Kees de Graaff

Wit gat uit een zwarte doos

de onmogelijkheid van fotografie

14 december 2008, Hoogland
Ludiek, over-the-top, jolig, flauw en slecht geschreven. 'T zal best. toch beleef ik nog steeds veel binnenpret met deze tekst die ik een half jaar geleden eruit proestte. Wat me blijft fascineren is een zekere waarheidskern. Zo ruw en ongeslepen als een gevonden diamant. En zo een diamant ziet er totaal anders uit dan in de winkel....
(Zie ook KEEES_Weblog)

Enlarge

huisvijt.jpg - thinking a house Kees de Graaff

WIT UIT EEN ZWARTE DOOS

Fotografie is een wetenschap die zich bezig houd met gebeurtenissen die niet plaatsvinden, en waarvan men niet met zekerheid weet of ze in de toekomst nog plaats zullen vinden. Wel bestaan er sterke vermoedens dat één en ander in het verleden heeft plaatsgevonden. Dit valt overigens moeilijk te bewijzen. En dit terwijl de foto zich wel presenteert alszijnde het enige bewijs voor die gebeurtenis. De foto zegt het bewijs voor zichzelf te zijn.

Niets gebeurt sneller dan het licht. En omdat het sneller gebeurt dan het licht is het niets ook niet waarneembaar volgens de gangbare opvattingen. Maar zoals er zwarte gaten bestaan waarin het licht , materie en gebeurtenissen in verdwijnen. Zo bestaan er ook fenomenen waaruit het licht, materie en gebeurtenissen weer naar voren blijken te komen. Zwarte gaten zijn voor ons mensen niet fysiek te ervaren, en dat is maar goed ook want wij zouden er direct in verdwijnen. Hetzelfde geld ook voor het tegenovergestelde fenomeeen waar alles weer tevoorschijn komt. En zoals zwarte gaten met geavanceerde telescopen waarneembaar zijn, zo is in de foto, gemaakt door een camera, te zien hoe uit het niets gebeurtenissen weer tevoorschijn springen. Wat voor het zwarte gat telt, geld ook voor de foto. Zouden wij werkelijk aanwezig zijn bij het gebeuren waar de foto van getuigt; wij zouden het niet overleven. Want een reis door de tijd bevat eenzelfde soort van levensgevaarlijke onmogelijkheid als de te overbruggen afstand naar een zwart gat.

Het zwarte gat heeft zijn naam te danken aan het feit dat de zwaartekracht zo groot is dat zelfs het licht erin verdwijnt. Kan iets zomaar verdwijnen? En kan zoiets zomaar verschijnen? Of deze vragen wetenschappelijk, religieus, filosofisch of kunstzinnig van aard zijn is nog niet geheel duidelijk. Zou men de optiek handhaven van waaruit men deze verschijnselen waarneemt, beschrijft en verklaart, dan mag men gerust spreken van een “wit gat” als men spreekt over fotografie. Het fenomeen waaruit dingen verschijnen en niet verdwijnen. Het is dan ook heel verleiderlijk om de camera een “white box” te noemen. Maar dat doet men voor begrijpelijke redenen niet; de camera is en blijft een “black box”. Ik zal daar later op terugkomen.

Er zijn psychologen en experts op het gebied van de menselijke perceptie die beweren dat de foto een illusie is. Zij schijnen dat ook te kunnen staven. Dat de foto een illusie is waar, maar tegelijkertijd is het ook niet waar. Het is een non-illusie. Wetenschappelijk, maar ook taalkundig is dit een lastig te beschrijven eigenschap, dit ook omdat de fotografie een wetenschap is die het niets en de gebeurtenis daarvan behandelt. Wanneer men een foto aanschouwt is het onmiskenbaar dan men iets ziet, dat is dus beslist geen illusie. Daarom is hun bewering dat de foto een illusie is toch enigszins verwonderlijk, want fotografie is een solide en tastbaar produkt van de wetenschap. Het is geen magie, tovenarij of gegoochel. En men kan het ook beslist niet vergelijken met fata mogana’s. Hoe zou het dan kunnen dat een stuk toegepaste wetenschap illusies voortbrengt? Dezelfde redeneringen zouden dan ook toegepast kunnen worden op zwarte gaten. Zijn die dan ook geen illusies? In deze kwestie komt het gezonde wetenschappelijk verstand enigszins onder druk te staan. In de quantum-mechanica schijnen dezelfde vormen van onbegrijpelijkheid zich ook voor te doen. Maar dit terzijde.

Men dient zich dan ook duidelijk te realiseren dat fotografie een wetenschap is die zich over "het niets" ontfermt, en zaken waarneemt die daar erg dicht in de buurt van bevinden, zoals, het “bijna-niets” en het “net-niet-iets”. Op dezelfde wijze overigens waarop men zwarte gaten bestudeert. Men meet allerlei gamma en röngtenstralingen die zich in de buurt van zo een zwart bevinden. Uit die metingen modelleert men de hoedanigheid van het zwarte gat zelf. In het zwarte gat zelf kunnen wij niet komen omdat het een zwart gat is. Dezelfde redeneringen gelden ook voor de foto. Wij kunnen niet in de werkelijkheid van de foto komen, maar uit allerlei stralingen die de foto “uitzend” kunnen wij immens veel concluderen. Van al het licht welk een foto weerkaatst kunnen wij met ons centraal zenuwstelsel in real-time modellen van die gebeurtenis reconstrueren. Nee, daar komt geen hocus-pocus aan te pas. Laat staan dat het met een illusie van doen heeft. Wel moet ik voor de duidelijkheid vermelden dat het bij aanschouwing van een foto wij iets zien wat niet gebeurd. Alleen de meetgegevens van die vermeende gebeurtenis. Gelukkig beschikken we over camera-apparatuur die deze data, op ordelijke wijze direct vertalen en daar visuele modellen van maakt. Die de illusionaire vorm aannemen van “schilderijtjes” of “plaatjes” die zich gemakkelijk laten “lezen”. Normaal gesproken is lezen een gebeurtenis die zich afspeelt in een zeker tijdsbestek. Bij fotografie gebeurt de ontcijfering van de data in een split second, in no-time zonder enig bestek, dit omdat het een gebeurtenis betreft die niet plaatsvind. Het effect van deze data-omzetting in non-real-time is zo verbluffend efficiënt dat het resultaat ook meteen zeer geschikt is voor consumptie, kunst en communicatie.

Wij ervaren het als een grote verontrusting als iets zomaar verdwijnt. Terwijl wij blijmoedigheid tonen als er iets zomaar verschijnt. Het zou een eigenschap van het leven zelf kunnen zijn, zeker is het dat het een zeer menselijke trek is. Voor die redenen wordt fotografie ook massaal door een ieder persoon omarmt. In de foto verschijnen er altijd zaken inplaats van andersom en dat is een gunstige zaak, welk menig mens opvrolijkt. Toch wordt er onderkend dat de fotografie biezondere, mysterieuze en onverklaarbare aspecten bezit. Blijft het zwarte gat zelf een mysterie, de middelen waarmee wij ze waarnemen zijn uiterst concreet en begrijpelijk. Te weten; telescopen met optiek en dergelijke, welke solide en betrouwbare produkten zijn van onze toegepaste wetenschap. Daarentegen bevat de foto geen enkel mysterie voor ons doch wel de middelen waarmee wij deze foto bewerkstelligen, te weten de fotocamera. Wat daarbinnen in de camera gebeurt is nog volslagen onduidelijk, en dat is dan ook de reden dat wij het een “black box” noemen. Laat mij dit verduidelijken.

Bij het waarnemen van een zwart gat zien wij alleen die verschijnselen rondom de gebeurtenis (zwart gat) waar wij modellen van begrijpelijkheid en inzicht uit af leiden. Bij fotografie zien we een zeer begrijpelijk en aanschouwelijk model (de foto) waar wij dan de betreffende gebeurtenis uit proberen af te leiden. Ook is er sprake van verschillende horizonnen die de grenzen van ons zicht bepalen, en of dit nu uitzicht is of inzicht, doet niet ter zake. Het zwarte gat zelf gebeurt letterlijk en feitelijk achter onze waarnemingshorizon, het is volledig uit het zicht. Wij kunnen alleen de veronderstelde aanwezigheid en eigenschappen van het zwarte gat afleiden uit zaken die daarom heen gebeuren, welke ons inzicht verschaffen. Bij de foto zien we meteen wel met onze eigen ogen alle kenmerken en eigenschappen van een gebeurtenis, maar we kunnen de gebeurtenis zelf nergens zien of ervaren. En ook niet in zaken die rondom die foto gebeuren. We missen dus het inzicht in die gebeurtenis, want het staren naar het omringende kranten papier zal ons niets wijzer maken. Zo ook niet de muur van het museum waar zo een foto hangt. En zoals de materie verdwijnt in een zwart gat, zo verdwijnen gebeurtenissen in de camera, onze “black box”.

Nu dacht men vroeger dat de zon om de aarde draaide. Op zich was dat geen domme veronderstelling. Maar de wetenschap schrijd voort en gelukkig is men van dat idee afgestapt, met als resultaat dat we naar de maan gaan en ook verdwijnpunten kunnen waarnemen in de vorm van zwarte gaten. Die overigens eerst theoretisch werden voorspeld, voordat ze werden waargenomen. Ook de wetenschap van de fotografie ontwikkeld zich en er bestaan vermoedens dat de foto geen beeld van een gebeurtenis is maar een gebeurtenis van het beeld. Ook zijn er die-hards en warrige professoren die daaruit concluderen dat de foto daardoor in feite niets van doen heeft met het normale visuele twee-dimensionale beeld, en dat het zeker niets te maken heeft met een verbeelding van de werkelijkheid. Ook de ontwikkelingen van de “black box” staan niet stil. Er bestaan futurischtische plannen om de mens volledig te automatiseren en onderdeel te laten zijn van de camera zelf. Zodoende kan de mens het verdwijnen van de gebeurtenis zelf ervaren. Maar al deze theorieën zijn nog obscuurder en esoterischer dan alle snaar-theoriën bij elkaar. Wel zijn er nog fundamentalistische, conservatieve en orthodoxe geluiden te horen die ons waarschuwen voor zoiets. Zij beweren dat daarmee ook de mens als zijnde “een gebeurtenis” zal verdwijnen. Zij realiseren zich echter niet dat men de technische ontwikkelingen niet kan tegen houden. Wel mag duidelijk zijn dat de fotografie als wetenschap nog een grootse taak voor zich heeft.
.
.
1 juli 2008. Hoogland
.
.
(Zie ook KEEES_Weblog)
.
.