons wordt voorgelogen dat we in een democratie leven, terwijl we deel uitmaken van een media-dictatuur.

Bedenk dit even voordat je vrolijk teruglacht naar een muur met verwelkomende teksten die de onschuld zelve uitstralen. Maar denk er vooral aan als je koppen snelt.