hans piena

De laatste vriend van de keizer

de enige die hij kon vertrouwen

De maand van de geschiedenis heeft dit jaar Vriend & Vijand als thema, met als focus de Eerste Wereldoorlog. Daarom vond de opening plaats op Huis Doorn, tussen 1920-1941 de residentie van de gevluchte Duitse keizer Wilhelm II.
Conservator Hans Piena gaf daar onderstaande presentatie waarin wereld-geschiedenis en dagelijks leven op de schoot van de keizer samenkomen.

Vlucht
Door een spoorwegbeambte, nog lager dan een soldaat! De Duitse keizer Wilhelm II weet niet hoe hij het heeft. Machteloos ijsbeert hij over het perron. Het is 10 november 1918, rond vijf uur ’s ochtends. Hij wil naar Nederland vluchten via het grensstation Withuis bij Eijsden. Maar de spoorwegbeambte is overdonderd door het keizerlijk gevolg en hun ceremoniële sabels. Niet wetend hoe te reageren neemt hij het zekere voor het onzekere en weigert toegang, zich baserend op het reglement dat voorschrijft geen bewapende lieden door te laten. Bovendien, zo voegt hij toe, gaat hij pas om zeven uur open.

Niet naar huis
In Duitsland heeft men de nederlaag in Wilhelms schoenen geschoven. Geïnspireerd door de Russische Bolsjewieken breekt er een revolutie uit. De keizerlijke Marine komt in de havenstad Kiel in opstand tegen het regime en de revolutie slaat over naar Berlijn, waar Wilhelms paleizen worden geplunderd. Op 9 november 1918 wordt de Republiek uitgeroepen. Wilhelm vervult op dat moment zijn plicht aan het front in het Belgische Spa, het militaire hoofdkwartier aan het westfront. Plots kan hij niet meer terug naar zijn eigen rijk, zijn vaderland, zijn vrouw en kinderen. Hij kan niet meer naar huis.

Als koningin Wilhelmina die dag, op 10 november 1918, van de keizer een officieel asielverzoek ontvangt komt dat als een complete verrassing, zegt ze later. Na een dag koortsachtig overleg in Den Haag komt de goedkeuring. Wilhelm reist met veertig man staf naar kasteel Amerongen en doet daar op 28 november 1918 officieel afstand van de troon.

Doorn
Van Baronesse Van Heemstra de Beaufort koopt de keizer Huis Doorn. Hij kleedt het aan met de inrichting van zijn paleizen in Berlijn en Potsdam. Die spullen arriveren in 59 treinwagons. Het is zoveel dat men pas in 1992, 74 jaar later, de laatste kratten openmaakt. In Huis Doorn laat hij zijn baard staan als vermomming voor het geval hij moet vluchten. Hij gaat tuinieren, is een onderhoudend gastheer en hertrouwt nadat zijn vrouw keizerin Auguste-Victoria drie jaar nu hun aankomst overlijdt. Hij legt zich toe op bomen hakken en laat zich daarbij graag filmen. Dan ziet het Duitse volk met eigen ogen dat hij barst van de energie en zo weer de troon kan bestijgen. Hij hakt echter zo fanatiek dat het park er regelmatig uitziet als een slagveld, tot wanhoop van de tuinman. In werkelijkheid móet hij hakken om zijn sombere gedachten te verzetten. Over de Duitse adel: zij die het diepst voor hem bogen grijpen het eerst naar de macht. Over zijn marine, zijn trots, die door muiterij zijn val inleiden. Over zijn bondgenoten die hem een voor een laten zakken: Keizer Karl I van Oostenrijk en Koning Ferdinand I van Bulgarije. En tot slot de schuldvraag, wie is schuldig aan deze oorlog? Naarmate de jaren verstrijken raakt de keizer steeds meer geïsoleerd. Ook zijn vrijage met het Nationaal Socialisme resulteert er alleen maar in dat Hitler de poort tot het landgoed van Huis Doorn laat bewaken zodat Wilhelm II geen contact kan leggen met Duitse soldaten.

Teckel
Wilhelm heeft al die jaren teckels. De oudste afbeeldingen van dit oorspronkelijk Duits ras dateren uit de vroege 18e eeuw. Ze zijn gefokt om dassen en vossen uit hun holen te jagen. Teckels worden enorm populair aan de Europese hoven als elitaire accessoire, bij de Engelse Koningin Victoria en ook bij de Duitse Keizer. Die laatste wordt er zo mee vereenzelvigd dat hij eerst zelf wordt afgebeeld als een teckel. Later, in de Tweede Wereldoorlog propaganda, wordt heel Duitsland als een teckel voorgesteld.

Oorlogshond
Het is in die tijd niet zo gewoon om een hond als huisdier te houden. Dieren moeten nuttig zijn, dus ook honden. Gedurende de Eerste Wereldoorlog bewaken honden militaire installaties, hoofdkwartieren, en fabrieken. Zonder geluid te maken signaleren ze naderbij sluipende vijanden en ze transporteren munitie en eten naar de frontlinie. Ze brengen eerste hulp aan gewonde soldaten in gevaarlijk gebied en zijn dan vaak het laatste gezelschap van een stervende soldaten. Ze vangen ratten in de loopgraven, trekken mitrailleurs en gewonden, rennen als verbindingshond met berichten heen en weer en tot slot sporen ze soldaten op in de loopgraven die door bombardementen levend onder de grond terecht komen.
Zo zijn er, mede op gezag van de keizer, honderden honden de dood in gejaagd of afgeschoten door de vijand in de hoop een bericht te onderscheppen. Kapitein Von Stephanitz vertelt van een verbindingshond in Peronne (Noord-Frankrijk) die een achterpoot verliest maar toch doorloopt en pas dood neervalt als hij het bericht heeft afgeleverd.

Natte neus
De keizer had op het laatste meer vijanden dan vrienden. Maar zijn teckels Hexe, Erdmann, Dachs, Liesel en Senta blijven hem al die jaren trouw. Lievelingshond Erdmann is begraven in het park van Wilhelmshöhe, de toenmalige zomerresidentie van de keizerlijke familie. Het grafje ligt op een rozeneiland. Op de steen staat: Andenken an meinen treuen Dachshund Erdmann 1890-1901 W.II. Senta is de hele Eerste Wereldoorlog aan zijn zijde en volgt hem in ballingschap. In 1927 overlijdt ze. De keizer begraaft haar zo dat hij haar grafje vanuit zijn raam kan zien. Het opschrift luidt: Die treue Senta 1907-1927 begleitete Seine Majestät den Kaiser im Welt Kriege 1914-1918 .

Vandaag de dag weten we dat huisdier-eigenaren langer leven, een lagere bloeddruk hebben en minder stress. Daarom zien we meer en meer honden in bejaarde tehuizen en opvanghuizen voor mishandelde kinderen. Ze brengen een bezoek aan getraumatiseerden, gewonden, of net geopereerde patiënten. Het versnelt het genezingsproces en helpt trauma’s verwerken.

De band tussen de keizer en zijn teckels is mijns inziens even belangrijk. Hij verliest zijn rijk, zijn paleizen, zijn vrouw, zijn betekenis. Hij loop rond in een jasje met vlekken en een gaatje in zijn hoed. Hij krijgt steeds meer last van ischias. Zelfs zijn trouwste adjudant Sigurd von Ilsemann zegt hem de waarheid, midden in het gezicht. Op het laatst luistert er geen hond meer naar hem.
Maar voor Senta blijft hij dezelfde, met kroon of petje, in uniform of pyjama, het hele keizerschap zegt haar niets. Ze was de enige die hij kon vertrouwen, tegen wie hij alles kon zeggen, die zijn woorden niet verdraaide, opschreef, en doorgaf. Senta wilde alleen maar samen zijn. Een natte neus die bedelt om een aai, een snoet op zijn been of warmpjes tegen zijn dij. Uiteindelijk was de Duitse keizer ook maar gewoon een mens.