DIEPSEL

Ron Amir, Robbie Cornelissen, Dan Geesin & Zoë Mendelson

18 sep 2010
24 okt 2010

DIEPSEL is een tentoonstelling met werk van vier kunstenaars die in hun werk raken aan het sublieme: werken die losraken van het gecontroleerde denken en dieper zakken, verder reiken of hoger stijgen dan de ratio.

De tentoonstelling wordt geopend op 17 september om 20 uur door Ronald Ockhuysen, chef kunst en media van Het Parool.

Vergroot

Ron Amir: zonder titel - 2010, houtskool en tempera op papier, 150 x 280 cm, bron

In de houtskooltekeningen van de Israëlische Ron Amir (1975) krioelen mensen als insecten. Er liggen bloedende lichaamsdelen, aangevreten dieren en verongelukte auto's. Een ogenschijnlijke duistere wereld. De verhalen zijn oneindig, elk beeld roept een ander beeld op. En hoe vreemd het ook lijkt, de tekeningen zijn volgens Amir een hommage aan het leven. Het paradijs is altijd dichtbij. Ik werk met totale overgave. De inhoud van mijn schilderijen wordt onbewust aangestuurd. Letterlijk: vanuit het onderbewuste. Ik bezie het leven vanuit een denkbeeldig punt ergens zwevend boven de aarde. Alsof ik op een andere planeet ben, en de essentie van het menselijk bestaan probeer vast te pinnen. citaat uit artikel uit Het Parool, Ronald Ockhuysen.

Herkenbaar en ongrijpbaar. De monumentale tekeningen van Robbie Cornelissen (1954) tonen een unheimische werkelijkheid. Ontelbare subtiele potloodstrepen vormen een dimensie die uit een droomwereld lijkt voort te komen. Eindeloze gangen, ruimtes en gebouwen waarin je kunt ronddolen zonder enig houvast. In de video "The Labyrinth Runner" laat Cornelissen je daadwerkelijk toe in het werk en daarmee ook -lijkt het- in het hoofd van de kunstenaar. Een wereld met een beklemmende precisie en schoonheid.

Dan Geesin (1970) observeert het alledaagse. Mensen en situaties uit het chaotische stadsleven, of juist het stille platteland. Geesin zoekt naar dat wat schuil gaat achter de stilte. Het kijken naar gras, een ritje met de bus, het tragi-komedische van menselijke omgangsvormen. Geesin tekent, maakt installaties en film en componeert muziek. In zowel zijn muziek als zijn beeldende creaties vertelt hij verhalen met een melancholische ondertoon. In DIEPSEL toont hij zijn meest recente tekeningen en een ruimtelijke installatie van sculpturen waaraan het tekenen ten grondslag ligt.

Het tekenen neemt een centrale plek in in het werk van Zoë Mendelson (1976) dat tevens bestaat uit collages, sculpturen, site-specific werk en literatuur. De tekeningen ogen lieflijk en nodigen de kijker uit in een verleidelijke wereld. De ogenschijnlijke onschuldige tekeningen zijn slechts een dekmantel voor de obsessieve gedachten en bezoedelde dromen die Mendelson op papier zet. Door middel van haar tekeningen ontregelt ze bestaande verwachtingspatronen die automatisch verbonden zijn aan plekken en objecte