Onno Warns

Report: Talk of the Town #23

20 april 2010

Op dinsdag 20 april vond de 23e editie van Talk of the Town plaats. Het was een drukbezochte aflevering waar naast de gebruikelijke vormgevers van de stad - ambtenaren en ondernemers, ontwikkelaars en architecten - dit keer een groep van minstens 40 bewoners aanwezig was. En deze bewoners roerden zich: geen nieuwe bebouwing langs het water. Maar niet iedereen dacht daar zo over ...

TALK OF THE TOWN #23: SLOTERPLAS, CENTRALE TREKPLEISTER VAN NIEUW-WEST?

dinsdag 20 april 2010.

Genodigden: Olga van de Ven (kwartiermaker Sloterplas), Riny Sprengers (manager acquisitie en alliantie, Stadgenoot), Paulus de Wilt (beoogd stadsdeelwethouder Nieuw West) en Freek van Duijn (cultuurintendant, Koers Nieuw West).

Volle bak was het bij de drieëntwintigste Talk of the Town. De toekomst van de Sloterplas trok vele bezorgde buurtbewoners uit Nieuw West naar de Oostelijke Handelskade. Of ’t gesprek ook niet gewoon ergens bij de Sloterplas had plaats kunnen vinden, mopperden bewoners. Met een kwinkslag verklaarde presentator Ruben Maes Pakhuis de Zwijger tot tijdelijke ambassade van de Sloterplas.

Kwartiermaker Olga van de Ven begon met een korte uitleg over het meer dat in de jaren vijftig gegraven werd. Ze liet foto’s zien uit de begintijd: een overvol zandstrand met spelende en baderende kinderen. Van de Ven liet wat cijfers voorbij komen: er zijn drie belangenverenigingen die zich druk maken om de Sloterplas. Het park is 202 hectare groot, de plas zelf 91 hectare. “Als je de Efteling op de Sloterplas legt, is ‘ie nog niet vol.” Volgens het 'Groot Groen Onderzoek' willen mensen graag meer horeca, meer variatie in de beplanting, een speeltuin en een betere kinderboerderij. De Amsterdamse structuurvisie heeft de Sloterplas aangewezen als ‘metropolitane plek’, het moet een plek worden waar alle Amsterdammers kunnen recreëren.

En precies dat laatste punt, daar hebben de bewoners geen zin in. Zoals een aanwezige het verwoordt: “Plannenmakers willen dat we gaan consumeren in plaats van recreëren; daar zijn we gewoon bang voor. Ik wil dat er niets gebeurt.” De presentator zegt maar vast dat dit geen inspraakavond is, maar een open gesprek.

Beoogd stadsdeelwethouder Paulus de Wilt wordt met Riny Sprengers van woningcorporatie Stadgenoot, naar voren gehaald. Zij zijn ook betrokken bij het Sloterplasoverleg waarbij de centrale stad, de stadsdelen - nu stadsdeel Nieuw West - en de woningcorporaties samen nieuwe plannen maken voor de Sloterplas. Sprengers wil ‘de recreatieve functie’ van de Sloterplas versterken zodat dat leidt tot een positieve associatie met het stadsdeel, en er meer mensen willen komen wonen. “Want er wordt de komende jaren veel bijgebouwd.” Sprengers ziet ruimte voor verdichting in de woongebieden, en de mogelijkheid de brede infrastructuur te benutten voor woningen.
De Wilt: “het belang van de corporatie is uiteindelijk de huizenprijzen. Zij moeten verkopen en verhuren. Het grootste belang voor het stadsdeel is: wij hebben een prachtig, groot gebied waar bijna niets gebeurt. Café Oostoever is op zaterdag dicht, bizar. Ik wil dat veel Amsterdammers er van gaan genieten. Verdichting gaat sowieso plaatsvinden, en dan moet je ervoor zorgen dat er goede plekken zijn om te recreëren.”

“Onze angstdroom, dat de hele Sloterplas wordt volgebouwd, dat oevers worden afgesloten, dat er grote restaurants komen en hoogbouw,” zegt de voorzitter van de Vrienden van de Sloterplas, Harriët Haakma Wagenaar. Daarop wil de presentator weten wie er in de zaal allemaal plannen heeft met de Sloterplas. En wie daarvan denkt aan hoogbouw. Er steken zo’n zes vingers de lucht in, één daarvan is van projectontwikkelaar Amvest. Die met veel omhaal toch toegeeft dat als er geen hoogbouw mogelijk is aan de rand van de plas, dat zijn bedrijf geen interesse heeft. De tweede vinger hoort toe aan Tom Bergevoet, architect die een prijsvraag van het stadsdeel won en een hoog gebouw ontwierp voor de plek van Café de Oostoever. Achtendertig meter hoog moet het gebouw worden, waar ook een hotel in gepland is. De stadsdeelwethouder zegt: “Hoogbouw aan de Sloterplas, no way. Maar dit is een prachtig plan voor die omgeving en een uitzondering op de regel.”

De bewoners grommen. Waarom is hoogbouw dan zo erg, wil Maes weten. Er volgt een rij bezwaren uit de zaal. Van Eesterens zichtlijnen worden ermee verpest, het gaat ten koste van groen, hoogbouw weerkaatst het geluid van evenementen meer, met hoge gebouwen dichtbij de plas kunnen kinderen straks niet meer zeilen op de plas vanwege heftige winden. De kleine, menselijke schaal verdwijnt, en het laatste argument is dat de hoogbouw vast ten koste gaat van goedkope woningen.

Sprengers geeft toe, Stadgenoot wil graag hoogbouw neerzetten op de plek waar al bebouwing is dichtbij de Sloterplas: op de plek van de sociale huurwoningen. Dat mondt uit in een klassieke discussie. De woningcorporatie die paait: we maken prachtige nieuwe woningen voor jullie, ze zijn alleen ietsjes duurder. En de bewoners die zeggen: we willen die prachtige, nieuwe woningen niet, we zitten prima. Sprengers meldt dat ‘ie ook graag een museum wil neerzetten aan de Noordkant. Bewoners laten nog eens weten niets te zien in een stedelijke trekker in hun buurt. Lekker rustig moet het blijven.

De vroege avond eindigt met de angstdroom van De Wilt. ‘Kul!’ heeft een bewoonster net geroepen als reactie op De Wilts stelling dat er geen groen hoeft te verdwijnen als de plas een recreatiegebied wordt voor alle Amsterdammers, en niet alleen voor de buurt. “Mijn grote angst is dat er een massieve volksbeweging op gang komt tegen ontwikkeling rond de Sloterplas. Want dan gebeurt er niks, en dat is verschrikkelijk.”

Liedewij Loorbach, april 2010