VERHALENESTAFETTE
Op donderdag 9 juni organiseerden Netwerk CS en Imagine IC een ESTAFETTE over persoonlijke verhalen als inspiratiebron voor de kunst- en cultuursector. De verhalenestafette richtte zich voornamelijk op 'verhalenvangers' in de erfgoedsector, podiumkunsten en de ICT-wereld: hoe verwerken zij individuele verhalen in presentaties, tentoonstellingen en artistieke podiumproducties, zodanig dat deze het persoonlijke niveau ontstijgen?
In verschillende workshops vertelden regisseurs, choreografen en conservatoren door welke persoonlijke verhalen zij geinspireerd raken en welke methodes zij toepassen bij de verwerking van verhalen tot inhoudelijk en artistiek interessante programma's. Nieuwe mediamakers deelden hun kennis over de wijze waarop ICT kan worden ingezet om verhalen zichtbaar te maken en te presenteren.
Aan de orde kwamen verschillende dilemma's bij het verwerken van verhalen: Welke verhalen zijn geschikt? Welke selectiecriteria worden hierbij toegepast? En hoe gaan verschillende sectoren om met de spanningsvelden binnen het verhalenverwerkingsproces. Denk aan afwegingen tussen het individuele versus het collectieve geheugen / cultuurspecifiek versus universeel / eigenheid versus herkenbaarheid / authentiek versus artistiek / subjectief versus objectief.
Programma
Over bovengenoemde vragen bogen zich 80 professionals en 18 referenten en 9 gespreksleiders. Het programma was opgedeeld in negen workshops:
- Verhalen op Traditionele en eigentijdse presentatievormen, Drama en realiteit, waar of niet?Jongerencultuur, Levend verhalenarchief, Roots & reisverhalen, Interactieve verhalen en Communities.
De Estafette begon met een prikkelende lezing van Rob Boonzaijer Flaes (antropoloog Atana/QRA). Hij gaat uit van verhalen als basis voor een sociale structuur, waarop mensen hun handelen baseren en als onderdeel van cultuur waarmee mensen zich verbinden en verbonden voelen.
Fact, fiction and conviction
Zonder kennis van verhalen geen kennis van cultuur, zo opende Boonzaijer Flaes. Maar verhalen zijn vluchtig, ze glippen je door de vingers en vragen ons stil te staan bij de verschillende manieren waarop je naar verhalen kunt luisteren. Hiervoor introduceerde hij een indeling, ontleend aan de antropologie. Antropologen baseren zich ten slotte al bijna 150 jaar op verhalen, om de simpele reden dat in veel van de bestudeerde culturen niet veel anders voorhanden is. Verhalen zijn op drie manieren te gebruiken: als statement of fiction of conviction.
Als een verhaal een opsomming, vaak ook een opeenvolging van feitelijke gebeurtenissen, van epische momenten uit de geschiedenis of van familierelaties. Dergelijke reconstructies krijgen vooral betekenis als ze worden geinterpreteerd in het licht van fiction en conviction, zo leert ook de hedendaagse praktijk. Denk maar aan de vele verhalen van politici. Geen zinnig mens luistert naar hun teksten als een beschrijving van feitelijkheden: het is fictie en het gaat vooral om overtuiging.
Als statement of fiction hebben verhalen een symbolische waarde. De verhalen zeggen iets over de manier waarop tegen de wereld wordt aangekeken. Reintje de Vos lijkt door zijn narratieve structuur, verhaallijn, typische hoofdpersonen en vaste sociale relaties op Anansi maar ook op het boek Job, de Commedia del Arte en Harry Potter. Deze verhalen zijn niet echt gebeurd, maar geven inzicht in hoe de wereld in elkaar zit.
Verhalen als de bijbel, Homerus of de Verhalen van 1001 nacht gaan nog verder: ze dienen als statement of conviction, er zit altijd een element in van overtuiging, een les.
De vraag is hoe de culturele sector als verhalenjagers met die verschillende interpretatiemogelijkheden omgaan. De antropologie leert dat statements of facta als bouwstenen voor een analyse alleen bruikbaar zijn in de context van conviction. Samen vormen ze de grondslag voor cultuur, een gedeelde constructie, kenmerkend voor een bepaalde sociale groep. In deze benadering is cultuur geen vaststaand gegeven, maar meer een resultaat van schaalvoering. Hoe groter de groep, hoe groter de noodzaak om elementen van fictie en convictie in algemene termen te gieten. In Brabantse verhalen bijvoorbeeld speelt de pastoor een belangrijke rol. Met wat meer afstand is in de volksverhalen plaats voor een geestelijke van een of andere denominatie, en op nog grotere schaal voor een geestelijk leider die allerlei vormen kan aannemen.
In de antropologie is het lange tijd de gewoonte geweest fictie en convictie zoveel mogelijk uit te filteren om objectief feitenmateriaal over te houden. Die illusie is inmiddels verlaten: onderzoek naar fiction en conviction, naar cultuur binnen een bepaalde gemeenschap, kortom, is geen schil die eerst van de verhalen moet worden afgepeld. Fictie en convictie leiden juist tot dieper inzicht in wat mensen bezielt, in de vaak verborgen beweegredenen om op een bepaalde manier met het feitenmateriaal om te gaan.
Betekent dit nu dat het verzamelen van verhalen 'zoals ze zijn' en 'zoals ze uit de mond rollen' op zich zinloos is? Integendeel, verbatim (woordelijke) verslagen hebben de geur en de kleur van het moment ze zijn culture in the making. Latere generaties zullen iedereen dankbaar zijn die eerstehands materiaal hebben verzameld, omdat het op den duur bijna altijd eersteklas materiaal wordt. Anders dan de interpretaties die in het verleden aan bronnenmateriaal werden gegeven, houden oude dagboekverslagen, veldmateriaal uit de eerste hand, roddel en achterklap, hun waarde. Het kunnen herinterpreteren van eerstehands gegevens in de sociale wetenschappen is net zo belangrijk is als het intact laten van potscherven in de archeologie.
Voor veel van de groeperingen naar wiens verhalen onderzoek wordt gedaan, is Nederland een land dat nog moet worden veroverd. Voor hen is dit een nieuwe omgeving, met eigenaardige wetmatigheden en onbekende codes, waar mensen voor zichzelf tastenderwijs een toegangsroute creeren. Dit opbouwen van een bestaan in Nederland is een gigantische logistieke operatie, een toneelstuk met letterlijk honderdduizenden acteurs die elkaar niet of nauwelijks kennen maar samen een historisch toneelstuk opvoeren van epische proporties. Wat een rijkdom aan impressies biedt culturele diversiteit, wat een Fundgrube aan verhalen! De werkelijkheid is daarbij van ondergeschikt belang. Het gaat om de verhalen zoals ze hun beslag krijgen in de enorme veroveringstocht die plaatsvindt. Die verhalen geven ons een uniek beeld hoe we er als land voorstonden aan het begin van de eenentwintigste eeuw. Voor het culturele veld is het een historische opgave om deze verhalen te achterhalen, vast te leggen en te interpreteren.
Eerst werken wij ermee om het daarna rustig te laten liggen. Tot het moment waarop de verhalen van onschatbare waarde zullen zijn: als immaterieel erfgoed, waarvoor nu de bouwstenen worden aangeleverd.
Uitgebreid verslag Verhalen Estafette
Workshopoverzicht Verhalen Estafette
Deelnemerslijst