Wat wil je bereiken en waarom?
Beeld en Geluid bezit een unieke en omvangrijke collectie van bijna 2.000 geluidsopnames van de publieke omroepen, daterend van de jaren ’50 tot de jaren ’90. Deze geluiden zijn nooit eerder compleet ontsloten en zijn een unieke historische auditieve registratie van Nederland. Er zitten geluiden in de collectie die inmiddels uit het tijdsbeeld verdwenen zijn, zoals paardentrams, typemachines en straatverkopers. De collectie geeft dus inzicht in hoe Nederland van toon veranderd is. Daarnaast representeren de geluiden het rijke verleden van de omroepen. Nederlandse geluiden zijn ‘zeldzaam’ en vaak enkel opgenomen in de privéarchieven en dus niet breed beschikbaar.
Het Geluiden Archief wordt binnen Beelden voor de Toekomst door Beeld en Geluid geconserveerd en gedigitaliseerd. Een groot deel van de collectie is reeds digitaal beschikbaar. Hierdoor is het mogelijk om een breed publiek hier toegang tot te geven – een plan dat al geruime tijd bestaat, maar nooit op grote schaal is doorgevoerd.
In het kader van Beelden voor de Toekomst is de afdeling R&D reeds actief in het stimuleren van het hergebruik van archiefmateriaal waar Beeld en Geluid zelf de rechten van bezit (met name de Polygooncollectie). Dit gebeurt via het Open Beelden platform, waar Creative Commons licenties worden gehanteerd om hergebruik expliciet aan te moedigen. De rechten van een deel van het Geluiden Archief liggen bij Beeld en Geluid. Hierdoor is het mogelijk om de reeds gedigitaliseerde opnames van het Geluiden Archief in studiokwaliteit beschikbaar stellen via Open Beelden.
De geluiden zijn interessant voor het algemeen publiek, historici, onderzoekers, geluidsontwerpers, geluidstechnici en mediakunstenaars/producenten. Het project dient daarom tevens als een kapstok om een centraal platform voor een Nederlands Geluiden Archief samen te stellen, door publieksinteractie aan te moedigen. Dit zal in ieder geval op drie manieren worden vormgegeven:
• Verrijking van de metadata in de vorm van ‘social tagging’ van het geluidenarchief online.
• Het acquireren van persoonlijke geluidsarchieven door het publiek de mogelijkheid te geven deze te uploaden.
• Het stimuleren van nieuwe creaties die op basis van de open archiefcontent zijn vervaardigd. Deze kunnen vervolgens ook door het publiek kunnen aan het online geluidenarchief worden toegevoegd.
De bijdragen van nieuwe geluiden van het publiek zullen vervolgens worden opgenomen in het archief van Beeld en Geluid.
Wie is je doelgroep?
De geluidencollectie is interessant voor een divers publiek. Historici en onderzoekers kunnen de geluiden gebruiken om een inzicht te krijgen in hoe Nederland ‘klonk’ door diverse decennia heen, en naar de sociale en technologische betekenis en functie van geluid. Geluidsontwerpers, geluidstechnici en mediakunstenaars/producenten krijgen toegang tot een voorheen (nauwelijks) beschikbare collectie, en worden gestimuleerd om nieuwe werken te maken op basis van de open archiefcontent. Ten slotte is het algemene publiek een doelgroep; eenieder die interesse heeft in historische en locatie-gebonden geluiden krijgt op een laagdrempelige manier toegang tot de collectie.
Wat maakt je project innovatief?
Momenteel is de collectie slechts summier en op itemniveau beschreven. Voor (creatief) hergebruik is het van belang om informatie over specifieke eigenschappen zoals geluidskwaliteit, timbre, toonsoort, luidheid, etc. toe te voegen. Hierdoor kan het publiek en de (her)gebruiker doelgericht door de collectie zoeken. In de vorm van een samenwerking met onderzoekspartners zoals STEIM en de faculteit Kunst en Muziektechnologie van de HKU zal het Geluiden Archief worden geanalyseerd en onderzocht, met als doel de bestaande metadata te verrijken. Hierbij wordt zowel gekeken naar de mogelijkheden van het combineren van handmatige beschrijvingen en geautomatiseerde analyse. Metadata zal tevens middels crowdsourcing worden verzameld – gebruikers kunnen tags toevoegen die de geluiden uitgebreider en breder zullen beschrijven.
De collectie wordt op drie manieren aangeboden. Ten eerste worden de geluiden beschikbaar gesteld op Open Beelden. Daarnaast wordt er een kaartinterface gerealiseerd als alternatieve interface op het archief op Open Beelden. Deze kaart fungeert als een auditieve interface voor de collectie en biedt de eindgebruiker tevens een historisch en locatieve geluidservaring. Hierdoor wordt het historische geluidsbeeld van Nederland voor het eerst letterlijk in kaart gebracht. De kaartapplicatie wordt ten slotte gekoppeld worden aan een locatie-gebaseerde mobiele applicatie, die het mogelijk maakt om de ‘verdwenen geluiden’ op hun oorspronkelijke locatie te ervaren en te midden van het huidige geluidsbeeld. De applicatie biedt de gebruiker ook de mogelijkheid om geluid te registreren en georefereren middels GPS, en het geluid toe te voegen aan de bestaande collectie. Als een gebruiker geen gebruik kan of wil maken van de applicatie, is het ook mogelijk om de geluiden aan het archief toe te voegen via de geluidskaart of via Open Beelden. Dit voorziet het Geluiden Archief ten eerste van een extra historische dimensie en daarnaast worden leemtes in de auditieve kaart van Nederland opgevuld. Het hanteren van deze vorm van publieksparticipatie om van het Geluiden Archief een ‘levend’ archief te maken, betekent overigens niet dat alle geluiden geaccepteerd worden (ongeacht de kwaliteit of relevantie ervan). Er zal door Beeld en Geluid een kwaliteits- en selectienorm worden gehanteerd die wordt opgesteld in samenwerking met de projectpartners. Aan de hand hiervan wordt moderatie gevoerd en de eindgebruiker wordt geleerd zijn nieuwe positie als maker én curator vorm te geven.
Waarom is de inzet van web2.0 belangrijk?
Het stimuleren van (her)gebruik en het crowdsourcen van metadata is niet mogelijk zonder het gebruik van web 2.0, waarbij ‘offline’ activiteiten de (online) publieksparticipatie zullen versterken. Het Open Beelden platform, de kaartinterface en locatie-gebaseerde mobiele app zijn drie onderdelen die publiekinteractie op verschillende manieren mogelijk maken. Deze ingangen een toegankelijk platform om een breed publiek bij het Geluiden Archief te betrekken. Om een kritische massa te activeren is er een strategie uitgewerkt en wordt er promotie gemaakt. Hierbij staat een lokale aanpak centraal: er zijn lokale workshops voor veldopnames en promotie kan lopen via (lokale) radioprogramma’s waarbij geluid en hoorspelen een belangrijke rol spelen. Daarnaast wordt er intensief contact onderhouden met de verschillende geluidenjagers en bestaande verenigingen die zich bezig houden met geluidsopnames in het veld. Om het nieuwe en oude materiaal zo veel mogelijk te verspreiden wordt er ook gedacht aan samenwerkingsverbanden met organisaties met een grote reikwijdte en statuur. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Wikipedia, waar geluid in beperkte mate ingezet wordt. Tenslotte (mede)organiseren we verschillende publieksparticipatie evenementen in 2011. In februari 2011 zal de eerste Avond van het Verdwenen Geluid plaatsvinden in Trouw Amsterdam, waarbij niet alleen het Geluid Archief aan bod komt, maar bezoekers vooral uitgedaagd worden om hun verdwenen geluiden mee te nemen en het verhaal achter de verdwijning te delen. Deze geluiden worden nadien tevens opgenomen in het Eigen Opnames archief op Open Beelden. STEIM organiseert reeds Musiclab, een tweemaandelijkse live 'show & talk' in Pakhuis de Zwijger gericht op (toepassingen van) muziek, creativiteit en technologie en bedoeld voor muzikanten, producers en andere geïnteresseerden. Dit evenement biedt een uitgelezen kans om de verschillende uitingen rond het Geluiden Archief bij een relevante doelgroep onder de aandacht te brengen. Daarnaast zal er tijdens het eerste Musiclab waarbij het Geluiden Archief een rol speelt een competitie worden uitgeschreven die de creatieve sector uitdaagt om composities, hoorspelen en andere nieuwe toepassingen op basis van de geluidencollectie te creëren. Tijdens het STEIM Festival in 2011 zullen de beste inzendingen worden gepresenteerd en zal de definitieve prijsuitreiking plaatsvinden. Kortom, de diverse offline activiteiten zijn een vereiste voor het creëren van een levendige web 2.0 omgeving.