Mediamatic Magazine vol 4 #1+2 Bilwet 1 jan 1989

De alien en zijn media

Accursed KAPOW! Plukbaart Ontroerende Screentest

Es ist die Seele ein Fremdes auf Erde. - George Trakl

Vergroot

De alien en zijn media -

Media = hybride van MENS en ALIEN. Het is een ongelukzalige vermenging die zich maar niet tot een zuivere vorm laat destilleren, omdat het menselijke en het vreemde element blijven duelleren om inhoud te verwerven. Om deze eeuwigdurende strijd rond de betekenis te neutraliseren, zijn drie strategieën opgedoken, die ofwel een van de twee ruisproducenten het zwijgen poogt op te leggen, ofwel tegenstanders als partners tot harmonie wil dwingen.

De eerste strategie is die van de humanisering van de media - een democratisering die het heil verwacht van de stroringsvrije communicatie in een wide open society. Ze gelooft in het bestaan van zuivere informatie en veronderstelt op naïeve wijze dat de ander bereid is zich vrijwillig in te perken tot het menselijke, al te menselijke. Op dit puur communicatieve niveau zal dan automatisch wederzijds begrip ontstaan. Deze censuur verbant de alien naar het kamp waar de humaniteit eerder al de gekken, zieken, perversen, rasonzuiveren, dieren en criminelen had Kaltgestelt. Het gratis verstrekken van informatie zou tot bewustwording voeren die de dialoog mogelijk maakt tussen vrije burgers in een vrije samenleving. De alien heeft dit als uitdaging opgevat en de strategie tegen zichzelf gekeerd door in de informatie netwerken item nr.1 te worden in de gedaante van de catastrofe.

De tweede strategie loopt over naar de kant van de alien - daz ganz Andere. De prijs die ze hiervoor betaalt is de reductie van de media tot kunst en van de alien tot het kwaad. Deze typisch 19de eeuwse aanklacht tegen de huichelachtige burgerij eist van de moderne media dat ze wanstaltig vreemd wordt. Ze meent hierdoor de gloed van een verleiding afkomstig van elders op te roepen, een heilige huiver, fascinatie. Maar door alle communicatieve pretenties op te geven en dat als artistieke vrijheid te interpreteren, hoopt ze het kwaad voor te zijn door het zelf te ensceneren. De sublimatie van het kwaad tot het sublieme heeft tot doel de gevaarlijke onvoorspelbaarheid van de alien in te dammen tot een esthetische ervaring van het encodeerbare dat binnen een institutioneel kader geconsumeerd kan worden.


de derde strategie pocht met de vriendschappelijke band die beide partijen onderhouden op het niveau van het alledaagse. Het onvoorspelbare wordt gebanaliseerd door achter het scrikaanjagende masker van alien en mens het gelaat van een goedwillend wezen te bevroeden. Buitenaardse roeservaringen als snelheid en leegte worden ingevuld als spiritueel opgaan in een omgeving die onderdeel is van het kosmische geheel. De mensch heeft in deze visie de natuurlijke gave onbegrijpelijke messages die de aliens doorchannelen, moeiteloos te verstaan als: Tante Hedl is bij mij, Ik ben Ashtar, groet mijn vrienden. De goddelijke laserstralen gebruiken de modernste media om de uitverkorenen tot hun medium te maken, die diezelfde media weer inschakelen om de output van hun contact wereldwijd te verbreiden. Het hybridische karakter van de massamedia wordt niet als bedreiging gezien, maar in alle gemoedelijkheid als harmonisch samenzijn beleefd.

Media is niet uit op communicatie, maar op aliënatie. een vanzelfsprekende omgang met de media bestaat zolang haar hybride karakter niet op de voorgrond treedt en alle aandacht gevestigd blijft op de menselijke factor. Zodra mediamakers en -gebruikers zich bewust worden van de alien als motor achter de tekenproduktie, zal deze uitwijken naar een nieuwe omgang met de wereld.

Wanneer een media zijn vanzelfsprekendheidspotentieel heeft uitgeput zal het als degeneratievorm tot zuivere kunst worden en in de geschiedenis zijn afgeschreven. De kunstenaars die het principe van het kwaad oproepen versnellen alleen de ondergang van hun genre. Het nieuwe media die door de alien gelanceerd wordt, zal zoveel enthousiasme opzuigen dat de bizarre vervreemdingsverschijnselen uit de terminale fase van het voorafgaande media, promt worden vergeten.

De media genealogie is te lezen als de coming-out chronique van de alien (Understanding Media- The extentions of alien). Voor de goden- schemering bereid- de men zich nog voor op de materiële komst van buitenaardse broeders en zusters. Men legde landinsbanen en bewegwijzering aan in de vorm van landschapstekeningen en piramides. Het zal een archeologisch raadsel blijven of de aliens op tijd zijn geland, weer vertrokken zijn na het onbewuste in de primaat te hebben ingeplant, er altijd al waren (zijn atomen ruimteschepen?), of dage-lijks landen bij 't inschakelen van de tele.

Zeker is dat zij zich eeuwenlang hebben thuisgevoeld in de Gutenberg-galaxis. Ook staat vast dat zij thans zijn overgeschakeld op de immateriële verschijning, met als tussenstadia foto, film en radio. Vanaf de 19de eeuw wordt de ziel, die later tot onbewuste wordt geremodelleerd, in het bereik van het literaire langzaam maar zeker ervaren als Fremdkörper in het lichaam. De schrijvers kregen steeds meer door dat hun poëtische mechaniek een voortuig was van krachten die van buiten komen: Ik denk niet meer, ik wordt gedacht (Marx). De alien ziet zich op zo'n moment verplicht de mens op het idee van nieuwe mediatechnieken te brengen. Via de klopgeest introduceert hij de morse code. En met behulp van spiritistische verschijningen roept hij het principe op van de fotografie, waarmee al snel afbeeldingen van geesten worden gemaakt. Film en TV geven daarna alleen nog geestesverschijningen te zien.

In het huidige media kan de alien een hybridiseringseffect oproepen door gebruik te maken van beelden die hij aftapt uit het menselijke onbewustzijn. Een onuitputtelijk redervoir van weerwolven, Maria's, superstars, teddyberen, oliebaronnen, persmuskieten... iedereen op het scherm kan een alien zijn. Zodra de kijkers dat doorhebben zal de tv gemoderniseerd worden met apparatuur, die de afstand tussen beeld en ervaring opheft door direct in te schakelen op het sensorium. De menselijke factor keert dan terug als een eigen hallucinatie binnen de virtuele ruimte, die vanaf dat ogenblik letterlijk samenvalt met het onbewuste. Zolang de alien met beelden kan mixen zal hij geen kwalitatieve sprong hoeven maken naar een totaal ander type media, al blijft die mogelijkheid altijd open. Pas wanneer we onze eigen ruimte-tijd verlaten en de alien ons door het wormgat naar de Hinterlanden trekt, is het einde van de media als het Principe Hybride bereikt.

De alien volgt een eigen parcours. Hij laat zich niet opsluiten, sublimeren of verzoenen. Wat de alien voor ogen staat zal tot het laatste bericht geheim blijven. Wel is duidelijk dat hij van de vermenging met het menselijke houdt en zich niet van ons wil distantiëren. Zijn gedragscode is dat hij zowel vlak bij ons is als op gepaste afstand blijft. Maar dat is ook de regel van de theorie, die samen wil valen met haar onderwerp zonder er helemaal in op te gaan. Ook de theorie onttrekt zich aan de uitsluiting door het dogma, ziet het delerium als haar grens en heeft de kritische distantie nodig om hybride te blijven. De theorie is het geschenk van de mens aan de alien, zoals het media een geschenk van de alien aan de mens is.